En weer aten ze samen

Rechters 19:1-10a

1 In die tijd, toen er geen koning in Israël was, woonde er een Leviet diep in het bergland van Efraïm. Hij had een meisje uit Betlehem in Juda als bijvrouw genomen. 2 Na een hevige ruzie liep ze van hem weg en ging terug naar het huis van haar vader in Betlehem. Vier maanden later 3 ging haar man haar achterna om haar te overreden bij hem terug te komen. Hij had zijn knecht bij zich en een span ezels. Zijn vrouw liet hem binnen in het huis van haar vader, die zijn schoonzoon allerhartelijkst ontving
4 en er bij hem op aandrong om nog wat te blijven. Drie dagen bleef de man bij de vader van zijn vrouw te gast: hij at en dronk er en bleef overnachten. 5 Op de vierde dag maakte hij zich ‘s ochtends vroeg klaar om te vertrekken, maar zijn schoonvader zei: ‘Eet eerst nog wat om krachten op te doen voor de reis.’ 6 Samen zetten zij zich aan de maaltijd. Daarna zei de vader van de vrouw: ‘Blijf nog een nacht hier, gun jezelf dat genoegen.’ 7 De man wilde eerst toch gaan, maar zijn schoonvader drong zo aan dat hij toegaf en bleef overnachten. 8 Toen hij op de morgen van de vijfde dag wilde vertrekken, zei zijn schoonvader: ‘Eet toch eerst wat en wacht tot de zon over haar hoogste punt is.’ En weer aten ze samen. 9 Toen de man aanstalten maakte om met zijn vrouw en zijn knecht te vertrekken, zei de vader van de vrouw: ‘Het is al laat op de dag. Blijf toch hier slapen. Kijk maar, de zon begint al te dalen. Blijf nog een nacht hier, gun jezelf toch dat genoegen. Dan kunnen jullie morgenvroeg voor dag en dauw vertrekken.’ 10 Maar de man wilde niet nog een nacht blijven. Hij zadelde zijn ezels en ging met zijn vrouw op weg. (NBV)

Dit verhaal is bewust in twee delen geknipt. De twee delen moeten apart maar na elkaar gelezen worden want het zijn de lichte en de donkere kanten van dezelfde boodschap. Bethlehem de stad van de Benjaminieten was kennelijk al heel vroeg een belangrijk punt. Wij kennen het natuurlijk uit het kerstverhaal als Jezus er wordt geboren en ook in dit verhaal speelt het een belangrijke rol. Het verhaal gaat over gastvrijheid .En die gastvrijheid kennen we eigenlijk nog alleen van de aanhangers van de Islam in ons midden. Halverwege de vastenmaand van de Islam, de Ramadan vieren zij de Iftar maaltijd. Op het moment dat moslims hun vrienden thuis uitnodigen om samen de maaltijd te gebruiken als de zon is onder gegaan en het donker is geworden. Dan is het tijd voor een echte feestmaaltijd, met familie, je buren, vrienden en er wordt extra gedacht aan de armen.

Het Woord is voor de moslims het echte voedsel. Het werd in één maand, nacht na nacht, geschonken aan de profeet en daarom zorg je dat je gedurende de dag rein blijft, geen eten en drinken neemt, zodat je ’s nachts des te meer waardering hebt voor het voedsel dat je geschonken wordt. Ook vriendschap is een vorm van voedsel, het doet je immers groeien en maakt je als mens rijker. In diverse plaatsen in ons land zijn moslims en christenen tijdens de Ramadan samen gaan eten. Voor beiden is de maaltijd een belangrijk religieus gegeven. In veel kerken wordt elke zondag brood en wijn gedeeld, een maaltijd dus, ter herinnering aan de maaltijd die Jezus hield met zijn leerlingen en waarbij hij de herinnering aan de uittocht uit de slavernij in Egypte verbond aan de uittocht van hemzelf uit de dood. De schoonvader van onze naamloze Leviet, uit dit verhaal uit het boek Rechters, hield maar niet op met samen de maaltijd te gebruiken.

Geen wonder natuurlijk want een Leviet hielp in de heilige tent bij de richtlijnen uit de woestijn, waar God zelf woont. Een Leviet in huis bracht je dus dichter bij God. Gastvrijheid betonen was een goede daad. Dat is het nog steeds. Zowel bij de maaltijd van Jezus als bij de Ramadan van de Islam moet extra aandacht worden geschonken aan de armen in de samenleving. Juist zij moeten ervaren dat ze er ook echt bij mogen horen en mee mogen delen. Voor moslims en christenen is er natuurlijk altijd wel een gironummer om hen te helpen die alles hebben verloren, buurt en kerkhuis Bethel in Den Haag verdient een gift voor hun gastvrijheid. Toch is alleen geld geven niet voldoende. Jezus van Nazareth stuurde zijn leerlingen er op uit om de armen bevrijding te verkondigen en verbond de maaltijd van de bevrijding met het delen van zich zelf, daarom moeten we zelf in beweging komen. In bijna elke Nederlandse stad zijn tegenwoordig voedselbanken die steun zeer goed kunnen gebruiken. Nodig dus eens een voedselbank uit aan tafel.

Plaats een reactie