Matteüs 16:1-12
1 De farizeeën en de sadduceeën kwamen Hem op de proef stellen met de vraag hun een teken uit de hemel te tonen. 2 Hij gaf hun daarop dit antwoord: ‘Wanneer de avond valt, zegt u: “Morgen mooi weer, want de hemel kleurt rood.” 3 En ’s ochtends: “Storm op til, want het rood aan de hemel is dreigend.” De aanblik van de hemel weet u wel te duiden, en de tekenen van de tijd niet? 4 Dit is een verdorven en trouweloze generatie. Ze verlangt een teken, maar zal geen ander teken krijgen dan dat van Jona.’ En Hij liet hen staan en vertrok. 5 De leerlingen voeren naar de overkant, maar hadden vergeten brood mee te nemen. 6 Dus toen Jezus tegen hen zei: ‘Pas op, hoed je voor de zuurdesem van de farizeeën en de sadduceeën,’ 7 begonnen ze er met elkaar over te praten dat ze geen brood hadden meegenomen. 8 Jezus merkte het en zei: ‘Kleingelovigen, waarom bespreken jullie met elkaar dat je geen brood bij je hebt? 9 Begrijpen jullie het dan nog niet, en herinneren jullie je ook de vijf broden voor de vijfduizend niet, en hoeveel manden jullie weer ophaalden? 10 En ook niet de zeven broden voor de vierduizend en hoeveel manden jullie toen ophaalden? 11 Hoe is het mogelijk dat jullie niet begrijpen dat Ik het niet over brood heb? Wees op je hoede voor de zuurdesem van de farizeeën en de sadduceeën!’ 12 Toen begrepen ze dat Hij niet bedoelde dat ze op hun hoede moesten zijn voor de zuurdesem in brood, maar voor het onderricht van de farizeeën en de sadduceeën. (NBV21)
Prachtig al die wonderen die zo maar in de Bijbel voorbij lijken te komen. Als je wilt weten wat van God is, nou let dan op de wonderen, dat denken veel mensen wel, maar zo zit het niet. Jezus lijkt in dit verhaal niks van wonderen te willen weten. Als de religieuze leiders van zijn tijd vragen om een teken uit de hemel wijst hij op alle schijnzekerheden die ze steeds weer te berde brengen. Als weersvoorspellers naar de natuur gaan ze tekeer. Als het regent komt er water in de sloot en als de zon schijnt is het droog. Verder komen ze eigenlijk niet. Dat soort zekerheden kennen we nog steeds. Er komt een terroristische aanslag, zeker weten, alleen wanneer weten we nog niet, dus wees waakzaam. De vrijheden van burgers worden ingeperkt, grote massa’s politieagenten ingezet om iedereen te controleren. En uiteindelijk werd een arme Braziliaan in Londen doodgeschoten omdat hij hardlopend de metro wilde halen. En wie heeft zich niet eens gehaast om de trein of de bus te halen? Is dat voortaan gevaarlijk? En hoeveel wordt er gedaan om de oorzaken van het terrorisme weg te nemen?
De oorlogen in Irak en Afghanistan werden er mee gerechtvaardigd, maar daar zaten toen de terroristen niet. Die zaten inmiddels wel in Irak als een eigen Islamitische Staat, in de aanhangers van de vroegere dictatuur vonden ze warme bondgenoten. De tekenen van de tijd noemt men dan, nooit wordt het meer hetzelfde, we moeten ons wapenen. Dat ondertussen de rijken steeds rijker worden en de armen steeds armer, dat de honger in de wereld toeneemt in plaats van afneemt, dat de grenzen van de rijke landen meer gesloten worden in plaats van open dat zijn tekenen van deze tijd die niet genoemd en dus niet gezien worden. Wij zijn ondertussen druk bezig met discussies over mondkapjes en dikke fietsbanden. Verantwoordelijkheid nemen voor anderen lijkt wel veel te moeilijk. Alsof er niet genoeg op de hele wereld is om iedereen te eten te geven.
Alleen als we door blijven gaan om kostbare grondstoffen in een hoog tempo op te maken, scheppen we problemen voor hen die na ons komen. Echte liefde voor mensen zou ons daarvoor moeten behoeden. Dat we wat minder auto rijden is niet zo erg, er is ook openbaar vervoer en dat kan ook nog heel veel beter, met meer werk voor werklozen. Jezus waarschuwde voor de propaganda van het eigen belang. Pas als er wonderen worden verricht is het waar zo wil men ons doen geloven. Niks er van zei hij: pas als er gedeeld wordt is het waar. Op dus naar een duurzame samenleving, waar plaats is voor iedereen en niemand wordt uitgesloten van zorg en voedsel. Een samenleving waar tranen worden gedroogd, waar niemand bang hoeft te zijn niet meer te mogen geloven wat men gelooft, waar een kind speelt in het hol van een slang en niemand voor zijn tijd hoeft te sterven. In de Bijbel noemden ze dat het Koninkrijk van God.