Hun bezittingen raakten ze met geen vinger aan

Ester 9:1-15
1 De dertiende dag van de twaalfde maand, de maand adar, brak aan, de dag waarop het bevel en de wet van de koning zouden worden uitgevoerd, de dag waarop de vijanden van de Joden hen in hun macht hoopten te krijgen. Maar het omgekeerde gebeurde: het waren juist de Joden die hun belagers in hun macht kregen. 2 Die dag sloten de Joden zich in alle steden aaneen, in alle provincies van koning Ahasveros’ rijk, om hen die op hun ondergang uit waren om te brengen. Niemand hield stand tegen de Joden, want angst voor hen had zich van alle volken meester gemaakt. 3 De hoofden van alle provincies, de satrapen, de gouverneurs en de koninklijke ambtenaren steunden de Joden uit angst voor Mordechai. 4 Mordechai had immers een hoge positie in het paleis en zijn faam verbreidde zich over alle provincies; hij werd hoe langer hoe machtiger. 5 De Joden sloegen met het zwaard op al hun vijanden in en zaaiden dood en verderf, ze deden met hun belagers wat ze wilden. 6 In de burcht van Susa doodden ze niet minder dan vijfhonderd man. 7 Ook doodden ze Parsandata, Dalfon en Aspata, 8 Porata, Adalja en Aridata, 9 Parmasta, Arisai en Aridai en Waizata, 10 de tien zonen van Haman, de zoon van Hammedata, de vijand van de Joden. Maar hun bezittingen raakten ze met geen vinger aan. 11 Toen de koning die dag vernam hoeveel mensen er in de burcht van Susa gedood waren, 12 zei hij tegen koningin Ester: ‘Alleen al in de burcht van Susa hebben de Joden vijfhonderd man gedood, ook de tien zonen van Haman. Hoeveel tegenstanders zullen ze dan wel niet hebben gedood in de andere provincies van het rijk! Wat wilt u verder nog vragen? Het zal u gegeven worden. Wat is uw wens? Hij zal vervuld worden.’ 13 Ester antwoordde: ‘Als het de koning goeddunkt, laat hij de Joden in Susa dan toestemming geven om ook morgen te handelen volgens de wet die voor vandaag geldt. En laat hij hun toestaan om de lijken van Hamans tien zonen aan een paal te hangen.’ 14 De koning gaf bevel dat het zo zou gebeuren. Er werd in Susa een wet uitgevaardigd, en ook werden de tien zonen van Haman opgehangen. 15 De Joden in Susa sloten zich dus ook op de veertiende dag van de maand adar aaneen en ze doodden in Susa nog eens driehonderd man. Maar hun bezittingen raakten ze met geen vinger aan. (NBV)
Mensen die geweld willen gebruiken lijken het nooit te leren. Zelfs als de maatschappelijke wind zich tegen hen keert gaan ze met dichte ogen door. In het verhaal van Ester zijn het de Joden die zich aaneensluiten en zich weten te verdedigen. Het middenkader van de Staat had heel goed begrepen waar de juiste politieke wind vandaan kwam en steunde de Joden in hun verzet. De wet van de Koning die hen het recht gaf zich te verdedigen gaf hen ook het recht het bezit van hen die sneuvelden tot hun eigendom te maken. Maar heel uitdrukkelijk wordt gezegd dat ze die bezittingen niet aanraakten. Het geweld is een keuze voor het leven en tegen de dood. Het geweld is niet bedoeld om macht uit te oefenen of te krijgen, het is niet bedoeld om er zelf rijker van te worden.
Vandaag lijkt dat wat anders te gaan. Wie het geweld in het Missen Oosten vergelijkt met het geweld van de internationale gemeenschap in Afrika kan zich niet aan de indruk onttrekken dat de belangen van de westerse naties in het Midden Oosten veel groter zijn dan de belangen in Afrika. In het Midden Oosten gaat het misschien ook wel meer om zelfverdediging dan om de bescherming van weerloze burgers tegen een dolgedraaide dictator. En cynisch opgemerkt kan misschien gezegd worden dat de vluchtelingen uit Afrika te ver van het Italiaanse Lampedusa en het Griekse Lesbos wonen. Maar een wereld waar tijdig wordt ingegrepen als onschuldige en ongewapende burgers worden bedreigd met geweld en er geen regering is om hen te beschermen is nog ver weg.
In het verhaal van Ester is het Mordechai die het recht vertegenwoordigd die de wet voor elkaar krijgt die zelfverdediging toestaat, dat in tegenstelling met Haman in die alleen uit is op eigen macht. Dat ons internationaal recht zich beweegt in de richting van Mordechai en de Hamans uit deze wereld niet langer in bescherming neemt gaat nog maar heel langzaam. Dictators in deze wereld die moorden en roven blijven maar al te vaak buiten schot. Er zijn er die voor het internationale strafhof zijn gedaagd. En het strafhof zelf is ook nog jong. Pas na de tweede wereldoorlog zijn er tribunalen ingesteld. Maar hoeveel daders van hoeveel genocides hebben het lot van Haman moeten delen? Dat zijn er nog maar heel weinig. Het verhaal van Ester is een verhaal van deze wereld omgekeerd. Niet alleen de wereld van enkele honderden jaren voor de geboorte van Christus, maar ook van de wereld van de eenentwintigste eeuw. Wij zijn nog lang niet klaar met het omkeren van onze wereld van een wereld vol geweld naar een wereld vol recht en gerechtigheid. Zolang wij de armen zichzelf laten verdedigen, valt er nog een heleboel werk te verzetten. Het is maar goed dat we er elke dag weer opnieuw aan mogen beginnen, ook vandaag weer.

Plaats een reactie