Ik zal hen terugbrengen naar hun land

Jeremia 16:14-18

14 ¶  De dag zal komen-spreekt de HEER dat er niet meer wordt gezegd: “Zo waar de HEER leeft, die het volk van Israël uit Egypte heeft bevrijd,” 15  maar: “Zo waar de HEER leeft, die het volk van Israël uit het land van het Noorden heeft bevrijd en uit de andere landen waarheen hij het verdreven had.” Ik zal hen terugbrengen naar hun land, dat ik hun voorouders gegeven heb. 16  Ik laat vissers komen om hen te vangen-spreekt de HEER -,en daarna laat ik jagers komen om hen op elke berg en elke heuvel, zelfs in de rotskloven op te jagen. 17  Ik zie alles wat ze doen, niets is voor mij verborgen, hun wandaden ontgaan mij niet. 18  Daarom zal ik hen eerst dubbel laten boeten voor hun wandaden en zonden, omdat ze mijn land hebben vol gezet met die gruwelijke en levenloze afgodsbeelden en het zo hebben ontwijd.’

De ellende die Jesaja het volk Israël van zijn tijd voor houdt is niet zonder uitzicht. Maar dat uitzicht maakt de ellende niet minder groot. De wandaden van het volk zijn zo groot dat ze dubbel gestraft worden. Niet alleen winnen de vijanden in de oorlog die voor de deur staat ze verliezen daarna ook nog het land. Dat hadden ze immers onder bescherming gebracht van afgoden. Op de hoeken van de akkers stonden beelden van Baäl en in de grond staken de palen voor Asjeera. Die zelfgemaakte beelden zouden wel voor de nodige vruchtbaarheid zorgen, van die God van Israël viel immers niets te zien? Ze zouden het weten, het geloof in de God van Israël draait immers niet mooie beelden en grote offers maar om de zorg voor de minsten onder het volk.

Die beelden aanbidding ging heel ver. Van Jeruzalem wordt gezegd dat op elke straathoek wel een godenbeeld stond en uiteindelijk werden er ook beelden in de Tempel in Jeruzalem geplaatst. Onrein is het vonnis over het land en de stad. Onrein betekent aangetast door ziekte en bederf. Als je houten beelden maar lang genoeg laat staan dan vergaan ze tot stof. Ook zilver en goud  vergaan als je ze aan de open lucht bloot stelt. Maar wat veel erger is dat de armen en de weduwen en de wezen wordt voorgehouden dat ze maar flink voor die beelden moesten buigen, dan zou het wel overgaan. Ook in onze dagen wordt gepredikt dat het geloven in Jezus je welvaart zal brengen. Of welvaart de God is die we in ere moeten houden en in ons hart moeten sluiten.

De wandaden in de dagen van Jeremia gingen ver. Er werden zelfs kinderen geofferd in de naam van een geloof, het geloof in de god Moloch. Wij lijken het ons niet meer kunnen voorstellen dat brave godsdienstige leiders kinderen behandelen of het voorwerpen zijn waarmee je je lust kunt bevredigen. Die door God onder hun hoede zijn gesteld om er zelf beter van te worden, een plezieriger leven te kunnen leven. Mensen die er tegen protesteren staan net als Jeremia vaak alleen en mensen die het is overkomen worden ook in kerken vaak met de nek aangekeken. Het in het licht brengen brengt schade toe aan de kerk waar het zich afspeelde. Het lijkt er op dat we sinds de dagen van Jeremia weinig hebben bijgeleerd, hij raakte in gevangenschap. Wellicht dat we toch eens aan bevrijding  van de valse goden kunnen gaan werken.

Plaats een reactie