Zoals de Vader het mij verteld heeft

Johannes 12:37-50
 
Je gelooft het of je gelooft het niet. Als je niet gelooft dan moet je het zelf weten. Of dat goed of slecht is dat merk je later wel. Zo ongeveer moeten we de woorden van Jezus van Nazareth verstaan. Je kunt in elk geval altijd mee gaan doen in zijn verhaal en zijn weg volgen om er een betere wereld van te maken. In de tijd waarover het Evangelie van Johannes verteld was er nogal wat verwarring. Er wordt verteld van heel veel mensen die mee wilden gaan doen en er waren mensen die er niks van moesten hebben. Dan was er nog een derde groep die best wel mee zou willen doen maar daar niet voor uitkwam. Die groep herkennen we wellicht. Uitkomen voor het geloof in de boodschap van Jezus van Nazareth, in die God die zijn volk ooit in de Woestijn had leren kennen, is niet eenvoudig. Je loopt de kans bespot en uitgelachen te worden en in het ergste geval uitgestoten te worden als een wereldvreemde zonderling.

Nu zijn er veel manieren om voor je geloof uit te komen. Je kunt de hele dag vrome Jezusversjes lopen te zingen en Bijbelteksten citeren. Of mensen veroordelen waarvan jij denkt dat ze Gods naam ijdel gebruiken, mensen veroordelen die dingen doen waarvan jij denkt dat God ze verboden heeft Of je kunt doen wat Jezus van Nazareth zijn volgelingen had opgedragen. Die eerste manier maakt je niet geliefd bij de mensen, de tweede maakt dat mensen je gaan haten. Maar wat veel erger is, het is ook nog tegen hetgeen de Bijbel ons verteld over wat er van ons verwacht wordt. Jezus van Nazareth droeg zijn leerlingen op om de zieken op te zoeken, gevangenen te bezoeken, hongerigen te voeden, naakten te kleden, bedroefden te troosten, recht en gerechtigheid te zoeken en je naaste lief te hebben als je zelf. Zelf deed hij ons dat voor en riep voortdurend dat het niet om hem ging maar om zijn Vader.

Hij wilde niet aanbeden worden, vandaag lezen we dat nog eens duidelijk, maar hij wilde dat God in de daden van mensen aanbeden wordt. En pas als je in staat bent die weg te volgen kun je anderen uitnodigen ook op die weg mee te gaan. Samen zorgen voor zieken, samen gevangenen bezoeken, samen de hongerigen voeden en de naakten kleden, samen de bedroefden troosten, samen recht en gerechtigheid zoeken. Hoe meer mensen daar aan mee doen hoe groter het Koninkrijk van God. Daar hoef je niemand bij de veroordelen, laat ze maar meedoen, en doe het ze voor. Uiteindelijk ontstaat dan een samenleving waarin vluchtelingen en vreemdelingen welkom zijn, waar er geen vrouwen meer gedwongen werken in de seksindustrie, waar kinderen passend onderwijs krijgen, passend bij hun handicap, waar gehandicapten een persoonsgebonden budget krijgen om zelfstandig mee te kunnen doen, waar de honger in de wereld wordt bestreden en waar recht en gerechtigheid heersen. Dan breken een nieuwe hemel en een nieuwe aarde in onze geschiedenis door.

Plaats een reactie