Johannes 2:1-12
1 Op de derde dag was er een bruiloft in Kana, in Galilea. De moeder van Jezus was er, 2 en ook Jezus en zijn leerlingen waren op de bruiloft uitgenodigd. 3 Toen de wijn bijna op was, zei de moeder van Jezus tegen Hem: ‘Ze hebben geen wijn meer.’ 4 ‘Vrouw, wat wilt u van Me?’ zei Jezus. ‘Mijn tijd is nog niet gekomen.’ 5 Daarop sprak zijn moeder de bedienden aan: ‘Doe maar wat Hij jullie zegt, wat het ook is.’ 6 Nu stonden daar voor het Joodse reinigingsritueel zes stenen watervaten, elk met een inhoud van twee à drie metrete. 7 Jezus zei tegen de bedienden: ‘Vul de vaten met water.’ Ze vulden ze tot de rand. 8 Toen zei Hij: ‘Schep er nu wat uit, en breng dat naar de ceremoniemeester.’ Dat deden ze. 9 En toen de ceremoniemeester het water dat wijn geworden was, proefde – hij wist niet waar die vandaan kwam, maar de bedienden die het water geschept hadden wisten het wel – riep hij de bruidegom 10 en zei tegen hem: ‘Iedereen zet zijn gasten eerst de goede wijn voor en als ze dronken zijn de minder goede. Maar u hebt de beste wijn tot nu bewaard!’ 11 Dit heeft Jezus in Kana, in Galilea, gedaan als eerste teken; Hij toonde zo zijn grootheid en zijn leerlingen geloofden in Hem. 12 Daarna ging Hij naar Kafarnaüm, met zijn moeder, zijn broers en zijn leerlingen, en daar bleven ze een paar dagen. (NBV21)
Als we het opschrift van het verhaal van vandaag noemen, “De bruiloft te Kana” dan springen gelovigen en ongelovigen op en roepen “daar werd water in wijn veranderd”. Vanaf de vroegste tijden heeft dit verhaal diepe indruk gemaakt. Helaas om de verkeerde reden, want de verandering van water in wijn is helemaal niet de kern van het verhaal. Want als er een bruiloft is, wie gaan er dan trouwen? Daar heeft het verhaal het niet over. Het gaat ook helemaal niet over twee mensen die met elkaar trouwen. Het gaat over Jezus van Nazareth en zijn optreden en het verhaal is eigenlijk het slot van het verhaal dat we eerder hebben gelezen, de doop, de werving van volgelingen. En dan op de derde dag, dan is er die bruiloft. Die derde dag doet natuurlijk denken aan de dag van de opstanding. Omdat het aan het begin van het Evangelie staat, en niet aan het einde, zijn er veel geleerden geweest die andere verklaringen hebben gezocht. Maar de Bijbel rekent nu eenmaal niet met kalenders en agenda’s, de Bijbel is geen geschiedenisboek, de Bijbel vertelt over wat onze geschiedenis veranderd en het optreden van Jezus van Nazareth heeft de geschiedenis ingrijpend veranderd.
Op het eind van het verhaal van Jezus van Nazareth wordt gezegd dat we de verklaring van alles wat er wordt verteld moeten zoeken in de Hebreeuwse Bijbel. En dat verhaal over dat eerste optreden van Jezus van Nazareth begint met een citaat uit de Hebreeuwse Bijbel. Uit het Grieks vertaalt men het antwoord van Jezus van Nazareth op de mededeling dat er geen wijn meer is met “Mijn tijd is nog niet gekomen”, letterlijk staat er “uw zaak is mijn zaak niet” en dat is een zin uit een verhaal over een moeder en een zoon. De zoon was gestorven en de moeder spreekt daarover de profeet Elia aan, Elia geeft letterlijk hetzelfde antwoord als Jezus van Nazareth hier. Maria zal dat begrepen hebben want ze gaat verder met een ander citaat uit de Hebreeuwse Bijbel als ze tegen de dienaren zegt : “doe maar wat hij jullie zegt, wat het ook is” Het zijn de woorden van de Farao als hij Jozef aanstelt als onderkoning van Egypte. In het verhaal van Elia wordt de zoon weer levend en in het verhaal van Jozef worden de Egyptenaren en de nakomelingen van Jacob gered van de hongerdood. En de bruiloft? Op allerlei plaatsen in de Hebreeuwse Bijbel wordt het verbond tussen God en het volk Israël vergeleken met een bruiloft.
Dit eerste verhaal gaat dus over een feest ter ere van de richtlijn die het verbond bezegelde, heb uw naaste lief als uzelf. Het oude leven, het leven alleen voor jezelf en voor je eigen gewin en genot, moet worden afgewassen, daarvoor zijn de reinigingsvaten. Daar doorheen wordt je geleid als je gaat naar het land dat overvloeit van melk en honing het land Kana-an. Op die manier leven is op zichzelf al een feest, een veel mooier feest dan het wereldse bruiloftsfeest waarop iedereen zich bedrinkt en vol laat lopen. Jezus van Nazareth is geen tovenaar die met een toverstokje boven vaten met water staat te zwaaien. Dat willen veel predikers en zogenaamde evangelisten de mensen graag laten geloven. Jezus van Nazareth gaat ons voor op de Weg van de God van Israël, door het water waar ons oude leven wordt afgewassen naar het nieuwe leven van breken van brood en delen van de beker met wijn, het leven na de opstanding uit de dood. Een leven dat we elke dag opnieuw mogen beginnen als we om ons heen kijken en ons leven in dienst stellen van de liefde voor de minsten in onze samenleving. Dat mag dus ook vandaag weer, daarmee maken we ook vandaag tot een feestdag.