Deuteronomium 21:1-9
Â
Ziet U ze al staan? De burgemeesters en de wethouders van de gemeenten in ons land die blijven zitten met een onopgeloste moord? Samen een koe slachten? Ze zouden moeten boeten, vergeving vragen voor een samenleving waarin zoiets kan voorkomen. Een stiekume moord, waarbij de dader onopgemerkt bleef. Natuurlijk hoeven de bestuurders van de stad niet bestraft te worden. Maar er zijn steden in ons land die toch een grote kudde rundvee kwijt zouden zijn als het stadsbestuur voor elke onopgeloste moord een rund zou moeten offeren. Is het ook reeël zoiets te vragen? Deuteronomium schrijft het voor en in de samenleving waarin die wet geschreven is kwam een onopgeloste moord waarschijnlijk toch heel wat sneller voor als bij ons. Wij hebben een opsporingsapparaat met wetenschappelijke methoden en communicatiemiddelen waar ze toen zelfs niet van konden dromen. Toch is er alle aanleiding om te blijven zeuren over onopgeloste moorden.
De mensen die in een kleine stad in Nederland op een zonnige morgen een plaatselijke caféhouder zagen doodschieten voor de deur van de openbare bibliotheek kijken daar in de buurt nog steeds schichtig over hun schouder. De dader is nooit gevonden. De plaatselijke burgemeester, die het beheer heeft over het politiekorps, roept sinds die tijd dat de politie nog steeds op zoek is. Maar wie was verantwoordelijk voor het klimaat waarin zoiets kan groeien in een samenleving? Daar legt dit Bijbelverhaal de vinger op een hele zere plek. In ons land werd er gepleit voor gemeentelijke boetes voor kleine overtredingen. Door rood licht lopen of fietsen, hondepoep op straat laten liggen, fietsen in het voetgangersgebied in de stad. Allemaal overtredingen waarbij heel vaak volwassen mensen het verkeerde voorbeeld geven aan opgroeiende jeugd. Juist door mensen ook die het hardst klagen over onveiligheid en overlast.
Maar ook is er die oproep aan de politiek om eens bij voedselbanken te gaan kijken. De zwervers moeten van straat, maar hoe komt iemand tot zwerven? Een samenleving waarin ieder maar doet wat goed is in eigen ogen en niemand zorgt voor de zwaksten in de samenleving glijdt langzaam af naar een samenleving waarin de daders van moorden ongemerkt weg kunnen komen.Onze jongeren moeten in kazernes worden weggestopt om dicipline geleerd te worden, maar werkgevers kunnen iedereen blijven weigeren op basis van de achternaam of de kleur van de ogen. Misschien wordt het toch eens tijd om de bestuurders af en toe te laten boeten. In het land dat de God van Israël ons wilde geven vloeide het over van melk en honing. Daar zou geen misdaad zijn was de bedoeling. Wij bestrijden nog steeds de symptomen, de verschijnselen achteraf, maar we komen steeds minder toe aan de oorzaken, dat wat vooraf gaat aan een misdrijf. Daar roept de God van Israël ons juist toe op. Daar aandacht aan schenken kan iedereen, elke dag opnieuw, ook vandaag.