Romeinen 15:14-24
14 Broeders en zusters, ik ben er vast van overtuigd dat u inderdaad niets dan het goede wilt en dat uw inzicht nergens tekortschiet, zodat u ook in staat bent om elkaar terecht te wijzen. 15 Ik heb u hier en daar nogal vrijmoedig geschreven, maar alleen om u te herinneren aan wat u al weet. Ik doe dat vanwege de genade die God mij geschonken heeft: 16 ik moet in volledige toewijding aan zijn evangelie een dienaar van Christus Jezus voor de heidense volken zijn, zodat zij een God welgevallig offer kunnen worden, geheiligd door de heilige Geest. 17 Dat ik trots kan zijn op mijn werk voor God, dank ik aan Christus Jezus. 18 Ik mis de vrijmoedigheid om over iets anders te spreken dan wat Christus met het oog op de gehoorzaamheid van de volken door mij tot stand heeft gebracht-door wat ik heb gezegd en gedaan, 19 door krachtige tekenen en wonderen die ik heb verricht door de macht van Gods Geest. Zo heb ik vanaf Jeruzalem tot aan Illyrië overal het evangelie van Christus verspreid. 20 Daarbij heb ik er altijd een eer in gesteld het niet op plaatsen te verkondigen waar Christus al bekend was. Ik wilde niet op het fundament van een ander bouwen, 21 want er staat geschreven: ‘Zij aan wie Hij niet verkondigd is, zullen zien; zij die niet over Hem hebben gehoord, zullen tot inzicht komen.’ 22 Het is dan ook om deze reden dat het mij nog niet is gelukt u te bezoeken. 23 Maar ik heb mijn taak in deze streken nu beëindigd; en omdat ik er zo naar verlang om na al die jaren naar u toe te komen, 24 hoop ik dat te doen wanneer ik naar Spanje ga. Ik hoop u op weg daarheen te ontmoeten om mijn reis daarna met uw hulp voort te zetten, maar niet voordat ik enige tijd van uw gezelschap genoten heb. (NBV21)
We zijn aan het laatste gedeelte van de brief aan de Romeinen. In Rome was los van Paulus al heel vroeg een Gemeente van de beweging van de Weg ontstaan. Ze gingen de leden er van ook Christenen noemen. Paulus had een aantal van hen tijdens zijn reizen ontmoet. Een keizer van Rome had die Christenen de schuld van alle problemen gegeven en ze uit de stad verbannen. In het boek Handelingen lezen we dat hij in Rome gevangen heeft gezeten. Duidelijk is wel dat toen hij de brief aan de Romeinen schreef hij nog niet in Rome was geweest. Dit soort persoonlijke stukjes bepalen ons wel bij het feit dat de brief geschreven is door een mens met een opvoeding, een achtergrond en een eigen geschiedenis. Die mens Paulus sprak een taal die wij niet meer verstaan. Hij woonde in een Keizerrijk waar wij slechts na veel studie een heel klein beetje van kunnen gaan begrijpen.
Het is dan ook heel gevaarlijk om kleine stukjes tekst uit de brief te isoleren en dan de wereld in te slingeren als “het Woord van God” meestal zijn de kleine stukjes tekst die je zo leest de boodschap van degene die ze uit de brief heeft geïsoleerd en zeggen ze meer van die mens dan van de Bijbelse boodschap. Belangrijk is de algemene boodschap. Mensen moeten gaan leven naar het voorbeeld van Christus, je moet proberen zelf Christus te worden. Niet alleen als individu maar ook als gemeente en zelfs als volk.. Als je vandaag zou zeggen dat je een volk tot gehoorzaamheid aan Christus wil brengen dan wordt je gelijk gevraagd welk leger je daarvoor klaar hebt, of welke populistische strategie je wil hanteren om ze jou tot hun leider te laten kiezen. Bij Paulus gaat het om heel andere dingen. De gehoorzaamheid is de gehoorzaamheid aan het gebod je naaste lief te hebben als zichzelf. En daar waar alle eigenbelang in dat gebod over boord gezet wordt offer je jezelf als het ware op, een offer aan de God van Israël gebracht.
Niet wat jouw belang is telt voortaan maar het belang van de God van Israël die dat belang laat uitkomen in dat wat er met de minsten van de mensen gebeurd. Daar heeft Paulus het over en daar heeft hij zich voor ingezet. Dat er dan gemeenten ontstaan, mensen te hoop lopen om zich met dat liefdesgebod bezig te houden is een wonder. Vooral als je ziet dat slaafgemaakten en slavenhouders, rijken en armen, allochtonen en autochtonen, mannen en vrouwen, jongeren en ouderen, elkaar als gelijken gaan zien en elkaar wederzijds steunen en tot bloei proberen te brengen. Dat is het wonder dat van Paulus wordt beschreven maar dat ook wij tot stand mogen brengen. Een wonder waar we ook vandaag weer aan mogen werken.