Naar het onblusbare vuur

Marcus 9:42-50 42  Wie een van de geringen die in mij geloven van de goede weg afbrengt, zou beter af zijn als hij met een molensteen om zijn nek in zee gegooid werd. 43  Als je hand je op de verkeerde weg brengt, hak hem dan af: je kunt beter verminkt het leven binnengaan dan … Lees meer

De minste van allemaal willen zijn

Marcus 9:30-41 30 Ze vertrokken uit die streek en reisden door Galilea, maar hij wilde niet dat iemand dat te weten kwam,  31  want hij was bezig zijn leerlingen onderricht te geven. Hij zei tegen hen: ‘De Mensenzoon wordt uitgeleverd aan de mensen. Die zullen hem doden, maar na drie dagen zal hij uit de … Lees meer

Een vrouw heeft hem gedood

Rechters 9:50–10:5 50 Enige tijd later trok Abimelech op tegen Tebes. Hij belegerde de stad en nam haar in. 51  In het midden van de stad stond een versterkte toren, en daarin namen de burgers van de stad hun toevlucht, zowel mannen als vrouwen. Ze vergrendelden de poort en klommen naar het dak. 52  Abimelech … Lees meer

Kom maar op met je leger

Rechters 9:22-49 22 Drie jaar had Abimelech het in Israël voor het zeggen. 23  Toen zaaide God onenigheid tussen Abimelech en de burgers van Sichem, zodat de burgers van Sichem hun belofte van trouw aan Abimelech braken. 24  Dat was om de moord op de zeventig zonen van Jerubbaäl te wreken op hun broer Abimelech, … Lees meer

Wie hebben ze liever als heerser

Rechters 8:33–9:21 33  Na de dood van Gideon begonnen de Israëlieten opnieuw achter de Baäls aan te lopen. Ze verhieven Baäl-Berit tot god 34  en vergaten de HEER, hun God, die hen had bevrijd van de hen omringende vijanden. 35  Ook bewezen ze de familie van Jerubbaäl niet de verschuldigde dankbaarheid voor al het goede … Lees meer

Hij zal zich over u ontfermen

Deuteronomium 13:7-19 7 Wanneer iemand-uw volle broer, uw zoon of uw dochter, of de vrouw die u bemint, of uw beste vriend-u in het geheim probeert over te halen om andere goden te dienen, goden die u nog niet kende en ook uw voorouders niet, 8 goden van de naburige volken, vlakbij of ver weg … Lees meer

Blijf de HEER, uw God, volgen.

Deuteronomium 12:29–13:6 29  Straks zal de HEER, uw God, voor u de volken uitroeien die nu nog het land bewonen dat voor u bestemd is. Als u het eenmaal in bezit hebt gekregen en er bent gaan wonen, 30  zorg er dan voor dat die volken, die voor u zijn uitgeroeid, niet alsnog uw ondergang … Lees meer

Ga zorgvuldig te werk

Deuteronomium 12:13-28 13  Denk erom dat u geen brandoffers brengt op een willekeurige plaats. 14  Alleen op de plaats die de HEER in een van uw stamgebieden kiest mag u offers brengen en aan uw andere verplichtingen voldoen. 15  Maar verder mag u, naar de mate waarin de HEER, uw God, u zal zegenen, dieren … Lees meer

Vier dan feest

Deuteronomium 12:1-12 1 Dit zijn de wetten en regels waaraan u zich moet houden zolang u leeft in het land dat de HEER, de God van uw voorouders, u in bezit geeft. 2  De volken die u zult verdrijven, vereren hun goden op heuveltoppen en hoge bergen en onder bladerrijke bomen. U moet hun gewijde … Lees meer

Ik zal uw heerser niet zijn

Rechters 8:22-32 22 De Israëlieten zeiden tegen Gideon: ‘U hebt ons bevrijd uit de greep van Midjan. Wees daarom onze heerser, en na u uw zoon, en de zoon van uw zoon.’ 23  Maar Gideon antwoordde: ‘Ik zal uw heerser niet zijn, en mijn zoon zal uw heerser niet zijn, want de HEER is uw … Lees meer

Ze hebben het geweten

4 Ook Gideon was dus met zijn driehonderd manschappen de Jordaan overgestoken om de Midjanieten te achtervolgen, hoewel ze de uitputting nabij waren. 5  Daarom vroeg hij aan de burgers van Sukkot: ‘Ik zit Zebach en Salmunna achterna, de koningen van Midjan. Geef mijn soldaten wat te eten, want ze zijn uitgeput.’ 6  Maar het … Lees meer