Ren als de atleet die wint.

1 Korintiërs 9:15-23

Inburgeren is het slagwoord in onze samenleving. En als je niet wilt en onze samenleving nodig hebt dan wordt je wel gedwongen. Natuurlijk is het goed dat we ons best doen om iedereen bij de samenleving te betrekken, maar om alles op te geven wat je vanouds naar ons land hebt meegenomen is misschien te veel gevraagd. Paulus stelt zich anders op bij het werven van burgers voor zijn nieuwe Koninkrijk. Hij past zich aan aan de mensen die hij wil werven. Die mensen hoeven dan ook niet iets op te geven maar moeten alleen voortaan samen willen doen, samen werken, samen leven en samen delen. Voor Paulus geldt alleen de Wet van Christus, van de Bevrijder dus, en die Wet kennen we: heb Uw naaste lief als uzelf. Die Wet zou ook het uitgangspunt voor het inburgeren moeten zijn. Niet de dwang, niet de afwijzing van gewoonten, cultuur en godsdienst. Niet de veroordeling van mensen, het verdachtmaken van mensen en de dwang om hetzelfde te worden als jij bent, niet iedereen hoeft het haar toch te blonderen en moet zijn vrouw slaan. Nee een echte uitnodiging om samen vorm te geven aan een zich vernieuwende samenleving moet voldoende zijn om mensen aan te sporen daaraan mee te gaan doen. Dan moet je dus net als Paulus bereid zijn om je eigen gewoonten, je eigen cultuur, je eigen achtergrond, ondergeschikt te maken aan het uiteindelijk doel, die nieuwe samenleving, dat nieuwe Koninkrijk waar die bevrijdende wet geldt. Ondergeschikt maken is dan niet afschaffen of vergeten. Paulus was een gestudeerde Jood, onderworpen aan de Joodse Wetten en tegelijk was hij een Romeins staatsburger met de rechten en plichten van een echte Romein, bovendien niet geboren in Israël of Rome. Die verschillende posities maakten hem zeer geschikt om de brug te slaan die nodig was voor de verbreiding van het Evangelie, maar hij gaf ze niet op. De liefde voor mensen en het verlangen mensen te betrekken bij dat grootse nieuwe avontuur maakt echter dat niet hijzelf belangrijk is maar dat de mensen belangrijk zijn. Als zendeling, als apostel maakt Paulus zich ondergeschikt aan zijn zending.  Paulus spiegelt zich daarbij aan sporters en weet dat hij voor de eeuwigheid werkt. Maar wel zo intensief als een sporter die wil winnen. Alles bij hem is gericht op dat nieuwe Koninkrijk. Is ook onze arbeid, in welke zin dan ook, gericht op de komst van dat Koninkrijk? Brengen we met al onze inspanningen dat Koninkrijk een beetje dichterbij? Mogen wij op de dankdag komend najaar dankbaar zijn voor het vermogen in vrede te delen met de vreemdelingen in ons midden? Zijn er minder armen omdat wij onze handen naar hen hebben uitgestoken? Is er minder strijd en oorlog omdat wij vrede hebben gebracht? Het gaat Paulus er niet om zijn spelregels aan anderen op te leggen. Het gaat om het Koninkrijk van Jezus van Nazareth. Dat Koninkrijk van Samen Werken, Samen Leven en Samen Delen. Dat we daar ons werk, onze inspanningen en onze energie voor inzetten mogen we bidden. Zoals de hardloper een gebed spreekt voor de start. Dan weten we dat we de komende tijd een Koninkrijk te winnen hebben.

Plaats een reactie