Jesaja 44:1-8
1 Nu dan, luister, Jakob, mijn dienaar, Israël, dat Ik heb uitgekozen: 2 Dit zegt de HEER, die jou gemaakt heeft en al in de moederschoot gevormd, en die je steeds te hulp komt: Wees niet bang, mijn dienaar Jakob, Jesurun, die Ik heb uitgekozen. 3 Ik zal water uitgieten op dorstige grond, waterstromen over het droge land. Ik zal mijn geest uitgieten over je nazaten en mijn zegen over je telgen. 4 Zij zullen ontkiemen tussen het gras, uitbotten als wilgen langs het water. 5 De een zal zeggen: ‘Ik hoor bij de HEER,’ de ander zal Jakobs naam gebruiken, een derde schrijft op zijn hand: ‘Van de HEER’ en tooit zich met de naam Israël. 6 Dit zegt de HEER, Israëls koning en bevrijder, de HEER van de hemelse machten: Ik ben de eerste en de laatste, er is geen god buiten Mij. 7 Wie is zoals Ik? Laat hij het woord nemen. Laat hij vertellen en aan Mij ontvouwen wat er te gebeuren stond vanaf de dag dat Ik de mensheid schiep, en laat hij onthullen wat er gebeuren gaat. 8 Vrees niet, laat je niet door angst verlammen: heb Ik het je niet vanaf het begin laten horen, heb Ik het je niet aldoor verteld? Jullie zijn mijn getuigen: is er een god buiten Mij, of een andere rots? Ik ken er geen. (NBV21)
We lezen vandaag een belangrijk stukje uit de Bijbel. Shakespeare laat in een van zijn toneelstukken de hoofdpersoon zeggen dat er meer is tussen hemel en aarde. Een uitspraak die vaak wordt geciteerd. Er is toch altijd wel iets dat boven ons uit gaat en dat invloed uitoefent op ons leven zonder dat wij dat door hebben. Sommigen noemen dat God, anderen komen niet verder dan “iets” De Bijbel leert ons iets anders. Er is niets tussen hemel en aarde. In alle Bijbelboeken die voor het gedeelte staan dat we vandaag lezen gaan de schrijvers er nog van uit dat er misschien wel andere goden zijn, maar dat de God van Israël de sterkste is en de baas is over alle goden. In de ballingschap zijn de Israëlieten er achter gekomen dat het anders zit. Er is maar één God, de God van Israël, alle andere goden, machten en krachten, zijn verzinsels. Die God van Israël oefent ook geen macht uit over mensen zonder dat ze het merken. Met die God van Israël zijn afspraken te maken, hij heeft richtlijnen gegeven voor een menselijke samenleving en je kunt afspreken je samenleving volgens die richtlijnen in te richten.
Je hoeft dan ook niet duidelijk te maken dat je in tegenstelling tot de aanhangers van andere goden bij de God van Israël hoort. Dat is vanzelfsprekend, er is immers geen andere God. In die richtlijnen die het volk Israël gekregen heeft staat het advies aan het volk om de richtlijnen op te schrijven en aan de deurpost van je huis te timmeren, ja aan een band te bevestigen die je om je hoofd draagt of in de hoekdraden te verwerken van de mantel die je draagt. Tot op de dag van vandaag kun je de Joden tegenkomen die dat ook werkelijk doen. Het gaat dus om die richtlijnen, niet om bij welke godsdienst je hoort. Paulus zal later aan zijn gemeenten schrijven dat hij hoopt dat die richtlijnen in je hart worden opgeschreven. Heb uw naaste lief als uzelf is de samenvatting van de richtlijn waarmee je niet alleen de God van Israël eer bewijst maar ook de wereld een stukje beter maakt. Als iedereen op de wereld volgens die richtlijn zou leven dan wordt de wereld zo mooi dat God zelf op deze wereld zal willen gaan wonen.
Dat er één God is en dat al die andere goden waar mensen over spreken niet bestaan is ook in onze dagen belangrijk. Wij mensen hebben immers allemaal een verschillend beeld van die ene God. Die God openbaart, doet zich kennen, zich aan mensen zoals mensen dat nodig hebben. Of men de God van Israël volgt of zelf een eigen god geschapen heeft is alleen aan de gevolgen voor de samenleving te merken. Aan de vruchten herkent men de boom. Als mensen anders praten over hun God dan dat je gewend bent wil dus nog lang niet zeggen dat ze niet in dezelfde God geloven. Dat oordeel kunnen wij mensen niet over een ander vellen. Alleen als de god van die ander zogenaamd alleen zijn aanhangers wil laten leven en iedereen die anders spreekt over zijn geloof dood wil laten maken kunnen we zeggen dat er sprake moet zijn van een niet bestaande afgod. De God van Israël is immers tegen het doden van mensen, het niet doden van mensen is één van zijn belangrijke richtlijnen. Verder mag iedereen mee doen aan het inrichten van de samenleving volgens zijn richtlijnen. Alleen al door elke dag opnieuw te beginnen met de naaste lief te hebben als jezelf. Ook vanmorgen weer.