Deze woorden van bemoediging

Hebreeën 13: 17-24

Dit slot van de brief aan de Hebreeën maakt dat je bijna zou gaan denken dat de brief door Paulus is geschreven. De hoop om snel bij de gemeente te zijn aan wie de brief is gericht, de opmerkingen over Timoteüs, je vindt vergelijkebare opmerkingen letterlijk terug in brieven waarvan wel vaststaat dat ze van Paulus afkomstig zijn. Van deze brief staat na veel wetenschappelijk onderzoek vast dat die in elk geval niet van Paulus kan zijn. Maar het was in de tijd dat de brief werd geschreven wel vaker gebruikelijk dat een geschrift werd uitgegeven alsof het van een bekende schrijver of denker afkomstig was. Het was de garantie dat het geschrift gezag kreeg en vaker werd gelezen. In onze tijd zou de uitgever er wat meer geld aan verdienen maar dat was in de dagen van het Romeinse Rijk niet het geval. Geschriften moeten worden overgeschreven wilden ze verspreid worden en rijken lieten hun slaven de geschriften overschrijven om aan vrienden en bekenden te geven of te sturen. De jonge Christelijke gemeenten hadden zulke schrijfslaven als lid en daardoor vonden geschriften als deze brief een snelle verspreiding onder de gemeenten. Een groot deel van de brief aan de Hebreeën gaat over de strijd tegen verkeerde invloeden op het denken en geloven van de gemeenten. Dat aan het eind wordt opgeroepen om te gehoorzamen aan de voorgangers is daarom niet zo vreemd. Zij immers hebben en hadden tot taak de gemeente zo voor te lichten dat die zicht kregen en krijgen op het Evangelie van Jezus van Nazareth, de boodschap dat de armen worden bevrijdt en dat we op weg kunnen naar een nieuwe aarde en een nieuwe hemel waar alle tranen gedroogd zullen zijn. Een brief als deze is bemoediging. Net als in de dagen dat de brief werd geschreven is het ook nu zo dat de meerderheid van de mensen denkt dat het allemaal maar flauwekul is dat Christelijk geloof. Er komt immers nooit een betere wereld, zelfs het geld dat opgehaald is voor Haïti of Pakistan verdwijnt in de zakken van de rijken en bereikt maar nauwelijks de armen die het zo hard nodig hebben. En als je aan rampen wil geven kan je wel aan de gang blijven. Dat de Bijbel oproept om inderdaad aan de gang te blijven en je niks aan te trekken van de rijken en de machtigen die het eerlijk delen, het voeden van hongerigen en kleden van de naakten zoals in Pakistan en Haïti zo nodig is, tegenhouden en teniet willen doen horen veel mensen niet. Pas als we in beweging blijven en door blijven gaan met delen, desnoods dwars door de dood heen zoals Jezus van Nazareth, pas dan gaan we op weg naar die nieuwe aarde. De vernedering die daarbij hoort moeten we op de koop nemen, die is nooit groter dan de vernedering die Jezus van Nazareth werd aangedaan. Daarom klinkt het ook vandaag weer dat we door moeten gaan en volhouden.

Plaats een reactie