Bevrijd uw geliefde volk

Psalm 60

Het zou in deze dagen een bede kunnen zijn gezongen door het volk van Libië of Syrië maar het is een psalm van David die gekoppeld wordt aan de geschiedenis van de oorlogen die door David zijn gevoerd. David wordt vaak gezien als vredevorst maar dat is toch een misverstand. Volgens het verhaal mocht hij zelfs de Tempel niet bouwen omdat hij teveel bloed aan zijn handen had. Maar de vraag is of de Psalm wel van Koning David is en of David hier niet staat als vertegenwoordiger voor het volk Israël onder een koning uit het huis van David. Want het gaat om twee oorlogen, tegen de Arameeërs uit het Tweestromenland en tegen Edom. Nu was Abraham een zwervende Arameeër geweest die uiteindelijk in Palestina terecht was gekomen en stamde Edom af van Esau. De strijd van Israël was een strijd binnen de familie. Tegen Edom werd nog wel gewonnen maar het volk zou in ballingschap worden afgevoerd naar het tweestromenland, het land tussen de Eufraat en de Tigris.

Geen wonder dat de dichter ondanks de genoemde overwinning begint met een klaagzang over de staat van het land. Op twee fronten oorlog voeren is niet niks, het volk moet zwaar lijden, bittere wijn drinken. God wordt hier nog eens herinnert aan zijn belofte het hele land Palestina aan Israël te schenken. De gebieden van Gilead tot Filistea, die hier worden genoemd, liggen aan beide zijden van de Jordaan, Manasse wordt zelfs doorsneden door de rivier. Bij die belofte hoort dan ook de overwinning op Edom. God heeft kennelijk toch niet helemaal het volk verstoten, geen wonder dat de hulp van de God van Israël wordt ingeroepen om ook de andere strijd te winnen. Bondgenootschappen met vreemde machten helpen echt niet.

Soms verbaas je je wel eens dat het geweld waartoe de Bijbel oproept zo gemakkelijk terzijde wordt gelegd. Een volk dat zich bedreigd voelt komt in opstand, soms is het maar een minderheid die de opstand gewapenderhand uitvoert, soms komt het massaal in opstand. Geloof in een God die het volk in beweging zet kan daarbij zeer helpen. Zo moet ook het beroep op Allah worden verstaan als de armen in de Islamitische landen in zijn naam in opstand komen tegen hun dictatoren of tegen de economische overheersing door het rijke westen. Hier wordt gezegd dat de God van Israël de vijanden zal vertrappen.

En zo moeten ze het wel zeggen omdat de volgelingen van de God van Israël gebonden zijn aan het gebod “Gij zult niet doden”. Het overtreden van dat gebod had David dwars gezeten, het houden van dat gebod zou in de ballingschap een belangrijke rol spelen. Dat gebod zal door Jezus van Nazareth zo letterlijk genomen worden dat het tot zijn kruisdood leidt. Maar juist die daad van verzet, die keuze voor het leven van anderen, maakt dat wij die keuze ook mogen maken en die geweldloze samenleving over de hele aarde mogen opbouwen. Elke dag weer, ook vandaag, totdat hij komt.

Plaats een reactie