Weduwen en vreemdelingen doden ze

Psalm 94 1 God van vergelding, HEER, God van vergelding, verschijn in luister. 2 Verhef u, rechter van de aarde, geef de hoogmoedigen hun loon. 3 Hoe lang nog zullen de wettelozen, HEER, hoe lang nog zullen de wettelozen juichen, 4 de onrechtvaardigen het hoogste woord voeren en trotse taal uitslaan? 5 Zij vertrappen uw … Lees meer

Een pleitbezorger voor het welzijn van allen

Ester 9:29-10:3 29 Koningin Ester, de dochter van Abichaïl, stelde samen met de Jood Mordechai een tweede schrijven op om Poerim nadrukkelijk verplicht te stellen. 30 Er werden brieven gestuurd naar alle Joden in alle honderdzevenentwintig provincies van Ahasveros’ koninkrijk, met betuigingen van vriendschap en trouw. 31 Daarin werd de viering van Poerim op de … Lees meer

…en geschenken gaven aan de armen.

Ester 9:24-28 24 Want zo was het gegaan: Haman, de zoon van Hammedata, een nakomeling van Agag en de vijand van alle Joden, had een plan beraamd om de Joden uit te roeien. Hij had het poer, dat wil zeggen het lot, laten werpen om paniek onder hen te zaaien en hen te kunnen uitroeien. … Lees meer

Een dag van feestmalen en feestvreugde

Ester 9:16-23 16-17 Ook de andere Joden, elders in de provincies van het koninkrijk, hadden zich aaneengesloten en hun leven verdedigd. Op de dertiende dag van de maand adar verzekerden zij zich van rust door vijfenzeventigduizend van hun belagers te doden; hun bezittingen echter raakten ze met geen vinger aan. Op de veertiende van die … Lees meer

Hun bezittingen mochten ze buitmaken.

Ester 8:3-17 3 Opnieuw wendde Ester zich tot de koning. Huilend viel ze aan zijn voeten en smeekte hem het verderfelijke plan te verijdelen dat Haman, de nakomeling van Agag, tegen de Joden had beraamd. 4 De koning stak Ester de gouden scepter toe, waarna ze opstond, voor de koning ging staan 5 en zei: … Lees meer

Daar zaten wij treurend

Psalm 137 1 Aan de rivieren van Babel, daar zaten wij treurend en dachten aan Sion. 2 In de wilgen op de oever hingen wij onze lieren. 3 Daar durfden onze bewakers te vragen om een lied, daar vroegen onze beulen: ‘Zing voor ons een vrolijk lied uit Sion.’ 4 Hoe kunnen wij zingen een … Lees meer

Ik trof schurken aan onder mijn volk

Jeremia 5:15-31 15 Israël, ik stuur een volk uit verre streken op je af- spreekt de HEER. Dat volk is taai, dat volk is eeuwenoud, het spreekt een taal die je niet kent, je kunt hun woorden niet verstaan. 16 De pijlkokers van de soldaten, allen onverschrokken strijders, zijn een open graf. 17 Dat volk … Lees meer

Kijk om je heen,

Jeremia 5:1-14 1 ‘Zwerf door de straten van Jeruzalem, vraag na, kijk om je heen, zoek op de pleinen of er iemand is die rechtvaardig handelt, die naar eerlijkheid streeft, dan zal ik Jeruzalem vergeven. 2 Als zij zweren: “Zo waar de HEER leeft, ”plegen zij niets dan meineed.’ 3 ‘HEER, u wilt toch dat … Lees meer

Vernietigen zal ik het niet

Jeremia 4:19-31 19 O bonzend hart! O razend hart! Ik krimp ineen van pijn! Ik kan niet zwijgen, tot in mijn ziel voel ik het hoorngeschal, hoor ik het krijgsgeschreeuw. 20 Ramp op ramp wordt gemeld, heel het land gaat te gronde. Plotseling zijn mijn tenten vernield, onverwacht mijn tentdoeken gescheurd. 21 Hoe lang nog … Lees meer

Wij zouden in vrede leven

Jeremia 4:3-18 3 Want dit zegt de HEER tegen Juda en Jeruzalem: Ontgin nieuw land, en zaai niet tussen de dorens. 4 Laat je besnijden voor de HEER, ontdoe je van de voorhuid van je hart, inwoners van Juda en Jeruzalem. Anders slaat zijn toorn uit als een vuur, een brand die niet te blussen … Lees meer

Kom terug, afvallige kinderen

Jeremia 3:22-4:2 22 Kom terug, afvallige kinderen, ik zal jullie genezen van je ontrouw. Dan zullen jullie zeggen: “Hier zijn we, wij komen bij u terug, want u bent de HEER, onze God. 23 Het is waar, de heuvels zijn een leugen, de bergen een holle klank. Het is alleen de HEER, onze God, die … Lees meer