Lucas 17:1-10
Een mens wil ook wel eens bedankt worden nietwaar, een schouderklopje zo af en toe maakt dat je blijft weten wat je waard bent. Maar zo langzamerhand nemen we die schouderklopjes en die beloningen zo voor vanzelfsprekend dat het ontbreken er van ons direct doet ophouden met werken. Stank voor dank heet het dan, je doet iets goeds maar je krijgt er niets voor terug. Het is niet de levenshouding die Jezus van Nazareth ons hier voor houdt. In de eerste plaats maken mensen voortdurend fouten. Daar moet je ze niet voortdurend op aanspreken, maar je moet ze de kans geven het de volgende keer foutloos te doen. Dat vraagt soms wel even meer dan zeggen dat je ze vergeeft. Soms moet je uitleggen wat er fout was en wat er anders zou kunnen maar dan moeten ze weer een nieuwe kans krijgen. Vergeven heet dat proces. Vergeven is dus niet van zand er over, voor vergeven zijn er twee nodig, een die de kans geeft en een die de kans te baat wil nemen. Maar wat dan als er weer een fout wordt gemaakt? Dan moet je weer vergeven zegt Jezus van Nazareth, zeven maal als dat nodig is. En zeven is het heilige getal, dus niet vergeven van 1,2,3,4,5,6,7, maar net zo lang tot het volmaakt is, tot het goed gaat en de fouten niet meer gemaakt worden. Met eindeloos geduld dus. Je wilt immers zelf ook geen fouten maken? Je bent zelf immers ook blij als iemand je de kans geeft het weer goed te gaan doen als je een keer de fout ingegaan bent? Je hoop toch ook steeds weer de kans te krijgen het op de goede manier te doen? Daarom is het dat als je je naaste net zo liefhebt als jezelf je telkens opnieuw samen met de die ander er aan werkt de fouten te herstellen en in plaats van het verkeerde het goede te doen, tot het volmaakt is. Jezus van Nazareth wijst er op dat de beste houding die van de knecht is. Die klopt zich niet op de borst, verwacht geen andere beloning dan die welke is afgesproken, die hoeft niet iets extra te krijgen maar zal zeggen dat enkel en alleen de plicht is gedaan. “We deden wat we moesten doen” horen we zelfs de helden uit de oorlogen van onze dagen zeggen, de gewonden uit Afghanistan, de in de steek gelaten soldaten uit Srebrenica. Net als de veteranen uit de Tweede Wereldoorlog die Europa bevrijd hebben van wrede tyranie. Ze deden slechts wat nodig was voor mensen in nood. In die houding mogen we ons dag in dag uit oefenen. We kunnen niet de hele wereld op onze schouders nemen maar samen kunnen we veel. We kunnen aandacht blijven vragen voor kinderen in gevangenissen, voor vluchtelingen die hier door onze overheid worden bedreigd, voor de slachtoffers in Darfur. Binnenkort begint voor die laatsten een grote TV aktie. Laten we tenminste kennis nemen van de onvoorstelbare humanitaire ramp die daar plaats vindt en stem geven naar onze politici en hen aan het werk zetten, omdat het nodig is.