Gerechtigheid hebt u liefgehad

Hebreeën 1:1-14

Vandaag beginnen we een preek te lezen. En we doen de preek eigenlijk onrecht door die in stukjes te knippen en elke dag een stukje van die preek te lezen. Van wie die preek is weten we niet. Vroeger dacht men dat de preek van Paulus was maar dat is niet zo. Je hoeft deze preek overigens niet hardop voor te lezen om die te begrijpen want deze preek is niet voor het voorlezen gemaakt maar voor het lezen, de hele preek is zorgvuldig als een pamflet opgebouwd. De preek heeft als opschrift “Hebreeën” Dat is een andere naam voor de Joden en het betekent dat je goed op de hoogte moet zijn met de Hebreeuwse Bijbel wil je de preek begrijpen. Doel van de preek is dan ook duidelijk te maken wat de verhouding is tussen Jezus van Nazareth en alles wat in de Hebreeuwse Bijbel werd beschreven. In elke geval wordt in die Hebreeuwse Bijbel, wij noemen dat Oude Testament, beschreven dat er één God is die je mag aanbidden en dat je in elk geval geen mens moet aanbidden. Vraag is dan hoe dat zit.

Dat deze preek voor de Hebreeën in het Nieuwe Testament, de Christelijke Bijbel terecht is gekomen is niet zo vreemd. In de eerste Christelijke gemeenten werd elke week uit de Hebreeuwse Bijbel gelezen. In die verhalen herkende men het woord en het werk van de Messias, de bevrijder, de Christus. Je samen bezig houden met een preek als deze voor de Hebreeën zal veel mensen geholpen hebben bij het begrijpen van wat ze lazen. De verklaring van de Hebreeuwse Bijbel en het daaruit leren over Jezus van Nazareth was voor Christenen erg belangrijk. Denk maar aan die twee mannen die op de Paasdag naar Emmaüs liepen en onderweg uitgelegd kregen uit de Hebreeuwse Bijbel waarom de Messias moest lijden en sterven en na drie dagen uit de dood opstaan. Denk ook maar eens aan de diaken Filippus die op zijn weg naar Samaria een Moorse kamerling ontmoet die in het boek van de profeet Jesaja zit te lezen en hem vervolgens uitlegd wat daar bedoeld wordt. De kamerling laat zich uiteindelijk dopen.

In het eerste hoofdstuk dat we vandaag lezen gaat het gelijk over de betekenis van Jezus van Nazareth. Welke plaats neemt hij in onder de hemelse figuren. Over die figuren, engelen en zo, was buiten de Hebreeuwse Bijbel een hele literatuur ontstaan, het een nog fantastischer dan het andere. Maar over engelen wordt ook in de Hebreeuwse Bijbel gesproken. Zij brengen goddelijke boodschappen aan de mensen en zij vereren de God van Israël in zijn woonplaats. We zeggen dan de hemel maar daar wordt de bescherming mee bedoeld die God boven de aarde heeft gezet. Iets anders dan de blauwe lucht die we zien dus. Die engelen zijn dienaren van God, zoals mensen dienaren van God kunnen zijn. Maar de Messias is de Zoon van God, die zit naast de God van Israël op zijn troon. Door hem heeft de God van Israël direct tot mensen gesproken, in woord en in daad, daarmee is hij meer dan de profeten. Voor ons is die daad zeer belangrijk, het onvoorwaardelijk houden van mensen zelfs door de dood heen is voor ons na te volgen in zijn Geest. Daar mogen we elke dag opnieuw mee beginnen, ook vandaag weer.

Plaats een reactie