Ik kan niets doen uit mijzelf.

Johannes 5:30-38

Ergens in de Evangelieverhalen wijst Jezus van Nazareth op de bomen en zegt dan dat je aan de vruchten de boom kunt herkennen. De genezing van de verlamde op de Sabbath, rond een van de feestdagen waarop je naar de Tempel moet, heeft een discussie los gemaakt over de aard van zijn persoon. Is dit nu iemand van God of worden we voor de gek gehouden en breekt iemand Gods werk af? Jezus van Nazareth wijst er op dat hij de Weg volgt die de God van Israël hem gewezen heeft. Maar hoe weten we dat? Wie zegt dat het waar is? Kennelijk hebben de religieuze autoriteiten mensen naar Johannes de Doper gestuurd om te vragen wie die Jezus van Nazareth nu eigenlijk was. Johannes de Doper was een belangrijk profeet geworden. Er staat over hem geschreven dat het hele volk zich door hem liet dopen in de Jordaan. Ook Jezus van Nazareth had dat laten doen. Dus het oordeel van Johannes de Doper is niet onbelangrijk. Maar met dat hij het zegt lijkt Jezus van Nazareth zich te realiseren dat hij nog een andere getuige heeft. Dat zijn zijn daden. Hij bracht immers de Tempel weer in overeenstemming met de bedoeling van de God van Israël, een plaats van ontmoeting en godsdienstoefening. Die oefening vond iedere dag plaats als er verzoeningsoffers werden gebracht in de ochtend en in de avond. Je kon de dag met God beginnen en met God afsluiten. Maar de grootste oefeningen werden gehouden rond de grote pelgrimsfeesten als iedereen naar de Tempel in Jeruzalem trok om daar een maaltijd te houden met de familie, de armen, de tempeldienaren en de vreemdelingen die hen hielpen. Zonder gestoord te worden door handelaren en wisselaars kon het volk dat dankzij Jezus van Nazareth weer doen. En hij stak zijn hand uit naar de lammen, de mensen die langs de weg zaten, de zieken bij die bron bij de Schaapspoort. Daar was een man die na bijna 40 jaar weer was gaan lopen. En was die aandacht niet de uiteindelijke bedoeling van de Sabbath, toen God rustte en zag dat wat hij aan mensenland geschapen had goed was? Ook in onze dagen pretenderen vele voorgangers namens de God van Israël, zelfs namens Jezus van Nazareth te spreken. Op grond waarvan? Wie zegt dat het zo is? Kennelijk hebben ze allemaal dezelfde getuige nodig als Jezus van Nazareth: God zelf. Aan het werk van hun handen kun je de ware voorganger herkennen. Worden de hongerigen gevoed? Gaan de lammen lopen? Wordt er met vreemdelingen maaltijd gehouden en verzetten ze zich tegen het opstoken van groepen op grond van verschillende geloofsopvattingen? Worden bedroefden getroost? Het zijn de vruchten die we allemaal elke dag weer kunnen voortbrengen. En met dat voorbrengen verkondigen we het Woord van die God en de komst van zijn Koninkrijk ook vandaag weer.

Plaats een reactie