Spreuken 27 : 1-6
Er is een heel oud tijdschrift waarin mensen die niet zoveel met het geloof hebben wordt uitgelegd waar het in het geloof volgens de Protestantse Kerk nu eigenlijk om gaat. Dat tijdschrijft heet “de Open Deur”. Dat is natuurlijk niet genoemd naar de voor de hand liggende uitspraken uit het boek Spreuken, zoals we er vandaag weer een aantal tegenkomen, maar het is genoemd naar de deur van de PKN kerken die altijd voor iedereen open staan en waar iedereen gerust mag vragen waar het in die kerken eigenlijk om gaat. Toch is het niet zo vreemd dat je dan voor de hand liggende uitspraken tegenkomt, want wat in de Kerk het Evangelie wordt genoemd ligt niet in de hemel of aan de andere kant van de zee maar het ligt voor de hand, voor het grijpen als het ware. Het gaat over het liefhebben van je naast als van jezelf.
En als je dat in gedachten houdt dan zijn ook de open deuren uit het boek Spreuken ineens te begrijpen en richting aanwijzers voor het gewone alledaagse leven met andere mensen. Natuurlijk weet niemand echt wat er morgen nu weer zal gebeuren. Maar als je let op wat mensen vandaag overkomt en je steekt daarbij een hand uit dan is wat morgen allemaal kan gebeuren ineens niet zo belangrijk meer. Vandaag vrede stichten, vandaag hongerigen voeden, vandaag bedroefden troosten, vandaag recht doen aan mensen is veel belangrijker dan de vraag wat voor weer het morgen weer zou kunnen worden. En of je daarvoor geprezen wordt is ineens ook niet meer zo belangrijk, belangrijker is het of het goed gaat met die anderen.
Je weet natuurlijk best dat het geen zin heeft om je te ergeren aan het gewicht van stenen of van zand, dat doe je dus in het algemeen ook niet. Maar dwazen die zichzelf belangrijker vinden dan een hand uitsteken naar mensen die een uitgestoken hand nodig hebben kunnen behoorlijk ergerlijk zijn. Je er kwaad om maken heeft ook niet veel zin, woede maakt nu eenmaal, net als drank, meer kapot dan je lief is. Maar je kunt best eens jaloers zijn op mensen die er zich zo gemakkelijk van af kunnen maken en daar schijnbaar nog plezier aan beleven ook.
Mensen die hun best doen willen het eigenlijk ook altijd beter kunnen doen. Daarom mag je blij zijn dat er mensen in je omgeving zijn die zeggen wat je goed doet maar ook wat je beter zou kunnen doen. Als ze je laten aanmodderen omdat ze je niet willen kwetsen dan houden ze het verkeerde in stand en staan ze het goede in de weg. Daar moet je zelf ook op letten als je kritiek hebt, zwijg niet maar probeer het samen met de ander tot iets beters te maken, want het verwijt van een echte vriend is oprecht. En slijmen vindt niemand prettig nietwaar. Zo kunnen we ook vandaag kleine stapjes zetten op weg naar een betere wereld, want elke stap die we zetten is er één vooruit.