Ze wisten wie Hij was.

Marcus 1:29-38 29 Toen ze uit de synagoge kwamen, gingen ze rechtstreeks naar het huis van Simon en Andreas, samen met Jakobus en Johannes. 30 Simons schoonmoeder lag met koorts in bed, en ze spraken met Jezus over haar. 31 Hij ging naar haar toe, pakte haar hand vast en hielp haar overeind. Toen verliet … Lees meer

De heilige van God.

Marcus 1:21-28 21 Ze kwamen in Kafarnaüm, en op de eerstvolgende sabbat ging Jezus naar de synagoge en onderwees er de mensen. 22 Ze waren diep onder de indruk van zijn onderricht, want Hij sprak hen toe als iemand met gezag, en niet zoals de schriftgeleerden. 23 Op dat moment was er in de synagoge … Lees meer

Een tortelduif

Leviticus 12:1-8 1 De HEER zei tegen Mozes: 2 ‘Zeg tegen de Israëlieten: “Wanneer een vrouw een kind baart en het is een jongen, blijft ze zeven dagen onrein; ze is dan op dezelfde manier onrein als tijdens haar menstruatie. 3 Op de achtste dag moet het kind besneden worden. 4 Daarna duurt het nog … Lees meer

Ik verpletterde hen

Psalm 18:26-51 26 U bent trouw voor de trouwe, volmaakt voor de volmaakte, 27 zuiver voor de zuivere, maar voor de sluwe ongrijpbaar. 28 U bent de redder van het vertrapte volk, wie zich hoog wanen, brengt U ten val. 29 U benthet die mijn lamp doet schijnen, U, HEER, mijn God, verlicht mijn duisternis, … Lees meer

Mijn reine handen

Psalm 18:1-25 1 Voor de koorleider. Van David, de dienaar van de HEER. Hij sprak de woorden van dit lied tot de HEER toen de HEER hem aan de greep van zijn vijanden had ontrukt, ook aan die van Saul. 2 Hij zei: Ik heb U lief, HEER, mijn sterkte, 3 HEER, mijn rots, mijn … Lees meer

De zon van de gerechtigheid

Maleachi 3:19-24 19 Die dag zal zeker komen, brandend als een oven. Wie hoogmoedig zijn of wie zich goddeloos gedragen, zullen dan slechts stoppels zijn die door de hitte van die dag worden verschroeid-zegt de HEER van de hemelse machten. Geen wortel of tak zal er van hen overblijven. 20 Maar voor jullie die ontzag … Lees meer

Harde woorden

Maleachi 3:13-18 13 Jullie hebben tegen elkaar harde woorden over Mij gesproken-zegt de HEER -,en jullie vragen: ‘Wat hebben we dan over U gezegd?’ 14 Jullie hebben gezegd: ‘Wat heeft het voor nut om God te dienen, wat hebben we eraan dat we zijn voorschriften in acht nemen en ons in een boetekleed hullen voor … Lees meer

Rechtvaardig en eerlijk

Psalm 111 1 Halleluja! Ik wil de HEER loven met heel mijn hart in de grote kring van oprechten. 2 Machtig zijn de werken van de HEER, wie ze liefheeft, onderzoekt ze. 3 Zijn daden hebben glans en glorie, zijn rechtvaardigheid houdt stand, voor altijd. 4 Hij stelde een gedenkdag in voor zijn wonderen, genadig … Lees meer

Eben-Haëzer.

1 Samuel 7:2-17 2 Er verstreek geruime tijd vanaf de dag dat de ark naar Kirjat-Jearim was overgebracht, wel twintig jaar. Steeds meer Israëlieten klaagden hun nood bij de HEER. 3 Ten slotte sprak Samuel het volk als volgt toe: ‘Als het u werkelijk ernst is terug te keren naar de HEER, doe dan de … Lees meer

De grote steen in de akker

1 Samuel 6:13–7:1 13 In de vallei van Bet-Semes waren mensen bezig met de tarweoogst. Toen ze plotseling de ark zagen aankomen, waren ze bijzonder blij die te zien. 14 Op de akker van Josua, een van de inwoners van Bet-Semes, kwam de wagen bij een grote steen tot stilstand. Ze hakten de wagen tot … Lees meer

Gouden gezwellen

1 Samuel 6:1-12 1 De ark van de HEER was intussen al zeven maanden op Filistijns grondgebied. 2 Nu riepen ze ook de priesters en de waarzeggers erbij en legden hun de vraag voor: ‘Wat moeten we doen met de ark van de HEER? Hoe kunnen we hem het beste terugsturen?’ 3 Het antwoord luidde: … Lees meer

Iedereen kreeg gezwellen.

1 Samuel 5:1-12 1 De ark van God, die bij Eben-Haëzer door de Filistijnen was buitgemaakt, werd overgebracht naar Asdod. 2 Ze namen de ark op, brachten hem naar de tempel van Dagon en zetten hem daar naast het godenbeeld neer. 3 De volgende morgen zagen de inwoners van Asdod dat Dagon voorover was gevallen … Lees meer