Leviticus 14:33-47
De geleerden zijn het er in het algemeen over eens dat lang niet alle voorschriften die in een bijbelboek als Leviticus staan ook werkelijk in de woestijn aan Mozes en Aäron zijn gegeven. Pas tijdens de ballingschap in Babel is de definitieve redactie van ook deze bijbelboeken ontstaan, misschien zelfs voor een deel pas na de terugkeer uit de Ballingschap. Toch moet je bewondering hebben voor de zorgvuldigheid waarmee men al heel lang geleden heeft geprobeerd verspreiding van besmettelijke ziekten te voorkomen. Dat heeft ongetwijfeld tot jaloersheid geleid bij autoriteiten die vaststelden dat de gezondheid onder de Joden veel beter was dan bij hun eigen volk. Zorgvuldigheid is dan ook het kenmerk van deze voorschriften. Nauwkeurig staat beschreven wat de Priester moet doen en nauwkeurig staat beschreven hoe een Priester tot een juiste diagnose kan komen waarna ook de behandeling kan volgen. Natuurlijk, alles binnen de stand van de wetenschap zoals die toen gold. We zouden het vandaag belachelijk vinden als de GGD van welke gemeente dan ook op deze manier een huis zou gaan inspecteren. Maar we mogen er blij om zijn als er gemeenten zijn die op grond van de Wet Preventieve Gezondheidszorg een even zorgvuldig gezondheidsbeleid voeren als hier beschreven wordt. De suggestie die door een directeur van een GGD werd gedaan, toen een aantal jaren geleden de Wet in werking trad, om in bestemmingsplannen een paragraaf gezondheid en veiligheid op te nemen wordt waarschijnlijk nergens in Nederland gevolgd. Toch weten we uit onderzoek dat in sommige wijken grotere gezondheidsrisico’s voorkomen dan in andere, toch wijzen inwoners van wijken met grotere gezondheidsrisico’s achteraf vaak terecht naar fabrieken die teveel gif uitstoten of stortplaatsen waar teveel gif in het milieu van die wijk gebracht wordt. Die klachten afdoen met het economisch belang dat er nu eenmaal mee gemoeid is is in strijd met de zorgvuldigheid die de Bijbel in passages zoals we die vandaag lezen voorschrijft. Die zorgvuldigheid zou vragen dat we systematisch en vooraf onderzoeken wat de gevaren zijn van de uitstoot van giftige stoffen, ook gedurende een langere tijd, en de ophoping er van. Die zorgvuldigheid vraagt ook dat we ons afvragen wat te doen met afval en hoe dat zo te verwerken dat vaststaat dat mensen daar niet ziek van kunnen worden. Die zorgvuldigheid vraagt ook dat signalen van buurten en wijken en met name van de gezondheidswerkers daar zeer serieus genomen worden en direct tot diepgaand wetenschappelijk onderzoek leiden. Zoals de Priester de opdracht heeft een huis dat onder verdenking van besmetting stond nauwkeurig te inspecteren heeft een bestuurder de plicht naar elk signaal een gedegen onderzoek te doen instellen. We kunnen onze bestuurders daar aan houden.