Heb medelijden met ons

Matteüs 9:27-34 27 Toen Jezus van daar verderging, volgden hem twee blinden die luidkeels riepen: ‘Heb medelijden met ons, Zoon van David!’ 28  En nadat hij een huis was binnengegaan, kwamen de blinden naar hem toe. Jezus vroeg hun: ‘Gelooft u dat ik dit kan doen?’ Ze antwoordden: ‘Zeker, Heer!’ 29  Daarop raakte hij hun … Lees meer

Het meisje is immers niet gestorven

Matteüs 9:18-26 18 ¶  Hij was nog niet uitgesproken of er kwam een leider van de synagoge naar hen toe die voor Jezus neerviel en zei: ‘Mijn dochter is zojuist gestorven. Kom alstublieft en leg haar de hand op, dan zal ze weer leven.’ 19  Jezus stond op en volgde hem met zijn leerlingen.20  Plotseling … Lees meer

Gelukkig wie zorgt voor de armen

Psalm 41 1 Voor de koorleider. Een psalm van David. 2 Gelukkig wie zorgt voor de armen;  in kwade dagen zal de HEER hem uitkomst geven,  3 de HEER zal hem beschermen en in leven houden, men prijst hem gelukkig in het hele land. ‘Lever hem niet uit aan zijn vijanden!’ 4 Op zijn ziekbed … Lees meer

Nieuwe wijn in oude zakken

Matteüs 9:9-17 9 ¶  Toen Jezus van daar verderging, zag hij bij het tolhuis een man zitten die Matteüs heette, en hij zei tegen hem: ‘Volg mij.’ Hij stond op en volgde hem. 10  Toen hij thuis aanlag voor de maaltijd, kwam er ook een groot aantal tollenaars en zondaars, die samen met hem en … Lees meer

Terug naar zijn eigen stad

Matteüs 9:1-8 1 ¶  Hij stapte weer in de boot en stak over, terug naar zijn eigen stad. 2  Daar probeerden een paar mensen een verlamde bij hem te brengen die op een draagbed lag. Bij het zien van hun geloof zei Jezus tegen de verlamde: ‘Wees gerust, uw zonden worden u vergeven.’ 3  Daarop … Lees meer

Zijn leerlingen volgden hem

Matteüs 8:23-34 23 ¶  Hij stapte in de boot en zijn leerlingen volgden hem. 24  Plotseling begon het meer enorm te kolken, zodat de boot bijna door de golven werd verzwolgen. Maar Jezus sliep. 25  Ze maakten hem wakker en riepen: ‘Heer, red ons toch, we vergaan!’ 26  Hij zei tegen hen: ‘Waarom hebben jullie … Lees meer

Allen die ziek waren genas hij

Matteüs 8:14-22 14 ¶  Toen Jezus het huis van Petrus was binnengegaan, zag hij diens schoonmoeder met koorts in bed liggen. 15  Hij raakte haar hand aan en de koorts verdween. Ze stond op en begon voor hem te zorgen. 16  Bij het vallen van de avond brachten ze vele bezetenen bij hem. Met een … Lees meer

Mijn slaaf ligt thuis verlamd

Matteüs 8:2-13 2  Er kwam iemand naar hem toe die aan huidvraat leed. Hij wierp zich voor hem neer en zei: ‘Heer, als u wilt, kunt u mij rein maken.’ 3  Jezus strekte zijn hand uit, raakte hem aan en zei: ‘Ik wil het, word rein.’ En meteen was hij gereinigd van zijn huidvraat. 4  … Lees meer

Wie kwaad doet, haat het licht

Johannes 3:14-21 14  De Mensenzoon moet hoog verheven worden, zoals Mozes in de woestijn de slang omhoog geheven heeft, 15  opdat iedereen die gelooft, in hem eeuwig leven heeft. 16  Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig … Lees meer

De wind waait waarheen hij wil

Johannes 2:23”“3:13 23 ¶  Toen Jezus op Pesach in Jeruzalem was, kwamen veel mensen tot geloof in zijn naam, omdat ze de wondertekenen zagen die hij deed. 24  Maar Jezus had geen vertrouwen in hen, omdat hij hen allemaal kende, 25  en niemand hoefde hem iets over de mens te vertellen, want hij wist zelf … Lees meer

God heeft hun geest verdoofd

Romeinen 11:1-24 1 ¶  Dan is nu mijn vraag: heeft God zijn volk soms verstoten? Beslist niet. Ik ben immers zelf een Israëliet, een nakomeling van Abraham, afkomstig uit de stam Benjamin. 2  God heeft zijn volk, dat hij al van tevoren uitgekozen heeft, niet verstoten. Of weet u niet wat de Schrift over Elia … Lees meer