Wie karig zaait, zal karig oogsten.

2 Korintiërs 9:1-14 1 ¶  Eigenlijk hoef ik u niets te schrijven over de collecte voor de heiligen in Jeruzalem, 2  want ik weet dat u bereid bent mee te doen. Daarom kon ik vol trots tegen de Macedoniërs zeggen: ‘Achaje is vorig jaar al begonnen.’ Uw inzet heeft de meesten van hen tot navolging … Lees meer

Er moet evenwicht zijn.

2 Korintiërs 8:1-15 1 ¶  Broeders en zusters, wij willen u niet onthouden wat Gods genade tot stand heeft gebracht in de gemeenten van Macedonië: 2  ze zijn door ellende zwaar op de proef gesteld, maar vervuld van een overstelpende vreugde en ondanks hun grote armoede zeer vrijgevig. 3  Ik verzeker u dat ze naar … Lees meer

Verdriet dat God geeft

2 Korintiërs 7:5-16 5 ¶  Toen we in Macedonië kwamen, vonden we geen rust maar werden we van alle kanten belaagd: van buitenaf door vijanden, van binnenuit door zorgen. 6  Maar God geeft moed aan wie terneergeslagen is, en door de komst van Titus heeft hij ook ons moed gegeven. 7  En niet alleen daardoor, … Lees meer

Wijzelf zijn de tempel

2 Korintiërs 6:14”“7:4 14  Loop niet in een en hetzelfde span met ongelovigen. Wat is de verwantschap tussen gerechtigheid en wetteloosheid? Wat heeft licht met duisternis te maken? 15  Waarin lijken Christus en Beliar op elkaar? Wat hebben een gelovige en een ongelovige gemeen? 16  Wat heeft de tempel van God met afgoden te maken? … Lees meer

Als een hut die schaduw biedt

Jesaja 4:2-6 2 ¶  Op die dag zal de HEER het land tot bloei brengen, het zal als een kostbaar sieraad zijn. De rijke vrucht van het land zal elke Israëliet die ontkomen is met trots vervullen. 3  Ieder die nog in Sion is, ieder die in Jeruzalem is achtergebleven, zal heilig genoemd worden, alle … Lees meer

De armen zo zwaar te mishandelen

Jesaja 3:13”“4:1 13  De HEER bereidt zijn rechtsgeding voor, hij staat klaar om over volken vonnis te wijzen. 14  Zo luidt de aanklacht van de HEER tegen de oudsten en de vorsten van zijn volk: Jullie hebben mijn wijngaard in brand gestoken en jullie huizen gevuld met wat je de armen ontnam. 15  Hoe durven … Lees meer

Stel mij niet aan als leider van het volk.

Jesaja 3:1-12 1 ¶  Voorwaar, God, de HEER van de hemelse machten, ontneemt Jeruzalem en Juda hun stut en steun: alle steun van brood en water, 2  van krijgsheld en soldaat, rechter en profeet, waarzegger en oudste,  3  bevelhebber, man van aanzien en raadsheer, tovenaar en bezweerder. 4  Hij stelt kinderen als koning aan, willekeur … Lees meer

Goden die ze vormden met hun eigen handen.

Jesaja 2:6-22 6 ¶  U hebt uw volk, Jakobs nakomelingen, verstoten. Zij waren ontvankelijk voor invloeden uit het Oosten, net als de Filistijnen lieten zij zich in met waarzeggerij, ze zijn met vreemde gebruiken vertrouwd geraakt. 7  Ze vulden hun land met zilver en goud, hoe meer schatten, hoe beter. Ze vulden hun stallen met … Lees meer

Geen volk zal nog het zwaard trekken

Jesaja 2:1-5 1 ¶  Dit zijn de woorden van Jesaja, de zoon van Amos; het visioen dat hij zag over Juda en Jeruzalem. 2  Eens zal de dag komen dat de berg met de tempel van de HEER rotsvast zal staan, verheven boven de heuvels, hoger dan alle bergen. Alle volken zullen daar samenstromen, 3  … Lees meer

Sion zal verlost worden door recht

Jesaja 1:21-31 21 ¶  Ach, de trouwe stad is een hoer geworden. Waar eens recht heerste en gerechtigheid woonde, daar huizen nu moordenaars. 22  Je zilver is zwart en dof geworden, je wijn versneden met water. 23  Je vorsten zijn schurken, ze houden het met dieven, ze denken alleen aan geschenken en steekpenningen. Wezen bieden … Lees meer