Lucas 18:31-43
Het hele Evangelie van Lucas draait om de tocht naar Jeruzalem. Na de geboorte van Jezus van Nazareth wordt deze naar de Tempel gebracht en vanaf het moment dat hij teruggaat met zijn ouders, na de mensen in te Tempel versteld te hebben doen staan van zijn wijsheid, gaat het hele verhaal over de tocht van Jezus naar Jeruzalem. Daar in Jeruzalem ligt immers de Wet waar volgens de prediking van Jezus van Nazareth alles om draait. Heb Uw naaste lief als Uzelf. Maar mensen zien dat niet of willen dat vaak niet zien. Softies die steeds maar opkomen voor hun naaste worden bespot en beschimpt. Jezus van Nazareth zelf zou aan een kruis terecht komen. Hijzelf voorziet al dat het niet goed zou aflopen met iemand die steeds maar het goede doet en niets dan het goede. De leerlingen zien het, nog, niet. Dan moet Jezus van Nazareth hen maar de ogen openen. Hoe werkt dat, oog hebben voor de mensen die dat nodig hebben. Nou het gaat niet alleen om oog te hebben voor mensen in nood maar ook om hen te horen. Langs de kant zit een blinde bedelaar. Die zit te roepen en dat geschreeuw stoort. We kennen dat, van die verwarde mensen in onze binnensteden die stinken, bedelen en soms de mensen naroepen in de hoop tot zwijgen te worden gebracht met een gift. In onze ordelijke maatschappij storen die mensen. Zo horen eigenlijk in een psychiatrische setting heet het maar we kunnen ze niet dwingen. Daarom zijn er speciale teams die de straat op gaan en hen toe moeten zien te leiden naar die psychiatrische hulpverlening. Natuurlijk lukt dat maar matig. Ze willen immers door ons gezien en gehoord worden. Ze willen opgenomen worden in de gemeenschap die wij pretenderen te vormen en niet ze willen niet buitengesloten worden in het hokje van de psychiatrische voorziening. Hun angsten en dromen moeten onderdeel uitmaken van ons leven van alle dag. Dan pas kunnen die angsten leefbaar worden en de dromen vervangen worden door de realiteit. Jezus van Nazareth legde de ordelievende leerlingen het zwijgen op. Hij luisterde naar de man langs de kant van de weg. Het vertrouwen van de man dat het gezien worden door Jezus van Nazareth, een geƫerd en gerespecteerd prediker met een schare volgelingen, hem weer een echte plaats in de samenleving zou geven redde hem. Dat deed hem de ogen openen, daardoor durfde hij weer onder ogen te zien wat er gedaan moest worden. De Liefde voor de minste maakte dat mogelijk. Daarom brachten alle mensen die er om heen stonden hulde aan God. Dat was dus de weg die gegaan moest worden. Altijd zullen er mensen zijn die de roependen langs de kant van de weg het zwijgen op willen leggen, altijd zijn er mensen die de mensen die goed willen doen daar vanaf willen brengen. Maar als we blijven geloven dat het kan, dat het moet, dan zal het waarachtig ook lukken.