Jeremia 29:10-23
10 Dit zegt de HEER: Als er in Babel zeventig jaar voorbij zijn, zal Ik naar jullie omzien. Dan zal Ik mijn belofte gestand doen door jullie naar Jeruzalem te laten terugkeren. 11 Mijn plan met jullie staat vast – spreekt de HEER: Ik heb jullie geluk voor ogen, niet jullie ongeluk; Ik zal je een hoopvolle toekomst geven. 12 Jullie zullen Mij aanroepen en weer tot Mij gaan bidden, en Ik zal naar jullie luisteren. 13 Jullie zullen Mij zoeken en ook vinden, als jullie Mij tenminste met hart en ziel zoeken. 14 Ik zal me door jullie laten vinden – spreekt de HEER – en Ik zal in je lot een keer brengen. Ik zal jullie samenbrengen uit alle volken en plaatsen waarheen Ik je verdreven heb – spreekt de HEER – en je laten terugkeren naar Jeruzalem, waaruit Ik je heb laten wegvoeren. 15 Misschien zeggen jullie: “De HEER heeft ons toch ook in Babel profeten gegeven?” 16 Maar dit zegt de HEER over de koning die op de troon van David zit en over de hele bevolking van Jeruzalem, je volksgenoten die niet met jullie in ballingschap zijn gegaan, 17 dit zegt de HEER van de hemelse machten: Ik stuur het zwaard, de honger en de pest op hen af, Ik zal met hen hetzelfde doen als met bedorven vijgen, die niet meer te eten zijn. 18 Ik zal hen met het zwaard, de honger en de pest achtervolgen en hen tot een afschrikwekkend voorbeeld voor alle koninkrijken op aarde maken. Hun namen zullen als een vloek worden gebruikt, ze zullen afschuw en ontzetting wekken en bespot worden in alle landen waarheen Ik hen zal verdrijven. 19 Want ze hebben niet naar Mij geluisterd – spreekt de HEER –, hoewel Ik telkens weer mijn dienaren, de profeten, naar hen zond. En ook jullie hebben niet naar Mij geluisterd – spreekt de HEER. 20 Luister naar mijn woorden, ballingen, die Ik vanuit Jeruzalem naar Babel heb laten voeren. 21 Dit zegt de HEER van de hemelse machten, de God van Israël, over de profeten Achab, de zoon van Kolaja, en Sedekia, de zoon van Maäseja, die in mijn naam leugens profeteren: Ik lever hen uit aan koning Nebukadnessar van Babylonië, die hen voor jullie ogen zal terechtstellen. 22 En alle Judese ballingen in Babel zullen aan hun lot een vloek ontlenen: “Moge de HEER het je laten vergaan als Sedekia en Achab, die de koning van Babylonië boven het vuur geroosterd heeft.” 23 Want ze hebben iets gedaan dat in Israël een schanddaad is: ze hebben overspel gepleegd met de vrouw van een ander en in mijn naam leugens geprofeteerd, woorden die Ik hun niet heb opgedragen te spreken. Ik heb het gezien, Ik was er getuige van – spreekt de HEER.’ (NBV21)
We hebben het ook in de brief aan Titus, die in het Nieuwe Testament staat, gelezen, wie een gemeente wil leiden moet van onbesproken gedrag zijn. Ook de ballingen in Babel hebben last van charlatans die enerzijds verzet oproepen en anderzijds de gebraden haan uithangen. Seksualiteit en de beoefening van godsdienst gaan nu eenmaal niet samen. Dat klinkt alsof profeten en priesters, pastors en voorgangers zonder relaties moeten blijven. Het tegendeel is waar weten we uit de brief aan Titus, maar wat voor relatie men heeft heeft niets met de godsdienst te maken. Soms maken voorgangers in een gemeente volgelingen wel wijs dat het de wil van God is dat de gelovige zich ook seksueel aan de voorganger overgeeft, maar dat is een misdrijf waarvan aangifte behoort te worden gedaan. Het enige wat gevraagd wordt is geen aanstoot te geven en ook een relatie aangaan met de vrouw van een ander geeft tot in onze dagen aanstoot.
Een relatie met de man van een ander trouwens ook en met het kind van een ander al helemaal. Seksuele relaties met kinderen zijn misdrijven en dat zijn ze ook binnen kerken en geloofsgemeenschappen. Gemeenten en kerken zijn nogal vaak beschadigd door het gedrag van hun voorgangers. Soms werd dat gedrag religieus geduid, het zou een christenplicht zijn de voorganger tegemoet te komen in zijn, altijd zijn, behoeften. Veel vaker maakt een voorganger of voorgangster misbruik van het overwicht dat een voorganger nu eenmaal heeft. Een troostend gebaar, fysiek begrip voor eenzaamheid en gedwongen onthouding, een kind dat toch moet leren, vele variaties zijn er de loop van de geschiedenis bedacht om volgelingen te verleiden.
Wij hebben geen koningen die dergelijke volgelingen boven vuurtjes branden, maar wie de beschadigde mensen kent die die voorgangers achterlaten zou soms willen dat die koningen er nog zouden zijn. Wij hebben vertrouwenspersonen in kerken en gespecialiseerde politiemensen bij alle veiligheidsregio’s. En als iemand dit leest die een verhouding heeft met een pastor, priester of voorganger omdat die iemand denkt dat dat zo hoort en niet uit oprechte liefde dan is een gang naar de vertrouwenspersoon in de kerk, of het dichtstbijzijnde politiebureau zeer van harte aanbevolen. Open en eerlijke gesprekken over relaties en seksualiteit, hoe ga je met elkaar om in de liefde van Christus, kunnen overigens helpen en ongewenste situaties voorkomen. Daar waar seks een vies woord is dat verzwegen dient te worden kun je de volgelingen van Achab en Sedekia verwachten.