Jesaja 56:1-8
Vandaag zingen we mee met een Psalm uit het boek van de Profeet Jesaja. Uit het gedeelte van het boek van de profeet dat ontstaan is na de ballingschap. Toen was er weer de vraag wie er wel en wie er niet bijhoort. Er moest immers opnieuw een samenleving opgebouwd worden nadat het volk zo lang in Babel had gewoond en alles verwoest was. Deze Psalm geeft een beetje een antwoord op de vraag wie er wel en niet bijhoren. Een antwoord dat ook voor ons belangrijk is want ook bij ons speelt dezer dagen de vraag wie er allemaal bij mogen horen in ons land. Deze Psalm is uitstekend mee te zingen op de zondag. Want wij houden niet meer de Sabbat zoals in de Hebreeuwse Bijbel staat voorgeschreven maar die Sabbat vieren wij op de eerste dag van de week om ook te gedenken dat Jezus van Nazareth die wet van de Sabbath vervulde door die door de dood heen vol te houden. Die ene dag in de week waar het niet gaat om het maken van winst en profijt, waar werken en zwoegen en brood verdienen niet centraal staat is in de Bijbel heel erg belangrijk. Het staat er vaak als een maat waarmee je menselijk gedrag kunt meten. Mensen die bereid zijn samen een dag het werken en zwoegen te laten rusten en voor elkaar te zorgen houden meer de Wet van houden van je naaste als van jezelf als mensen die bezig zijn in een vierentwintig uurs economie. De gecastreerde man die geen kinderen kan verwekken, de eunuch, is vruchtbaarder dan iemand die de Sabbat niet in acht neemt. Die eunuch brengt een nieuwe samenleving voort. En ook de vreemdeling die de Sabbat houdt, en daarmee zorgt voor de mensen om zich heen hoort er bij. De mensen die zo handelen kennen geluk, juist ook omdat ze geluk verspreiden. Denk dus niet dat je er niet bij hoort omdat je niet naar een kerk gaat om hallelujah te roepen en je armen in de lucht te steken. Daar gaat het helemaal niet om, ook al denk je dat je op geloofsgebied een dorre boom geworden bent, als je de Sabbat houdt dan vergis je je, dan hoor je er wel bij. Niet dat je niks moet doen op de Sabbat. In het oorspronkelijke gebod staat niet alleen dat jezelf niet mag werken, maar zelfs je dieren mogen niet voor je werken en daar moet je voor zorgen ook. Zorgen voor de ander staat dus voorop bij het rechtvaardig handelen en het handhaven van het recht waartoe deze Psalm oproept. Dan zien je ook de gerechtigheid van God. Dan zie je wat liefde voor anderen tot stand kan brengen. Dat zie je pas als je niet met je eigen winst, je eigen besognes, bezig bent maar volgens het Sabbatsgebod je ogen opent voor de mensen om je heen, voor de minsten op de aarde, en daar op de Sabbat voor aan het werk gaat. Dan kom je in het huis van alle volken, daar merk je dat er nog veel meer zijn bijeengebracht, op de Sabbat van de Heer.