Hij richtte een groot feestmaal aan.

Lucas 5:27-39

27 Daarna ging hij naar buiten en zag hij bij het tolhuis een tollenaar zitten die Levi heette. Hij zei tegen hem: ‘Volg mij!’ 28 Levi stond op, liet alles achter en volgde hem. 29 Hij richtte in zijn huis een groot feestmaal voor hem aan, waarop een groot aantal tollenaars en anderen samen met Jezus aanwezig waren. 30 De Farizeeën en hun schriftgeleerden zeiden morrend tegen zijn leerlingen: ‘Waarom eet en drinkt u met tollenaars en zondaars?’ 31 Maar Jezus antwoordde: ‘Gezonde mensen hebben geen dokter nodig, maar wie ziek is wel; 32 ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar om zondaars aan te sporen een nieuw leven te beginnen.’ 33 Ze zeiden tegen hem: ‘De leerlingen van Johannes vasten dikwijls en zeggen hun gebeden, zoals ook de leerlingen van de Farizeeën doen, maar die van u eten en drinken maar.’ 34 Jezus zei: ‘U kunt toch niet verlangen dat de bruiloftsgasten vasten zolang de bruidegom bij hen is? 35 Maar er komt een dag dat de bruidegom bij hen wordt weggehaald, en dan is het hun tijd om te vasten.’ 36 Hij vertelde hun ook een gelijkenis: ‘Niemand scheurt een lap van een nieuwe mantel om daarmee een oude mantel te verstellen, want dan scheurt hij de nieuwe, terwijl de lap niet bij de oude past. 37 En niemand giet jonge wijn in oude leren zakken, want dan scheuren de zakken door de jonge wijn en wordt de wijn verspild, terwijl de zakken verloren gaan. 38 Jonge wijn moet in nieuwe zakken worden gedaan. 39 Maar niemand die oude wijn gedronken heeft, wil jonge; hij zegt immers: “De oude wijn is goed!”’ (NBV)

We vallen vandaag met onze neus in de boter want het gaat vandaag in onze dagelijkse lezing uit de Bijbel om een feestmaal. Of daar in elke gemeente in ons land evenveel aanleiding voor is blijft natuurlijk een vraag. Maar maaltijden zijn voor Joden en Christenen de belangrijkste religieuze gebeurtenissen. En omdat het belangrijke godsdienstige handelingen zijn moet je er voorzichtig mee omgaan. Je kunt dat wat je eet en drinkt vergoddelijken en dus dat wat je eet en drinkt gaan aanbidden. Dat is afgoderij en dat verwijt klinkt dan soms ook tussen kerken vandaag de dag vooral als kerken willen gaan uitmaken wie wel en wie niet aan de maaltijd in de kerk kan deelnemen op andere gronden dan dat men wel of niet lid is van de betreffende kerk. In de tijd van Jezus van Nazareth klonk de waarschuwing dat je moet uitkijken met wie je de maaltijd nuttigt. Dat kan niet met iedereen. Vandaag klinkt die waarschuwing ook aan advocaten bijvoorbeeld. Ze kunnen niet voor hun plezier gaan eten met zware criminelen die van ernstige misdrijven worden verdacht en voor wie ze in processen als verdediger moeten optreden. Ze krijgen dan het etiket maffiamaatje opgeplakt en dat schaadt hun optreden en geloofwaardigheid als advocaat.

We moeten dus voorzichtig zijn. Jezus van Nazareth at met Jan en alleman. In dit verhaal wordt de maaltijd hem aangeboden door een belastinginner. Langs de kant van de weg stonden tolhuisjes en iedereen die daar langs kwam moest belasting betalen. Tollenaars betaalden aan de Romeinse bezetter een pachtsom voor het mogen heffen van de tol en moesten om te leven winst maken op het heffen van die belasting. Ze werden er meestal niet arm van en waren daarom ook niet geliefd. Zo’n belasting, die voor iedereen gelijk was, drukte ook nog het zwaarst op de armsten. Bovendien werkten ze voor de bezetter en dat maakte hen nog minder geliefd. Jezus van Nazareth ging echter niet voor niks bij hen eten. Hij had al eens zo’n tollenaar zover gekregen de helft van diens bezit onder de armen te laten verdelen en terug te geven aan hen van wie te veel was afgeperst. Liefde voor mensen betekent dus mensen die niet geliefd zijn weer op het rechte pad te krijgen en te zorgen dat ze in plaats van een gehaat medemens weer een geliefd medemens worden. Als dat lukt is het feest, pas als je verdriet hebt ga je vasten.

Niet eten en drinken, of heel sober eten en drinken. Bij de volgende feestmaaltijd waardeer je die maaltijd des te meer en kan je er dubbel van genieten. Ter voorbereiding op het grootste feest van de Christelijke Kerk, Pasen, zijn mensen in de veertig dagen voor Pasen daarom ook gaan vasten, alleen de zondagen slaan ze over, dan wordt al vast een beetje Pasen gevierd. Maar op de andere dagen even terug in overvloed en wat je bespaart opzij leggen voor de armen in de wereld, om er met Pasen en na Pasen weer tegenaan te kunnen en weten welke rijkdom je eigenlijk hebt. Binnenkort begint die periode van onthouding. Ondanks alle feestgedruis die daar aan vooraf gaat weten we heel goed dat er in de wereld nog lang niet genoeg wordt gedeeld, weten we dat er in de wereld nog lang geen vrede is. Maar als je weet met minder toe te kunnen wordt het ook wat makkelijker om te delen en als je weet hoe vervelend het is helemaal niets te hebben gun je dat een ander ook helemaal niet en deel je vanzelf met die ander. Dan heb je samen feest. En vandaag kunnen we dus een feest bouwen, zorgen dat er voor anderen genoeg is.

Plaats een reactie