Psalm 74:13-23
De dichter van deze Psalm doet een beroep op de kracht van God die dagelijks te zien is. Er zijn geen monsters meer in de zee. Zelfs in de woestijn ontstaan soms bronnen en beken en vruchtbare stromen. Dag en nacht hebben duidelijke grenzen, de zon en de maan zijn geen goden maar maaksels van die sterke God, de aarde is begrensd, zomer en winter zijn duidelijk te onderscheiden. Had die God, die boven al het denkbare uitgaat, niet ooit een verbond gesloten met Israël? Als zij God liefhadden boven alles en hun naaste als zichzelf zou God hen beschermen. Nu het volk zo vernederd is, moet dat volk, dat leeft in duistere oorden, holen van geweld, niet worden beschermd? Maar moet God echt zelf zijn eigen zaak verdedigen? Als dwazen God bespotten, de tegenstanders razen en vijanden tieren, en je hoort het voortdurend, kun je dan buiten spel blijven? Moet je echt Gods water maar over Gods akker laten lopen? Natuurlijk mag je in een situatie van onderdrukking en geweld een beroep doen op de God die met je meetrekt. Maar dat beroep is een signaal aan alle gelovigen, aan ieder die de naaste lief heeft als zichzelf. God heeft de weg gewezen waarlangs die tegenstanders verslagen kunnen worden, waar de schimpscheuten tot zwijgen kunnen gebracht en het razen van tegenstanders bedwongen kan worden. We vergeten dat nog wel eens. We brengen graag de ellende van een ander bij God en doen er dan verder niks aan. Dan lees je over gebedsmarathons voor de armen in Afrika terwijl de Fair Trade winkels zitten te springen om vrijwilligers. In sommige plaatsen zijn wel gebedsmarathons voor de armen in Afrika maar zijn zelfs geen Fair Tradewinkels. Die armoede komt echt omdat wij onze grenzen sluiten en onze boeren subsidiëren. Die armoede is geen straf van God maar het gevolg van onze hoogmoed. Individueel hoeven we ons er niet schuldig over te voelen, niemand kan er zelf wat aan doen, maar samen moeten we ons schamen, als volk, via parlement en regering kunnen we er juist een heleboel aan doen. Hetzelfde geldt voor de vrede. Voor de val van de muur waren er veel vredesgroepen uit Kerken in ons land die banden aangingen met kerkelijke groepen in het toenmalige Oost-Duitsland. Vanuit de Rooms-Katholieke kerk waren er banden met parochies in Polen. Vanuit die kerken in de DDR kwam het protest tegen de autoritaire regering van de DDR, uiteindelijk leidend tot de val van het communisme. Maar nergens hoor je over contacten tussen groepen mensen in Europa en groepen in Rusland. Terwijl contacten tussen gewone mensen, samen vorm geven aan een wereld van vrede, nu juist een verzekering kunnen zijn voor de vrede. Bidden tot God om vrede en om het lot van de zwakken en de armen betekent dus eerst in beweging komen en zoveel mogelijk mensen meenemen.