Ezechiël 16:44-52
Hoewel de profeet nog steeds tot een vrouw spreekt en haar verwijt hoe slecht ze wel niet is geweest, gaat het over Jeruzalem. Dat was de stad van de Tempel, de Wet van Liefde en eerlijk delen werd daar bewaard, het was het hart van Israel, het middelpunt van de hele bewoonde wereld. Jeruzalem was ooit veroverd op de oorspronkelijke bewoners van Kanaän door koning David. Maar denk nu niet dat men zich dat in Jeruzalem nog herinnerde. Er was geen enkel verschil tussen de oorspronkelijke heidense stad en de hoofdstad van Israel. Zo moeder zo dochter dus. Men aanbad dezelfde vruchtbaarheidsgoden en stemde de eigen sexualiteit af op wat men zei dat goden zouden willen van mensen. Omdat de inwoners van Jeruzalem ook wel wisten dat juist de liefde tussen twee mensen de sexualiteit zou moeten bepalen en niet wat men denkt dat God of goden zouden willen klinkt het verwijt van de profeet dat ze nog erger zijn dan de inwoners van Sodom. Die hadden immers om de vruchtbaarheid van de vlakte te bewaren sexueel contact willen hebben met de bezoekers van Lot, de neef van Abraham zodat die hetzelfde zaad zouden dragen als de inwoners van Sodom en zo zouden bijdragen aan de vruchtbaarheid van het land. Dit soort redeneringen is volgens de Bijbel voor de God van Abraham Izaak en Jacob een gruwel. Zelfs het idee dat sexueel contact alleen binnen een huwelijk tussen man en vrouw zou moeten plaatsvinden klopt niet met wat de Bijbel hier over zegt. Alleen als twee mensen van elkaar houden dan kan het, dan zal het ook gebeuren en daar heeft niemand zich mee te bemoeien, daar komt geen Priester of Rechter aan te pas, dat blijft tussen die twee mensen. Dat heeft dan ook geen religieuze betekenis, sterker nog, het verbinden van welke religieuze betekenis dan ook aan een sexuele relatie is een gruwel. Het is zo gemakkelijk de verwijten van Ezechiël naar het schijnbare onfatsoen van onze dagen over te planten, maar we moeten niet vergeten dat de Profeet zich beroept op de voorbeeldfunctie die aan Israel was gegeven. Alle volken zouden zich immers ooit naar Jeruzalem moeten richten, maar de God van Israel dult nu eenmaal geen andere goden naast zich. Als in Jeruzalem andere goden worden aanbeden dan zullen de volken van de wereld nooit de Ene aanbidden. En die Ene aanbidden betekent zorgen voor de minsten op de wereld, zorgen dat er overal voldoende voedsel is, dat iedereen mee kan doen, en dat het op de hele wereld vrede is. Het nalopen van de goden van winst en profijt betekent dat het lijden van de kinderen van God doorgaat, dat oorlog en geweld blijven heersen en dat honger en dorst voortduren op de aarde. Daar probeert de profeet inzicht in te geven zodat we het anders kunnen gaan doen, de andere weg gaan bewandelen.