Matteüs 8:23-34
Storm op zee is vanouds een uitermate beangstigend gebeuren. In de Joodse cultuur gold de zee als een sterk symbool voor de dood. Zelfs op een meer kan het gevaarlijk zijn. Het is dan ook geen wonder dat de volgelingen van Jezus buitengewoon bang werden toen ze naar de overkant van het meer voeren en er storm op stak. Maar angst is een slechte raadgever. Vroeger stond er op de brandinstructies die in het warenhuis Vroom en Dreesman hingen: “Paniek is erger dan brand”. Warenhuizen hadden daar ervaring mee, als er brand uitbreekt komen er vaak meer mensen om omdat ze onder de voet worden gelopen of anderzins door de uitgebroken paniek geen uitweg meer zien dan dat er daadwerkelijk door brand of rook omkomen. Jezus maant zijn volgelingen dan ook tot kalmte, en stilt de storm. Het onder ogen zien van de werkelijke situatie, de mogelijkheden onderzoeken is altijd vruchtbaarder dan je laten leiden door angst en teneer te laten slaan door de onmogelijkheden. Is daarom dit verhaal een verhaal van persoonlijke groei? Dat zou gemakkelijk zijn, als jij bang bent en het ongeluk grijpt je ben jij alleen verantwoordelijk. Maar zo zit het niet. Tot de volgelingen van Jezus behoren een aantal ervaren vissers. Zij waren gewend om onder alle omstandigheden het meer te bevaren. Ze weten dan ook wat te doen tijdens de storm. Maar de angst en paniek kunnen totale verlamming tot gevolg hebben. Jezus roept hen tot de werkelijkheid door ze uit te schelden voor kleingelovigen. Wij kunnen elkaar tot de werkelijkheid terug roepen. En twee weten meer dan een. Het vinden van oplossingen is een zaak van samen en niet van alleen, het is een zaak van mogelijkheden verkennen en niet van angst en paniek. Dat wil niet zeggen dat het altijd even gemakkelijk is, dat oplossingen voor de hand liggen, dat het altijd goed af zal lopen, maar er wordt meer mee gered dan bij het ieder voor zich. Maar wat heeft die bootreis nu te maken met varkens? Je hebt van die mensen die zich voortdurend aangevallen voelen. Ze zijn zelf ooit zo erg beschadigd dat ze zich niet meer voor kunnen stellen dat er iemand om hen geeft. Ruzie maken en uitdagen is het enige wat ze nog kunnen. Elke vriendelijke opmerking zullen ze omdraaien tot het een belediging is. Twee van die mensen woonden in het 10 stedenland, een verbond van 10 steden aan de overkant van de Jordaan onder leiding van Damascus. Een onrustig en betwist gebied, tot op de dag van vandaag. Toen Jezus het meer was overgestoken en geland was ontmoetten ze die mensen. Matheus schrijft tenminste dat er twee waren, maar Matheus schrijft bijna overal in zijn boek dat er twee zijn als het belangrijk is. De twee begonnen gelijk te schreeuwen en te dreigen, zich ook te verdedigen, “kom jij ons pijn doen voor het daarvoor tijd is?” zo riepen ze. Jezus was niet beledigd, hij verdedigde zich niet, hij luisterde slechts, want toen uiteindelijk de mannen vroegen of hun gekkigheid in een kudde varkens mocht komen hoefde Jezus slechts “Vooruit” te roepen en de kudde varkens zette zich in beweging en storte zich van een rots, de gekte was over. Varkens zijn immers net zo onrein als die gekkigheid. Je kunt je de schrik van de varkenshoeders wel voorstellen toen hun kudde zich ineens in beweging zette en niet meer te stoppen was.Je zou willen dat in datzelfde gebied vandaag de dag mensen zouden willen luisteren op de manier waarop Jezus naar mensen luisterde. Niet de gekkigheid voorop zetten. Niet zich bijvoorbaat aangevallen voelen, beledigingen beledigingen laten en op zoek gaan naar het goede, het menselijke in de mensen. Er zijn Joden en Palestijnen die dat zouden willen, maar ergens staat ook geschreven dat pas als alle mensen op deze manier met elkaar om zouden willen gaan het daar ook zal lukken. Aan ons dus om er een begin mee te maken.