Genade zij u en vrede

Filemon 1-14

Vandaag beginnen we te lezen in het meest persoonlijke briefje dat in de Bijbel is opgenomen. Een klein briefje eigenlijk ook. Van de een aan de ander. Zoiets als de brief van Lubbers aan Verhagen met de oproep op te houden met onderhandelen met de PVV. Dat was een open brief en ook de brief aan Filemon is geadresseerd aan meer dan de ene man om wie het uiteindelijk gaat, Filemon. Ook zijn vrouw Apfia en de collega van Paulus  Archippus worden aangesproken en de gemeente die bij Filemon aan huis samenkomt. Vers 3 is de groet die tot op vandaag de dag in veel kerken is te horen bij het begin van de kerkdient. Daarmee begroet de voorganger de gemeente en treed zo in de voetsporen van de apostelen door in de voetsporen van Paulus te treden. In de kerk wordt immers nog steeds datzelfde Evangelie verkondigd dat ook Paulus en de andere apostelen verkondigden. Maar Paulus noemt zich in deze brief geen apostel, hij noemt zich gevangene. De Nieuwe Bijbelvertaling heeft hier “omwille van Christus vertaald” omdat tegenwoordig aangenomen wordt dat Paulus het briefje in gevangenschap heeft geschreven. Vorige vertalingen vertaalden met gevangene van Christus, daarmee aangevend dat de boodschap uit het briefje heel erg ook van Jezus van Nazareth komt. De geadresseerden zijn goede bekenden van Paulus en staan ook als erg gelovig bekend. Ze horen echt bij de jonge Christengemeenschap die zich in het Romeinse Rijk aan het vormen is. Daarom neemt Paulus aan dat een bevel niet nodig is en dat hij in deze zaak met een verzoek kan volstaan. Het gaat om de slaaf Onesimus. Die heeft zich bij Paulus bekeerd tot het Christendom maar het was een slaaf van Filemon. Dus kun je tussen de regels door lezen dat het een ontvluchte slaaf was, kennelijk weggelopen om aan een straf te ontkomen. Hij was immers niet van nut. Nu moest een onvluchte slaaf direct ter dood worden gebracht. Anders konden slaven altijd wel vluchten. Nee slaven moesten op hun plek blijven anders koste het hun leven. Paulus trekt zich hier niks van aan. Slaven zijn mensen en mensen moeten bevrijd worden van de slavernij, de God van Israël had immers de slaven uit Egypte geleid en die bevrijding zou door Jezus van Nazareth iedereen ten deel vallen. Waarom ook niet de slaaf Onesimus? Een goede vraag. Protestantse slavenhouders in het zuiden van de Verenigde Staten verboden dan ook de bekering van slaven, ze zouden dan bevrijd moeten worden en dat konden ze niet hebben. Paulus pakt het subtiel aan en overlegt met Filemon. Wij moeten leren dat, ook al gaat in tegen onze zeden en gewoonten, we een ander als broeder moeten blijven zien. Uitsluiten, verguizen, wegsturen is er niet bij. Wie zich onder ons bevindt is onze broeder en zuster, dat is het kenmerk van het Koninkrijk van God waarin we willen werken en waaraan we vorm willen geven, getuige van willen zijn. Dat zullen we dus ook vandaag weer waar moeten maken, en gelukkig heeft God ons daarvoor de Geest gegeven.

Plaats een reactie