Dat u de weg volgt die hij u wijst

Deuteronomium 10:12-22

Het is allemaal niet zo ingewikkeld. Er zijn geen kostbaar aangeklede Tempels met geheimzinnig mompelende priesters waar je voor elke gunst die je van een God wil hebben eerst een offer moet brengen. Geen klankschalen of kleurstellingen, en vooral geen offers aan de God zelf. De offers die je brengt zijn een teken dat je wil delen van wat je hebt en zijn bestemd voor de Priesters en Levieten, die moeten toch ook leven. De Levieten leggen je de wet uit zodat je de juiste keuzes kan maken. En als je de God van Israël wil volgen dan zijn er vreemdelingen en weduwen en wezen om je te helpen. Zo eenvoudig is het. Verschaf de weduwe en de wees recht, laat hen tot hun recht komen, neem ze op in je gemeenschap en zorg dat ze een volwaardige plaats krijgen. Ze zijn de armsten in de samenleving. In een samenleving waar alleen mannen een eigen inkomen hebben, waar mannen zorgen voor de bewerking van het land en de handel komen weduwen en wezen zonder inkomen te zitten. Daar zijn we dus samen verantwoordelijk voor. In onze dagen voor de ouden van dagen, voor de zieken en invaliden, voor de mensen die niet in staat zijn een eigen inkomen te verwerven. Niet alleen in ons land maar uiteindelijk in de hele bewoonde wereld. Maar in ons land moeten we de vreemdelingen met liefde behandelen. Het staat er echt. Iedereen die zich wil beroepen op de Joods Christelijke traditie van ons land, die bang is dat we overvleugeld worden door een andere godsdienst, zal zich moeten conformeren aan het gebod dat staat in het gedeelte dat we vandaag lezen, U moet de vreemdelingen met liefde behandelen. Want we zijn uiteindelijk allemaal vreemdelingen geweest of stammen af van vreemdelingen. De geschiedenis van het slavenvolk dat veertig jaar door de woestijn had gezworven nadat het in 400 jaar in Egypte tot slavernij was vervallen is natuurlijk geweldig. Er waren ooit 70 mensen naar Egypte gegaan en er kwamen enkele honderdduizenden terug. Ook onze geschiedenis wordt soms als zo geweldig voorgesteld. Ooit kwamen de Batavieren op boomstammen de Rijn afzakken en nu behoren we tot de 20 rijkste industrielanden in de wereld. Over onze samenleving hoeven we ons dan ook in het geheel niet te schamen. Natuurlijk zijn er problemen die we moeten aanpakken en oplossen. We hebben nog steeds nare gevolgen van hebzucht. We delen nog steeds onvoldoende, er zijn nog steeds voedselbanken nodig en de inkomensverschillen in allerlei bedrijven zijn onverklaarbaar groot. Er is nog steeds misdaad in ons land en jongeren worden verwaarloosd en vervallen soms onnodig tot misdaden. Maar misschien erger is dat de manier waarop wij onze landbouw hebben georganiseerd en handel drijven hongersnood veroorzaakt in arme landen. Erger is ook dat de kleding die wij dragen voor een groot deel wordt gemaakt door kinderen onder erbarmelijke omstandigheden. Erger is ook dat om hier mannelijke lusten te bevredigen arme meisjes uit minder welvarende landen gedwongen worden in onze sexindustrie te gaan werken en daar worden verhandeld, gemarteld, geslagen en vernederd. Heel het boek Deuteronomium spoort ons aan de Weg te gaan die God ons wijst. Daarvoor moeten we eerst opstaan en die Weg willen gaan. Volgens dit boek is het een Weg die voert van dood naar leven. Ook al leven wij nu in een betrekkelijke welvaart als we de Weg willen gaan van de God van Israël dan zullen ook wij moeten opstaan, opstaan tegen al dat onrecht in onze samenleving, het onrecht dat ons omringt. Ook vandaag weer opstaan dus.

Plaats een reactie