Jeremia 17:19-27
19 Dit zei de HEER tegen mij: ‘Ga in de Volkspoort staan, die de koningen van Juda plegen te gebruiken, en in de andere poorten van Jeruzalem. 20 Verkondig daar: Koningen van Juda, inwoners van Juda en Jeruzalem, jullie die door deze poorten naar binnen gaan, luister naar de woorden van de HEER. 21 Dit zegt de HEER: Als je leven je lief is, wacht je er dan voor om op sabbat goederen door de poorten van Jeruzalem naar binnen te brengen 22 en om uit jullie huizen goederen naar buiten te brengen. Verricht ook verder geen enkele bezigheid en vier de sabbat als heilige dag zoals Ik jullie voorouders geboden heb. 23 Maar zij luisterden niet, schonken Mij geen gehoor; zij waren halsstarrig en ongehoorzaam en lieten zich niet terechtwijzen. 24 Als jullie wel naar Mij luisteren-spreekt de HEER -en op sabbat geen goederen door de poorten van deze stad naar binnen brengen, de sabbat als heilige dag vieren en niet werken, 25 dan zullen Davids troonopvolgers voor altijd door de poorten van deze stad naar binnen gaan, gezeten op paarden of rijdend op wagens en vergezeld van hun raadsheren, evenals de inwoners van Juda en Jeruzalem. Dan zal deze stad altijd bewoond blijven. 26 En uit de steden van Juda, de omgeving van Jeruzalem, het stamgebied van Benjamin, het heuvelland, het bergland en de Negev zal men brandoffers, vredeoffers, graanoffers, dankoffers en wierook naar de tempel van de HEER brengen. 27 Maar als jullie geen gehoor geven aan mijn gebod om de sabbat als heilige dag te vieren, als jullie op die dag goederen door de poorten van Jeruzalem naar binnen blijven brengen, zal Ik de poorten in vlammen doen opgaan, en zal vuur de burchten van Jeruzalem verteren-en niemand die het zal blussen.’ (NBV21)
De jonge Leviet Jeremia moet om te beginnen maar eens in de poort van de stad gaan zitten. Voor ons is dat een rare plaats maar voor het volk Israël was het de plaats waar recht werd gesproken. Oude en wijze mensen en priesters die geen dienst hadden verzamelden zich daar. In onze dorpen hebben we vaak ook van die plekken. Op het marktplein, op de boulevard, bij een sluis daar staat vaak een bankje dat spottend de leugenbank wordt genoemd. In het oosten van het land heb je soms een karakteristiek dorpsplein dat de “Brink” genoemd word. Dat plein was in vroeger dagen de plaats waar de oudsten van het dorp of de regio bijeen kwamen om recht te spreken. Bij het volk Israël was die verzamelplek bij de poort een heel belangrijke. Daar legde je je geschillen voor en daar ging Jeremia dus zitten.
Het eerste dat hem opviel was dat de Sabbat geen andere dag was dan de andere. De stroom goederen die de stad inkwam bleef even groot. Onder de goddelijke richtlijnen uit de woestijn zou je verwachten dat op die ene dag in de week het rustig zou zijn. Dan zouden mensen en dieren rust kunnen nemen en zouden de mensen zich met andere zaken dan winst en profijt kunnen bezig houden. Niets was er meer van te merken. Jeremia roept op om terug te keren naar de goede gewoonten. Als iedereen alleen voor zichzelf leeft, alleen voor zichzelf zorgt dan kom je altijd op een dag in de problemen. Wij kennen dat ook. In de meeste steden zijn brandweerlieden vrijwilligers. Vanouds de winkeliers en de ambachtslieden, zij kunnen hun werk onderbreken om een brand te blussen. Sinds de winkeliers en ambachtslieden niet meer in de binnensteden wonen en ook op zondag moeten werken wordt het steeds moeilijker om vrijwilligers te vinden.
Als we doorgaan met de zogenaamde 24 uurs economie is er straks niemand meer om een brand te blussen. Jeremia herhaalt zijn waarschuwing meerdere malen. Hij weet dat iedereen een nieuwe kans verdient. Wij weten dat ook. Ons systeem van TBS maakt dat ook bij de ergste misdrijven mensen de kans krijgen zich radicaal en grondig te veranderen. Ze hoeven dat niet alleen en eenzaam te doen, ze krijgen er alle hulp bij. Het systeem staat eigenlijk altijd ter discussie, het kan immers altijd beter en we willen terecht risico’s vermijden. Maar mensen een nieuwe kans geven blijft het uitgangspunt. Dat zal zelfs het uitgangspunt moeten zijn bij een levenslange gevangenisstraf. Het is dus ook niet te laat terug te keren naar de zondagsrust. Dat is niet religieus of alleen voor kerkgangers. Het bevrijdt iedereen van de voortdurende dwang van produceren en consumeren. We werken om te leven en we leven niet om te werken. En leven doen we alleen samen, als iedereen vrij is.