Toen stond hij op

Rechters 16:1-3
1 Op een keer was Simson in Gaza. Daar viel zijn oog op een hoer en hij ging bij haar naar binnen. 2  De inwoners van Gaza kwamen erachter dat Simson in de stad was. De waakzaamheid in de stad werd verhoogd en bij de stadspoort hield een aantal mannen zich gereed om hem te overmeesteren; verder deden ze die nacht nog niets. ‘Zodra het licht wordt zullen we hem doden, ‘zeiden ze. 3  Maar Simson sliep niet langer dan tot middernacht, toen stond hij op. Bij de stadspoort gekomen greep hij de beide deurposten vast en rukte ze los met deuren en sluitbalk en al; hij nam het hele gevaarte op zijn schouders en droeg het weg, helemaal naar een van de bergtoppen tegenover Hebron. (NBV)

Je kunt deze drie verzen uit het boek Rechters bijna lezen als een mop. Twintig jaar hield Simson de vrede in Israel in stand. Dat moet een bezoeking zijn geweest voor de Filistijnen die daarvoor de baas waren. En dan komt diezelfde Simson weer eens naar de stad, naar Gaza, de stad van de Filistijnen. Hij gaat naar de hoeren. In de Bijbel gaat zelfs een man Gods naar de hoeren, daar denken we tegenwoordig toch een tikkeltje anders over. Maar dat anders denken is kennelijk later begonnen. Gebruik maken van een ander mens als was het een voorwerp is niet de manier waarop we met elkaar willen omgaan. Tegenwoordig denken we zelfs dat de Bijbel het afkeurt als we op die manier met elkaar omgaan. In onze dagen worden hoeren vaak gedwongen tot hoererij en dat is nog veel erger, daar kunnen we niet hard genoeg tegen optreden.

Simson blijft ook niet lang. De Filistijnen dachten dat ze hem al hadden, poorten dicht, soldaten op wacht, iedereen alert. Maar Simson was net iets te vroeg. Die poorten hielden hem niet tegen, hij tilde ze op en nam ze mee. En niet zomaar even, maar naar een bergtop tegenover Hebron. Daar stonden de Filistijnen toch even beteuterd te kijken en ze wisten direct weer wie de baas in het land was. En wie de baas is het land is is niet onbelangrijk nietwaar. Poorten zijn overigens in de Bijbel de plaatsen van het recht. Simson laat zien hoe onrechtvaardig de Filistijnen eigenlijk zijn als ze steeds het land willen plunderen dat door anderen is bewerkt. Bij ons is dat plunderen keurig via wetten geregeld. Denk maar eens aan de afschaffing  van de dividentbelasting die gevolg wordt door een verhoging van de BTW en een verlaging van de winstbelasting.
We zouden in onze samenleving eens aan eerlijk delen gaan doen. Helemaal onverwacht kwam dus het verzet tegen de afschaffing van de dividentbelasting dan ook niet. Dat rechtvaardigheid iets heel anders zou zijn dan het delen van kennis, macht en inkomen is een ingesleten gedachte. Alleen een Rechter als Simson kan laten zien dat het anders is. Dat Recht en rechtvaardigheid juist te maken heeft met het vermogen te delen en niet te profiteren op kosten van de armen. De kredietcrisis is eigenlijk ten einde. Veel mensen die afhankelijk zijn van een salaris werden werkloos worden en hun inkomen werd verminderd. Ook de overheid moest bezuinigen en samen zullen we er voor moeten zorgen dat de rekening bij de rijken komt te liggen en niet bij de armen. Anders worden ook bij ons de deuren van het recht weggedragen.

Plaats een reactie