Hem verkondigen wij

Kolossenzen 1:24-2:5 24 Ik ben blij dat ik nu voor u lijd en dat ik in mijn lichaam mag aanvullen wat er nog aan Christus’ lijden ontbreekt, ten behoeve van zijn lichaam, de kerk, 25 waarvan ik de dienaar ben. Met het oog op u heeft God mij die dienende taak toevertrouwd, opdat zijn boodschap … Lees meer

Hij sprak hen bestraffend toe

3:7-12 Marcus 7 Jezus week met zijn leerlingen uit naar het meer, en een grote menigte uit Galilea volgde hem. Ook uit Judea 8 en Jeruzalem, uit Idumea en het gebied aan de overkant van de Jordaan en uit de omgeving van Tyrus en Sidon kwamen veel mensen naar hem toe, omdat ze hadden gehoord … Lees meer

Een leven redden of het vernietigen

Marcus 2:23-3:6 23 Eens liep hij op een sabbat tussen de korenvelden door. Zijn leerlingen gingen de velden in en begonnen aren te plukken. 24 ‘Kijk eens!’ zeiden de Farizeeën tegen hem. ‘Waarom doen ze iets dat op sabbat niet mag?’ 25 Maar hij antwoordde: ‘Hebt u dan nooit gelezen wat David deed toen hij … Lees meer

Volg mij

Marcus 2:13-22 13 ¶ Jezus vertrok en ging weer naar het meer. Een grote mensenmenigte kwam naar hem toe, en hij onderwees hen. 14 Toen hij langs het meer liep, zag hij Levi, de zoon van Alfeüs, bij het tolhuis zitten, en hij zei tegen hem: ‘Volg mij.’ Levi stond op en volgde hem. 15 … Lees meer

Hij slaat godslasterlijke taal uit

Marcus 2: 1-12 1 ¶ Toen hij enkele dagen later terugkwam in Kafarnaüm, werd bekend dat hij weer thuis was. 2 Er stroomden zo veel mensen toe dat er zelfs voor de deur geen plaats meer was, en hij verkondigde hun de heilsboodschap. 3 Er werd ook een verlamde bij hem gebracht, die door vier … Lees meer

Daarvoor ben ik op weg gegaan.

Marcus 1:29-45 29 ¶ Toen ze uit de synagoge kwamen, gingen ze rechtstreeks naar het huis van Simon en Andreas, samen met Jakobus en Johannes. 30 Simons schoonmoeder lag met koorts in bed, en ze spraken met Jezus over haar. 31 Hij ging naar haar toe, pakte haar hand vast en hielp haar overeind. Toen … Lees meer

De heilige van God

Marcus 1:16-28 16 Toen Jezus langs het Meer van Galilea liep, zag hij Simon en Andreas, de broer van Simon, die hun netten uitwierpen in het meer; het waren vissers. 17 Jezus zei tegen hen: ‘Kom, volg mij! Ik zal van jullie vissers van mensen maken.’ 18 Meteen lieten ze hun netten achter en volgden … Lees meer

Kom tot inkeer

Marcus 1:1-15 1 ¶ Het begin van het evangelie van Jezus Christus, Zoon van God. 2 Het staat geschreven bij de profeet Jesaja: ‘Let op, ik zend mijn bode voor je uit, hij zal een weg voor je banen. 3 Luid klinkt een stem in de woestijn: “Maak de weg van de Heer gereed, maak … Lees meer

Hij kroont de vernederden

Psalm 149 1 ¶ Halleluja! Zing voor de HEER een nieuw lied, roem hem te midden van zijn getrouwen.2 Laat Israël verheugd zijn over zijn machtige maker, het volk van Sion juichen om zijn koning. 3 Laten zij dansend zijn naam loven, bij lier en tamboerijn voor hem zingen. 4 Ja, de HEER vindt vreugde … Lees meer

Jij zult ‘Geliefde’ heten

Jesaja 62:1-12 1 ¶ Omwille van Sion zal ik niet zwijgen, omwille van Jeruzalem ben ik niet stil, totdat het licht van haar gerechtigheid daagt en de fakkel van haar redding brandt. 2 Alle volken zullen je gerechtigheid zien, alle koningen je majesteit. Men zal je noemen bij een nieuwe naam die de HEER zelf … Lees meer

Een genadejaar van de HEER

Jesaja 61:1-11 1 ¶ De geest van God, de HEER, rust op mij, want de HEER heeft mij gezalfd. Om aan armen het goede nieuws te brengen heeft hij mij gezonden, om aan verslagen harten hoop te bieden, om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan geketenden hun bevrijding, 2 om een genadejaar … Lees meer

Ik stel de vrede aan als wachter

Jesaja 60:15-22 15 ¶ Eens was je verlaten en gehaat en werd je door niemand bezocht, maar ik zal je eeuwige roem verlenen, geslacht op geslacht zul je een bron van vreugde zijn. 16 Je zult de melk van vreemde volken drinken, je wordt gezoogd door koninklijke borsten. Dan zul je beseffen dat ik, de … Lees meer