Romeinen 2:1-11
Nou kun je wel stoer doen en alle foute zaken veroordelen maar daar kom je niet verder mee. Natuurlijk veroordeel je het gebruik van geweld en het najagen van winst en profijt. Ook het gebruik van jezelf of een ander als object om lust te bevredigen kun je veroordelen en al helemaal het doen of nalaten van sexuele handelingen op grond van een zogenaamd religieus voorschrift. Maar al dat veroordelen brengt je niet verder. Paulus zegt hier zelfs dat dat veroordelen je op het zelfde niveau plaatst als die mensen die dat kwaad hebben gedaan dat je veroordeelt. Dat je die dingen veroordeelt is natuurlijk niet slecht maar dat je de mensen veroordeelt. De onbegrensde goedheid, het geduld en de verdraagzaamheid die de Liefde voor de mensen, dus die God, met zich meebrengt is in dat veroordelen van mensen niet aanwezig. Waar het om gaat is niet om het veroordelen van mensen maar het tot inkeer brengen van mensen. God roept mensen een andere weg in het leven te kiezen.God roept dus ook ons een andere weg te kiezen. Niet veroordelen van mensen om wat ze verkeerd doen, maar houden van mensen ook al doen ze verkeerd en door ze lief te hebben ze op een andere weg te brengen. Als we blijven doorgaan met veroordelen van hen die het verkeerd doen dan worden we hooghartig en arrogant, dan zien we wel de splinter in het oog van de ander maar missen de balk in ons eigen oog. Wie immers zonder ons is zonder zonde? Het gaat ons nog steeds om het goede te doen en niets dan het goede. Maar dat we onszelf niet beter moeten vinden dan een ander hoort er ook bij. Laat andere mensen tot hun recht komen, zoek uit wat hen op de verkeerde weg brengt en probeer ze op de goede weg te brengen. De verkeerde weg voert tot leed en ellende. Paulus wijst er op dat zijn eigen volk, de Joden, de Wet van de Liefde met de paplepel ingeschonken kregen, maar dat doet niet af aan het feit dat iedereen die verkeerd handelt uiteindelijk leed en ellende te wachten staat. Oorlog, leed, pijn in de buik van aandelenverlies, maagzweren van zorgen om het kapitaal en de veiligheid. Mensen die werkelijk willen delen met een ander hebben daar geen last van. Vrede en gerechtigheid wordt gebracht door het goede te doen. Als we onze onrechtvaardige tolmuren zouden weten af te breken en zonder aanziens des persoons zouden weten te delen en eerlijke prijzen zouden willen betalen aan hen die grondstoffen produceren en onze producten zouden weten te maken dan zouden veel oorlogen verdwijnen. Dan zou het veel arme sloebers weerhouden om met gevaar voor eigen leven naar het rijke Europa af te rijzen, want er zouden geen arme sloebers meer zijn. Laten we dus geen mensen veroordelen maar ze brengen tot het goede te doen en niet dan het goede.