Genesis 44:1-13
Beschuldigd worden van iets dat je niet hebt gedaan is een van de ergste dingen die je kan overkomen. Je moet er toch niet aan denken dat je een aantal jaren in de gevangenis zit voor een ernstig misdrijf dat een ander heeft gedaan. Soms gebeurd het, ook in onze samenleving. Er zijn verschillende voorbeelden van. Om de jeugd te waarschuwen voor dat wat kan gebeuren en hen er van bewust te maken dat er oplettende en kritische mensen nodig zijn om onschuldigen uit de gevangenis te bevrijden gaan een paar slachtoffers binnenkort scholen langs om leerlingen te vertellen wat hen is overkomen. Het kan levens verwoesten. Niet alleen overigens door een ten onrechte opgelegde gevangenisstraf te ondergaan. Zelfs een beschuldiging kan al genoeg zijn om iemand voor het leven te doen lijden. Vooral slachtoffers van valse aangiften van zedenmisdrijven hebben hiervan te lijden. Soms midden in de nacht van hun bed gelicht en in een cel geworpen, soms zelf gedwongen te bewijzen dat ze het niet gedaan kunnen hebben, moeten ze weken en maanden de beschuldigende vinger van justitie en hun omgeving naar zich gewezen weten. Als je net als de broers van Jozef de beschuldiging te erg voor woorden vindt dan is het des te meer pijnlijk. De broers van Jozef kunnen zich de misdaad zo weinig voorstellen dat ze aanbieden dat de broer die het gedaan heeft wel gedood mag worden. De hofmeester die door Jozef op onderzoek uitgestuurd was maakt de mogelijke straf maar wat lichter, de dief zal voortleven als slaaf van de hofmeester. Het blijkt de jongste zoon van Jacob te zijn, de Benjamin, de zoon die Jacob zo lang had doen aarzelen zijn zoons naar Egypte te sturen om meer graan te kopen. Nu scheuren de broers hun eigen kleren. Nu gaan ze samen naar Egypte terug. Nu is de verandering echt zichtbaar, eerste scheurden ze de kleren van Jozef en stuurden ze hem alleen naar Egypte. De klap van de onterechte beschuldiging moet hard aangekomen zijn. Maar de broers hebben er van geleerd. Ze zouden ook Benjamin alleen kunnen hebben overgeleverd aan de hofmeester, jammer dan had die Benjamin maar niet zo hebberig moeten zijn. Maar ze staan pal, ze zijn van zijn onschuld overtuigd en gaan gepakt en gezakt weer terug naar Egypte. Dit moet opgehelderd worden en ze kunnen het hun vader niet aandoen opnieuw thuis te komen zonder één van zijn zoons. Dat zou de derde keer zijn, eerst Jozef, toen Simeon en nu Benjamin. Er is een grens aan wat een mens kan verdragen. Zeker bij een onterechte beschuldiging. Ook wij moeten die onterechte beschuldigingen bestrijden. Niet alleen vanwege de onterecht beschuldigden. Bij zedenmisdrijven is het zo dat valse beschuldigingen politie en justitie op hun hoede doen zijn, zoveel dat slachtoffers van echte zedenmisdrijven het gevoel krijgen niet geloofd te worden en zelf te moeten bewijzen wat hen is overkomen. Om die echte slachtoffers recht te doen zullen wij moeten oppassen met de valse beschuldigingen. Let maar eens op je omgeving.