Het is het tranenbrood

Deuteronomium 16:1-17

1 Ieder jaar in de maand abib moet u voor de HEER, uw God, het pesachoffer bereiden. Hij heeft u immers op een nacht in die maand uit Egypte weggeleid. 2  Voor het pesachoffer ter ere van de HEER moet u geiten, schapen of runderen slachten op de plaats die hij zal kiezen om er zijn naam te laten wonen. 3  Bij dat vlees mag u geen gedesemd brood eten, maar alleen ongedesemd brood, gedurende zeven dagen. Het is het tranenbrood dat u, zolang u leeft, zal herinneren aan de dag waarop u wegtrok uit Egypte, aan dat overhaaste vertrek. 4  Zeven dagen lang mag er in het hele land bij u geen stukje zuurdesem te vinden zijn. En van het vlees dat de slacht van de eerste avond oplevert, mag niets tot de volgende dag bewaard worden. 5  U mag de dieren voor het pesachoffer niet slachten in elk van de steden die de HEER, uw God, u zal geven, 6  maar u moet dat op de ene plaats doen die hij zal uitkiezen om er zijn naam te laten wonen, en wel ‘s avonds, bij zonsondergang, het tijdstip waarop u uit Egypte vertrok. 7  Daar moet u het vlees bereiden en eten; de volgende morgen kunt u weer naar uw eigen woonplaats terugkeren. 8  Zes dagen lang moet u ongedesemd brood eten, en de zevende dag is er een feestelijke samenkomst voor de HEER, uw God; dan mag u niet werken. 9  Zeven weken moet u aftellen: zeven weken nadat de eerste sikkel in het koren is gezet 10  moet u voor de HEER, uw God, het Wekenfeest vieren, zo uitbundig als uw vrijwillige gaven het toelaten, naar de mate waarin de HEER, uw God, u zegent. 11  Ten overstaan van hem moet u dan feestvieren, samen met uw zonen en dochters, uw slaven, uw slavinnen, de Levieten die bij u in de stad wonen, en de vreemdelingen, de weduwen en de wezen. Doe dat op de plaats die de HEER, uw God, zal kiezen om er zijn naam te laten wonen. 12  Bedenk dat u zelf in Egypte slaaf bent geweest; houd u daarom zorgvuldig aan deze voorschriften. 13  Wanneer het graan is gedorst en de druiven zijn geperst, moet u gedurende zeven dagen het Loofhuttenfeest vieren. 14  Vier dan uitbundig feest, samen met uw zonen en dochters, uw slaven, uw slavinnen, en de Levieten, de vreemdelingen, de weduwen en de wezen die bij u in de stad wonen. 15  Zeven dagen lang moet u voor de HEER, uw God, feestvieren op de plaats van zijn keuze. Hij zal immers al uw werk zegenen en u een rijke oogst geven. Vier daarom uitbundig feest. 16  Driemaal per jaar moeten alle mannen dus voor de HEER, uw God, verschijnen op de plaats die hij zal kiezen: voor het feest van het Ongedesemde brood, het Wekenfeest en het Loofhuttenfeest. Ze mogen daar niet met lege handen komen; 17  ieder moet geven naar de mate waarin de HEER, uw God, hem heeft gezegend. (NBV)

Voor Christenen is dit gedeelte uit het boek Deuteronomium niet zonder betekenis. Twee van de grote Christelijke feesten konden ontstaan door de voorschriften uit dit gedeelte. Sinds het bewind van Koning Josia was het volk Israël zich bewust van deze feesten en als men niet in ruime mate de vreemde Kanaänitische feesten volgde dan vierde men het Pesach feest, het Wekenfeest en het Loofhuttenfeest. Het Pesachfeest en het Wekenfeest kennen we in het Christendom. Het  Pesach als Paasfeest en het Wekenfeest als Pinksterfeest. Het Pesachfeest was het feest waarop de uittocht uit Egypte werd herdacht en het Wekenfeest was een oogstfeest waarop ook het sluiten van het verbond op de Horeb werd herdacht. Dat was bij de inrichting van die feesten dan ook goed te merken. Bij het Pesachfeest werden ritueel de gewoonten uit de slavernij weer tot leven gebracht. In het hete woestijnzand van Egypte moest je geen vers geslacht vlees tot de volgende dag bewaren, dan is het bedorven. Daarom mag het ook niet in de zeven dagen van het Pesachfeest.

Tijdens de slavernij, die voorafgaande aan de bevrijding steeds erger werd, had je geen tijd om het brood te laten rijzen voor je het ging bakken. Daarom heet het ongezuurde brood dat met Pesach wordt gegeten het tranenbrood, het is het brood uit de slaventijd. Dat het niet zo snel bedierf en daarom ideaal was om tijdens de vlucht uit Egypte mee te nemen was een gelukkige bijkomstigheid. Ook vandaag de dag herinnert het Pesachfeest van de Joden aan het lijden dat het volk heeft moeten doormaken. Daarom staan er op de Pesachtafel ook de bittere kruiden waarvan gegeten wordt, na de Tweede Wereldoorlog met haar Holocaust, hebben deze kruiden een extra bittere betekenis gekregen. Bij het vieren van het Verbond met als centrale wet het Heb Uw Naaste Lief als Uzelf, staat dat liefhebben centraal. Dan wordt er uitbundig feest gevierd, maar dat feest moet je delen. Aan je feest moeten naast je familieleden ook je slaven en slavinnen, je knechten en de vreemdelingen die je helpen deelnemen, ook moet er plaats zijn voor de armen. Het feest wordt gevierd bij het centrale Heiligdom, in de loop van de geschiedenis is dat de Tempel in Jeruzalem geworden, maar oorspronkelijk had elke stam een eigen heiligdom. Alleen de Samaritanen hadden dat nog over tijdens het leven van Jezus van Nazareth.

In de Tempel werkten de Levieten die ook in alle steden van Israël de rechtspraak verzorgden. Ook zij moesten mee mogen doen in de maaltijd van het Wekenfeest. Het Pesachfeest, het feest van Bevrijding is voor Christenen het feest van de bevrijding van de dood geworden. Niet langer was de angst voor de dood, angst voor een dodende overheid, bepalend voor je gedrag, maar de liefde voor allen. Daarom werd een maaltijd als op het Wekenfeest, waarop brood en wijn werd gedeeld, de centrale rite uit het Christendom, ter herinnering aan Jezus van Nazareth die de liefde door de dood heen vol wist te houden. Aanvankelijk werd op dat Pesachfeest ook de herinnering aan de uitstorting van de Geest en de Hemelvaart gevierd. Je kunt dat op het eind van het evangelie van Lucas nalezen. Later werd de oogst die de Geest aan de Christelijke gemeente had gebracht gevierd op het Wekenfeest en nog later kreeg de Hemelvaart haar bijzondere plaats. Bij al die feesten gaat het niet om offers te brengen aan een God om die gunstig te stemmen, maar om te delen van wat je hebt, wat je hebt gekregen uit dankbaarheid voor die God, voor het leven in vrijheid dat we mogen leven en dat we ook anderen mogen geven, ook vandaag weer.

Plaats een reactie