2 Korintiërs 1:12-22
12 Hierop kunnen wij ons laten voorstaan: ons geweten kan getuigen dat wij hebben gehandeld met de oprechtheid en zuiverheid die God van ons verlangt, niet gedreven door de wijsheid van deze wereld maar door Gods genade. Zo zijn we overal in de wereld te werk gegaan, en vooral bij u. 13 Wij bedoelen namelijk in onze brieven aan u niets anders dan wat u leest en eruit begrijpt. Ik hoop dat u eens ten volle zult begrijpen 14 wat u al gedeeltelijk begrepen hebt, namelijk dat u op de dag van onze Heer Jezus trots op ons kunt zijn, zoals wij op u. 15 Ik had wat dit betreft alle vertrouwen in u en wilde daarom al eerder naar u toe komen om u met een extra bezoek te verblijden: 16 via u zou ik naar Macedonië reizen en vanuit Macedonië weer naar u teruggaan, om vervolgens door u op weg te worden geholpen naar Judea. 17 Was dit inderdaad een lichtvaardig voornemen? Komen al mijn plannen werkelijk voort uit wispelturigheid, zodat ik het ene moment ja zeg en het andere moment nee? 18 Zo waar God trouw is, wanneer ik ja tegen u zeg bedoel ik ook ja, niet nee. 19 De Zoon van God, Jezus Christus, die wij – ikzelf en Silvanus en Timoteüs – aan u verkondigd hebben, was immers ook niet iemand die ja zei en nee bedoelde. Hij belichaamt het ja. 20 In Hem worden alle beloften van God ingelost; en daarom is het ook door Hem dat we amen zeggen, tot Gods eer. 21 Het is God die u en ons Christus als fundament geeft, die ons allen heeft gezalfd, 22 heeft gewaarmerkt als zijn eigendom en als voorschot de Geest in ons hart gegeven heeft. (NBV21)
Paulus heeft nog wat uit te leggen. Wij moeten dat wel herkennen. Wij vragen onze politici toch ook zo vaak waarom ze het een beloven en het andere doen. Soms zijn daar gegronde redenen voor maar vaker blijven tegenstanders politici beschuldigen van onbetrouwbaarheid ook al is hun gedrag helder en klaar en snappen we allemaal waarom ze iets anders gedaan hebben dan ze hadden gezegd. Met Paulus ging het net zo. Hij had beloofd via Korinthe naar Macedonië te gaan, terug te komen en dan vanuit Korinthe opnieuw naar Macedonië te gaan. Maar ergens is dat plan scheefgelopen, het is in elk geval niet zo gegaan. Nu waren er in Korinthe ook partijen ontstaan. Er waren mensen die het eens met Paulus waren en er waren mensen die hem maar een overdreven mannetje vonden. In zijn eerste brief aan de mensen in Korinthe had Paulus hen gewaarschuwd niet alvast alles op te eten voordat de armen de gelegenheid hadden gekregen ook aan de gezamelijke maaltijd van de gemeente deel te nemen. Je hoort de mensen zeggen dat die Paulus wel hoog van de toren kan blazen, hij weet het allemaal zo goed, maar als het op zijn eigen beloften aankomt dan houdt hij ze niet.
Nu, Paulus begint dat hij zich niet op een of andere hoge staat of autoriteit laat voorstaan maar alleen op het volgen van de God van Israël. Zijn ja is ja en zijn nee is nee. We komen dat in een Evangelie ook tegen als een uitspraak van Jezus van Nazareth die zijn volgelingen oproept om op die manier te handelen. Maar als je dat nu eens niet doet. Moet men je dan direct als onbetrouwbaar bestempelen? Is het niet beter, meer in Christus, om eerst eens naar beweegredenen te luisteren? Uiteindelijk horen we allemaal bij de God van Israël en bij de weg van Jezus van Nazareth. En overal in de Bijbel wordt gesteld dat het de God van Israël is die het oordeel over ons doen en laten toekomt en dat we mogen vertrouwen op zijn genade. Dat oordeel over het doen en laten van iemand komt ons niet toe. Zonder een eerlijk proces, zonder een hoor en wederhoor toe te passen past het ons zeker niet iemand te veroordelen.
Zeker past het niet om iemand een verandering van standpunt of handelen na te dragen als daar openlijk uitleg van is gegeven en verantwoording voor is afgelegd. Zelfs als je het zelf anders zou hebben gedaan moet je uitgaan van de goede bedoelingen als niet uit iets anders kwade bedoelingen blijken. Volgens Paulus is het Jezus van Nazareth die hier ons tot voorbeeld dient, in hem worden alle beloften van God ingelost, hij belichaamt het ja. Welk ja? Het ja tegen mensen die er mogen zijn zoals ze er zijn. Het ja tegen mensen die soms iets anders doen dan ze beloofd hebben. Het ja zelfs tegen mensen die soms fouten maken maar altijd weer opnieuw mogen beginnen. Zo mogen ook wij elke dag opnieuw beginnen met de Weg te gaan van Jezus van Nazareth, als eerste de minste dienen, onze naasten liefhebben als onszelf, die weg mogen we ook vandaag opnieuw gaan.