Tel de sterren

Genesis 15:1-21 1 ¶  Enige tijd later richtte de HEER zich tot Abram in een visioen: ‘Wees niet bang, Abram: ikzelf zal jou als een schild beschermen. Je loon zal vorstelijk zijn.’ 2 ¶  ‘HEER, mijn God, ‘antwoordde Abram, ‘wat voor zin heeft het mij te belonen? Ik zal kinderloos sterven, en alles wat ik … Lees meer

Hij was een priester van God

Genesis 14:13-24 13 ¶  Dit werd door een vluchteling aan Abram gemeld, die bij de eiken van de Amoriet Mamre woonde, de broer van Eskol en Aner; Mamre en zijn broers hadden met de Hebreeër Abram een bondgenootschap gesloten. 14  Toen Abram hoorde dat zijn neef gevangengenomen was, bracht hij allen op de been die … Lees meer

Lot woonde namelijk in Sodom.

Genesis 14:1-12 1 ¶  Toen Amrafel koning van Sinear was, Arjoch koning van Ellasar, Kedorlaomer koning van Elam en Tidal koning van Goïm, 2  brak er oorlog uit tussen hen en koning Bera van Sodom, koning Birsa van Gomorra, koning Sinab van Adma, koning Semeber van Seboïm en de koning van Bela, het huidige Soar. … Lees meer

Zo gingen ze uiteen.

Genesis 13:2-18 2  Abram was bijzonder rijk: hij had veel vee, zilver en goud. 3  Vanuit de Negev trok hij geleidelijk verder, tot aan Betel, tot aan de plaats tussen Betel en Ai waar zijn tent vroeger al had gestaan 4  en waar hij toen een altaar had gebouwd. Daar riep Abram de naam van … Lees meer

Hij kreeg schapen en geiten, runderen, ezels

Genesis 12:10–13:1 10 ¶  Eens brak er in het land hongersnood uit. Abram trok naar Egypte om daar tijdelijk te gaan wonen, want de hongersnood was zeer zwaar. 11  Toen hij op het punt stond Egypte binnen te trekken, zei hij tegen zijn vrouw Sarai: ‘Luister, ik weet heel goed dat jij een mooie vrouw … Lees meer

Een bron van zegen zul je zijn

Genesis 11:27–12:9 27 ¶  Dit is de geschiedenis van Terach en zijn nakomelingen. Terach verwekte Abram, Nachor en Haran. Haran verwekte Lot; 28  hij stierf nog tijdens het leven van zijn vader Terach, in Ur, een stad van de Chaldeeën, in zijn geboorteland. 29  Abram en Nachor trouwden allebei. Abrams vrouw heette Sarai, Nachors vrouw … Lees meer

Roep de wijze vrouwen bijeen

Jeremia 9:16-25 16  Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Kijk rond, roep de klaagvrouwen, vraag of ze komen, roep de wijze vrouwen bijeen. 17  Zeg: Laten ze zich haasten om voor ons een klaaglied te zingen. Dan vloeien onze tranen, dan baden onze ogen in water. 18  Hoor, er klinkt een klaaglied uit … Lees meer

Hun tong is afgericht op liegen

Jeremia 9:1-15 Ach, had ik maar een nachtverblijf in de woestijn. Ik zou mijn volk verlaten, van hen weggaan.’ ‘Ze zijn allen even trouweloos, het is een bende bedriegers. 2  Ze spannen hun tong als een boog, ze schieten met bedrog en onbetrouwbaarheid. Hun macht in het land neemt almaar toe, ze stapelen wandaad op … Lees meer

Mijn hart is ziek

Jeremia 8:18-23 18  ‘Mijn lach versluiert mijn verdriet, mijn hart is ziek. 19  Uit een ver land schreeuwt mijn volk om hulp: “Is de HEER niet op de Sion, oefent hij daar zijn koningschap niet uit?”’ ‘Waarom hebben ze mij met andere goden getergd, met nietige afgodsbeelden?’20  ‘De graanoogst is voorbij, de fruitoogst is geweest, … Lees meer

Wij zijn wijzen

Jeremia 8:4-17 4  Zeg tegen hen: Dit zegt de HEER: Als iemand valt, staat hij toch op? Als iemand afdwaalt, keert hij toch terug? 5  Waarom blijft dit volk dan dwalen, waarom blijft Jeruzalem ontrouw, houdt het vast aan bedrog, weigert het terug te keren? 6  Ik heb goed naar hen geluisterd-wat ze zeggen is … Lees meer

Ik heb dat nooit geboden

Jeremia 7:29–8:3 29 ¶  Scheer je hoofdhaar af, werp het weg, hef op de kale heuvels een klaaglied aan. De HEER verwerpt en verstoot je, jullie generatie treft hij met zijn toorn.30  De Judeeërs hebben immers gedaan wat slecht is in mijn ogen-spreekt de HEER. Ze hebben de tempel waaraan mijn naam verbonden is, met … Lees meer

Bid niet voor dit volk

Jeremia 7:16-28 16 ¶  En jij, bid niet voor dit volk, kom niet langer met smeekbeden, dring niet bij me aan, want ik zal niet naar je luisteren. 17  Zie je niet wat er in de steden van Juda en de straten van Jeruzalem gebeurt? 18  De kinderen sprokkelen hout, de vaders stoken het vuur … Lees meer