De schepping is ten prooi aan zinloosheid

Romeinen 8:18-30

Het zijn soms mooie zinnen die in de brieven van Paulus staan en waar we achteloos overheen lezen omdat er weer van die ingewikkelde filosofische redeneringen op volgen. Toch vormen dit soort zinnetjes vaak de sleutel die het begrijpen van die redeneringen mogelijk maken. Zo ook hier. Want wie heeft de schepping aan zinloosheid onderworpen? Voor veel theologen een duistere zaak, ze slaan dat stukje dan ook graag over. Maar zijn wij het niet zelf die de schepping zoals we die zien en ervaren als zinloos ervaren? Het water stroomt van hoog naar laag, er zijn vier seizoenen en tal van natuurwetten en al eeuwen is de aarde en alles wat daarop is hetzelfde. Het draait vandaag om haar as en morgen ook en de aarde draait dit jaar om de zon en volgend jaar opnieuw. Het gaat allemaal niet vooruit en niet achteruit. Je kunt op die manier ook moeilijk zeggen dat het Gods lof verkondigt want het is allemaal nietszeggend. Voor jonge mensen wil het leven op die manier ook zinloos worden. De armen hebben we altijd al bij ons gehad, we horen van oorlogen en geruchten van oorlogen en mensen streven altijd eerder naar meer en beter dan naar vrede en gerechtigheid. Zo was het, zo is het en zo lijkt het altijd te moeten blijven. Maar Paulus schetst ons een beeld van hoop. Hij heeft het over een geboorte van iets nieuws. Van leven dat niet vergankelijk is maar van leven dat een blijvende betekenis heeft. Een leven dat zin heeft en waar we nu al deel aan kunnen hebben. En als wij daar deel aan hebben dan heeft de hele schepping daar deel aan. Maar waar hebben we dan deel aan? Aan de Geest van God volgens Paulus. Gelovigen hebben daar al deel aan en er komt een tijd, dat is te hopen voor ons, dat de hele wereld deel heeft aan de geest van God. Nou dat is mooi. Dat geeft zin. Want wat is die “Geest van God” dan? Die is niet grijpbaar, die is niet afdwingbaar, die is geen beloning voor iets dat mensen doen, die heb je of die heb je niet. Nou dat laatste is niet helemaal waar. Daar komt namelijk het geloven bij. Geloven dat al die zinloosheid in de wereld voorbij kan gaan.Geloven dat het echt mogelijk is dat alle hongerenden gevoed zullen worden, dat recht wordt gedaan aan mensen, dat alle tranen gedroogd zullen worden, dat we daarvoor nu aan het werk kunnen gaan. Dan werken die natuurwetten ineens mee aan het geluk van mensen, aan redding van de dood in plaats van dat ze zullen doden, dan werkt alles wat er is en wat we doen mee aan het leven. Als we dat geloven door er aan te gaan werken dan werken we in de Geest van God, dan scheppen we leven waar eerst dood was en dan kan het niet anders dat ooit die dag zal komen dat er een nieuwe hemel en een nieuwe aarde zijn. Aan het werk dus.

Plaats een reactie