Spreuken 28:1-9
1 Een goddeloze vlucht, zelfs als niemand hem opjaagt, een rechtvaardige voelt zich veilig als een leeuw. 2 Als een land in opstand komt, werpen velen zich op als leider, slechts iemand met kennis en inzicht zorgt voor blijvende rust. 3 Een arme die andere armen onderdrukt is als regen die de oogst wegspoelt. 4 Wie zelf de wet niet naleeft, prijst de wettelozen, wie de wet in acht neemt, trotseert hen. 5 Een kwaadaardig mens begrijpt niets van het recht, wie de HEER zoekt, kan alles begrijpen. 6 Beter een arme die onberispelijk leeft dan een rijkaard die op kronkelpaden gaat. 7 Een zoon met inzicht houdt zich aan wat hem is geleerd, wie met brassers omgaat, maakt zijn vader te schande. 8 Wie zijn bezit vergroot door woekerrente vergroot het voor wie zich bekommert om de armen. 9 Als je geen gehoor geeft aan de wet, is zelfs je gebed de HEER een gruwel. (NBV21)
In het gedeelte dat we vandaag uit het boek Spreuken lezen worden de rechtvaardigen en de onrechtvaardigen tegenover elkaar gesteld. Er zijn mensen die zich voortdurend laten beveiligen omdat ze er van overtuigd zijn dat ze bedreigd worden. Het is natuurlijk jammer dat ze zich niet afvragen of wat ze doen wel oprecht is, of de manier waarop ze anderen behandelen niet uitlokken tot bedreigingen. Zo komt het misschien dat ze zich bedreigd voelen ook al is er niemand aan te wijzen die het op hun leven gemunt heeft. Ook de schrijver van de Spreuken wijst daarop. Er zijn ondertussen ook mensen die beveiligd moeten worden omdat er anderen zijn die er op wijzen dat er een concrete aanwijsbare bedreiging is zonder dat de mensen die het aangaat zich van enig kwaad bewust zijn.
De Bijbel gaat niet alleen over vrede en lief zijn voor elkaar. Soms zijn er machthebbers waartegen je wel in opstand moet komen. Wij hebben die opstand in vreedzame banen geleid. Elke vier jaar kan het volk afrekenen met de machthebbers. Als het tenminste zo ontevreden is dat het volk geen genoegen neemt met de schijngevechten tussen gevestigde machten die de media het volk voorschotelen. Wij noemen de opstand van het volk democratie en ook het boek Spreuken gaat er van uit dat een volk iets te kiezen heeft als het gaat om goede leiders. Het moet in elk geval iemand zijn met kennis en inzicht, wijsheid zouden we zeggen en wijsheid is eerbied voor de God van Israël die als opdracht gaf de naaste lief te hebben als zichzelf. Een leider die de armen onderdrukt en verder uitperst in tijden van crisis wordt dan ook door de schrijver van de Spreuken veroordeelt, die is als regen die de oogst wegspoelt.
De Bijbel is overigens niet tegen rijkdom. Maar er klinkt voortdurend verzet tegen de ongelijke verdeling die tot stand komt door machtsmisbruik. Natuurlijk mag je zelfs woekerrente rekenen zegt de Spreukendichter, maar niet om de rijken nog rijker te maken maar om te zorgen dat de nood van de armen wordt opgeheven, want beter een arme die onberispelijk leeft dan een rijkaard die vol leugens zit. Die leugens komen overigens toch wel uit want wie oprechte mensen op het slechte pad brengt komt in zijn eigen val terecht. Het mooiste van het gedeelte dat we vandaag lezen is wellicht dat wie zijn fouten toegeeft en vermijdt vergeving krijgt. Ofwel elke dag mogen we weer opnieuw beginnen de Weg van de God van Israël te zoeken, zorgen voor recht en gerechtigheid, voor eerlijk delen en in vrede samenleving. Dat mag ook vandaag weer.