Na veel beproevingen

Handelingen 14:21-28

Vandaag lezen we het laatste gedeelte van de eerste zendingsreis van Paulus. Samen met Barnabas, aanvankelijk ook met Johannes Marcus, was hij vertrokken uit Antiochië in Syrië om via Cyprus naar Turkije te reizen. Ze hadden nogal wat meegemaakt, ziek geworden, weggejaagd, bespot, vereerd als goden, gestenigd en belasterd. Je zou zo denken dat Paulus en Barnabas er nu wel genoeg van zouden hebben en via de kortste weg terug zouden reizen naar huis. Niets is minder waar. We lezen het stuk van vandaag vaak als een soort routinestuk. Er moet immers een mooi eind aan een verhaal gebreid worden. Maar de verhalen in de Bijbel zijn geen sprookjes en die eindigen dus niet met ze leefden nog lang en gelukkig. Paulus en Barnabas, zo lezen we gaan eerst terug naar al die steden waar ze geweest waren en waar ze niet alleen niet altijd even vriendelijk waren ontvangen maar waar vandaan ook hun tegenstanders hen achterna gereisd waren om mogelijke aanhangers in andere steden tegen hen op te zetten. Ze gingen terug naar Lystra waar ze bijna aanbeden waren als Zeus en Hermes, naar Ikonium en naar het Pisidische Antiochië. Daar waren dus echte christelijke gemeenten ontstaan. Tegenwoordig moeten we de kerken sluiten maar in die dagen vormden zich gemeenschappen van Joden en Heidenen die alles samen deelden, die bijeen kwamen om de Schriften te lezen, het brood te breken en de wijn te drinken. Gemeenschappen die er om bekend stonden dat zij voor de armen en de zieken zorgden, dat slaven daar als vrijen werden behandeld, dat broeders en zusters als in één huis tesamen woonden. De Oudsten hadden de leiding over zulke gemeenten en zorgden voor een goed verloop. Onze kerken kennen die saamhorigheid niet meer. In onze kerken is nog maar een klein groepje diakenen bezig met de zorg voor de armen. Veel van wat er gedaan wordt op grond van het evangelie wordt gedaan buiten de kerken, in schrijfgroepen van Amnesty, bezoekgroepen voor gevangenissen, aanloopcentra voor daklozen, eenzamen en verslaafden, vrijwilligersgroepen in ziekenhuizen en verpleegtehuizen, in Fair Tradewinkels en vakbonden en op tal van plaatsen waar mensen bezig zijn om aan een betere wereld  te werken. We vinden de verhalen in kerken vaak zo vanzelfsprekend dat we denken die niet meer nodig te hebben. Maar de verhalen uit de Bijbel werpen een nieuw licht op onze samenleving, ze laten zien waarom dat werken aan die nieuwe wereld zo hard nodig is, ze maken daardoor dat we het werk vol kunnen houden en niet trappen in de valkuilen waarin vanouds de mens geneigd is te stappen. Dat geld ook voor dit verhaal. Want wie gaat er nu terug naar de plaats waar goed is gedaan maar het goede is afgewezen. Wie durft er nog te gaan naar de plaats waar je bedreigd werd vanwege de gemeenschap van mensen die het goede willen toch te ondersteunen. Dat voorbeeld van Barnabas en Paulus verdient ook in onze dagen op veel plaatsen navolging. Pas dan kunnen we ook thuis komen in onze eigen gemeenschap. Want één element van die gemeenten hadden we nog niet benoemd. Over het goede dat gebeurt mag je ook vertellen, dat mag je ook delen en een gemeenschap is nodig om dat te kunnen delen. Vandaag dus er aan werken en zorgen voor een gemeenschap van mensen die het goede doen en daarover met elkaar delen. Kerken genoeg om die gemeenschappen onder te brengen.

Plaats een reactie