Als we hier blijven zitten, sterven we ook

2 Koningen 7:1-20

Rond het ontzet van Leiden in 1574 is er een vergelijkbaar verhaal van iemand die door de honger gedreven op de ochtend van de derde oktober in alle vroegte naar de Spaanse linies sluipt om daar tot de ontdekking te komen dat de Spanjolen zijn verdwenen en dat er een verse pot hutspot op het vuur klaar staat. In het verhaal dat we vandaag lezen is het nog sterker. Hier zijn het de mensen die buiten de samenleving geplaatst zijn, de lijders aan huidvraat, die besluiten hun geluk te beproeven bij de vijand. Zij zetten de angst voor de dood van zich af en dat brengt hun het leven. Niet alleen vinden ze daar voedsel maar ook goud en zilver. Toch is het niet goed om alles voor jezelf te houden en zo keren ze terug naar de stad om het goede nieuws te vertellen.

Wat nu de vijanden van Israël op de vlucht heeft gedreven is niet geheel duidelijk. In Leiden was dat het opkomende water en in Alkmaar was dat een jaar eerder het slechte weer geweest. Wellicht dat ook hier een onverwachte tropische stortbui de indruk heeft gewekt dat er een heel leger met paarden en wagens in aantocht was. De koning van Israël had nog moeite genoeg om te gaan kijken omdat ze zelfs de meeste paarden hadden opgegeten, maar inderdaad de Arameeërs waren op de vlucht geslagen, ze hadden hun uitrusting en kleding langs de weg gegooid. Toen kon de hele bevolking zich aan het eten zetten en de schade inhalen. In zo’n geval daalt de prijs van het voedsel aanzienlijk. Dat had de profeet goed gezien, als de stad gered wordt dan is er een overvloed aan voedsel beschikbaar. Mensen lopen je dan gemakkelijk onder de voet. Is dat dan een mooi einde van een spannend verhaal met de gerechte straf voor de adjudant van de koning die niet geloofde wat de profeet hem had verteld?

Misschien moeten we het ook als een waarschuwing zien. Er wordt nog al eens gemakkelijk gesproken over afhankelijkheid die hulp zou oproepen. Er is een voedselramp, door oorlog, aardbeving of droogte en we sturen massaal ons voedsel dat over is er heen. Mensen sterken weer aan en tot zo lang blijft het geven van voedsel een gegeven. Als we te lang wachten dan ontstaat opnieuw oorlog over het voedsel dat gebracht wordt en worden mensen onder de voet gelopen. Als we te lang blijven geven en niet zorgen voor het opnieuw op gang brengen van de landbouw dan worden mensen afhankelijk en blijven ze afhankelijk. Als we de landbouw weer op gang gebracht hebben moeten we ook zorgen voor een eerlijke markt. Concureren met gratis voedsel houdt geen enkele boer vol. De lage prijs van graan in dit verhaal over Elisa is dus niet alleen een teken van de macht van de God van Israël maar ook een waarschuwing om recht te doen aan mensen. Mensen kunnen voor zichzelf zorgen, aan ons om daar de voorwaarden voor te scheppen als mensen het tijdelijk niet meer kunnen.

Plaats een reactie