De leiders van het volk misleiden het

Jesaja 9:7-16

7 De Heer heeft zijn woord op Israël afgestuurd, het heeft Jakobs volk getroffen. 8 Het volk van Efraïm, de inwoners van Samaria, zij hebben het ondervonden. Hoogmoedig en verwaten zeiden ze: 9 ‘De gemetselde muren zijn ingestort, maar wij herbouwen met gehouwen steen; de vijgenbomen zijn geveld, maar wij planten ceders in hun plaats.’ 10 De HEER heeft Resins vijanden tegen hen opgezet, hij heeft hun tegenstanders opgehitst: 11 vanuit het oosten viel Aram aan, vanuit het westen de Filistijnen, en zij verslonden Israël met huid en haar. Maar nog is zijn woede niet bekoeld, nog is zijn hand tegen hen opgeheven. 12 Het volk keert niet terug naar wie hen sloeg, de HEER van de hemelse machten zoeken zij niet. 13 Daarom zal de HEER bij Israël in één haal kop en staart, palmtak en riet afsnijden; 14 de kop zijn de oudsten en aanzienlijken, en de staart de leugenprofeten. 15 De leiders van het volk misleiden het, het volk dat leiding zoekt, is op een dwaalspoor gebracht. 16 Daarom wil de Heer hun jongeren niet sparen, zich over hun wezen en weduwen niet ontfermen. Heel het volk is goddeloos en zondig, iedereen verkondigt dwaasheid. Maar nog is zijn woede niet bekoeld, nog is zijn hand tegen hen opgeheven. (NBV)

De mooie zinnen uit de Bijbel zijn overbekend. Het gaat in het gedeelte van vandaag over het kind ons geboren, zoon ons gegeven, op wiens schouders de heerschappij rust en die genoemd wordt Wonderbare raadsman, Goddelijke held, Eeuwige vader, Vredevorst. Maar dat stukje lezen we niet. Dat is omdat we ons eerst moeten afvragen waar we zo’n wonderlijk kind eigenlijk voor nodig hebben. Allereerst dus voor vrede. Ook in onze tijd is het geen vrede op aarde, niet alleen staan legers tegenover elkaar, maar de ene bevolkingsgroep wordt opgezet tegen de anderen.. Over het bereiken van vrede met onze broeders en zusters wordt wat minder gesproken, dat lijkt ieders eigen verantwoordelijkheid. De profeet Jesaja schrijft over recht en gerechtigheid, daar zou het om moeten gaan. En de vraag in het Midden Oosten en in veel andere landen in Afrika is of we de mensen daar wel tot hun recht hebben laten komen. Wat hebben we gedaan met al die mensen in die aanhangers zijn van radicale politieke stromingen ? Hebben we hen een stem gegeven? Zijn we met hen in discussie gegaan over mensenrechten, vrijheid van meningsuiting en democratie? Hebben we hen vrede aangeboden?

Tot nu toe niet. En zolang we weigeren vrede en gerechtigheid in het centrum van onze politiek te zetten in plaats van macht en eigenbelang krijgen we oorlog als beloning. Dat was zo voor de mensen in Efraïm, de inwoners van Samaria en dat is ook zo voor ons en voor hen die met ons meevechten in een oorlog waar mensen niet tot hun recht kunnen komen. Van vijgenbomen kun je nog eten, ceders geven alleen schaduw en hakhout. Wij hebben wel een beetje van de papavervelden in Afhganistan vervangen door safraanteelt maar is er ook eerlijke handel met Afghanistan?  Hebben de inwoners van arme landen een eerlijke toegang tot onze handelsmarkten? Natuurlijk is de strijd tegen werkelijke terroristen toegenomen, zoals de vijanden van de koning van Damascus, Resin, sterker werden toen de oorlog ook Israël en Juda trof. In Israël waren het de leiders van het volk die het misleiden. Daar gold nog macht en eer en bondgenootschappen met de machtigen van de aarde.

Daar was geen sprake vant het bondgenootschap met de God van Israël, de Wet van heb-Uw-naaste-lief-als-Uzelf stond niet centraal. In de dagen van de profeet Jesaja zou dit uitlopen op het wegvoeren van het hele volk Israël. Weg naar Babel zouden ze gevoerd worden, weg van de Tempel, weg uit het land van melk en honing. Wij hebben ondervonden hoe leiders van banken en financiële instellingen bijna de hele wereldeconomie achteruit kunnen zetten zodat tienduizenden hun baan en hun huis verliezen overal op aarde, zodat landen in problemen komen, gezinnen honger krijgen en kinderen verstoken blijven van onderwijs, zieken gebrek hebben aan gezondheidszorg. Die leiders hebben ons misleid maar worden zij met kop en staart buiten de samenleving gesmeten? Het lijkt er op dat er niets veranderd in de machtsverhoudingen en dat zou wel moeten. Wij kunnen daar aan bijdragen door ook vandaag het goede te doen en niet dan het goede en daarmee het goede ook aan de leiders van het land voor te houden.

 

Plaats een reactie