Wie hebben ze liever als heerser

Rechters 8:33–9:21

33  Na de dood van Gideon begonnen de Israëlieten opnieuw achter de Baäls aan te lopen. Ze verhieven Baäl-Berit tot god 34  en vergaten de HEER, hun God, die hen had bevrijd van de hen omringende vijanden. 35  Ook bewezen ze de familie van Jerubbaäl niet de verschuldigde dankbaarheid voor al het goede dat hij, Gideon, voor Israël had gedaan. 1 Abimelech, de zoon van Jerubbaäl, ging naar Sichem, waar de familie van zijn moeder woonde, en zei tegen zijn ooms en zijn neven: 2  ‘Leg de burgers van Sichem de vraag voor wie ze liever als heerser hebben: de zeventig zonen van Jerubbaäl gezamenlijk of één man, die bovendien hun bloedverwant is.’ 3  Toen zijn ooms zijn vraag voorlegden aan de burgers van Sichem, spraken die hun voorkeur uit voor Abimelech, met als argument dat hij familie van hen was. 4  Ze gaven hem zeventig sjekel uit de tempel van Baäl-Berit. Met dat geld huurde Abimelech een legertje gewetenloze avonturiers. 5  Daarmee ging hij naar Ofra, naar het huis van zijn vader, waar hij zijn broers, de zeventig zonen van Jerubbaäl, stuk voor stuk ter dood bracht op een en dezelfde steen. Alleen Jotam, de jongste, wist te ontkomen, want hij had zich verstopt. 6  Daarop kwamen de burgers van Sichem en Bet-Millo bij de eik bij het gedenkteken in Sichem bijeen en riepen Abimelech tot koning uit. 7 Toen Jotam dit vernam, ging hij de Gerizim op en riep met stemverheffing vanaf de top: ‘Hoor mij aan, burgers van Sichem, en God zal u verhoren! 8  Eens gingen de bomen eropuit om een koning te kiezen. Ze vroegen de olijfboom: “Wilt u onze koning zijn?” 9  Maar de olijfboom antwoordde: “Zou ik ophouden mijn olie af te staan, waarmee mensen en goden worden vereerd, om wat te wuiven boven de andere bomen uit?” 10  Toen vroegen ze het aan de vijgenboom: “En u, wilt u onze koning zijn?” 11  Maar de vijgenboom antwoordde: “Zou ik ophouden mijn zoete vruchten af te staan, om wat te wuiven boven de andere bomen uit?” 12  Toen vroegen ze het aan de wijnstok: “En u, wilt u onze koning zijn?” 13  Maar de wijnstok antwoordde: “Zou ik ophouden mijn sap af te staan, dat goden en mensen verblijdt, om wat te wuiven boven de andere bomen uit?” 14  Ten slotte vroegen de bomen aan de doornstruik: “En u, wilt u onze koning zijn?” 15  En de doornstruik antwoordde: “Als u mij werkelijk tot uw koning wilt zalven, kom dan maar hier, in mijn schaduw is het goed toeven. Maar zo niet, dan zal er uit mijn takken een vuur komen dat de ceders van de Libanon zal verteren.” 16  Welnu, burgers van Sichem, als u te goeder trouw gehandeld hebt toen u Abimelech tot koning uitriep, als u Jerubbaäl en zijn familie de verschuldigde dankbaarheid hebt bewezen, als u mijn vader naar zijn verdienste hebt beloond 17  hij is immers voor u ten strijde getrokken, hij heeft voor u zijn leven op het spel gezet, hij heeft u bevrijd uit de greep van Midjan, 18  maar u bent vandaag tegen mijn familie in opstand gekomen, u hebt de zonen van mijn vader, zeventig man, op een en dezelfde steen ter dood gebracht, u hebt Abimelech, de zoon van zijn slavin, tot uw koning uitgeroepen omdat hij familie van u is-, 19  als u kortom vandaag te goeder trouw gehandeld hebt ten opzichte van Jerubbaäl en zijn familie, dan wens ik u veel geluk met Abimelech en hem met u! 20  Maar zo niet, dan zal er uit Abimelech een vuur komen dat de burgers van Sichem en Bet-Millo zal verteren, en er zal uit de burgers van Sichem en Bet-Millo een vuur komen dat Abimelech zal verteren.’ 21  Daarop nam Jotam de vlucht. Hij week uit naar Beër en bleef daar wonen, buiten bereik van zijn broer Abimelech. 22  Drie jaar had Abimelech het in Israël voor het zeggen. (NBV)

Sterke leiders hebben we nodig. We horen dat vandaag de dag ook nog wel. Wie heeft in het debat over de algemene beschouwingen de meeste leiderschap getoond, Klaver of Rutte ? Alsof het belangrijk is, of de inhoud niet belangrijker is. Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat inhoud inderdaad meestal niet belangrijk is. Aan de Universiteit van Nijmegen hebben ze, al weer lang geleden, een aantal mensen naar hun voorkeur gevraagd, vonden ze Wiegel of van Thijn beter. Vervolgens kregen de mensen een opname van beide politici te zien en werd er gevraagd wie er een beter verhaal had, Wiegel of van Thijn. Het bleek dat de mensen die Wiegel beter hadden gevonden ook zijn verhaal beter vonden en mensen die van Thijn beter hadden gevonden vonden ook van Thijn beter. Wat de mensen niet echt door hadden was dat beide politici letterlijk hetzelfde verhaal hadden gehouden. “Een beter verhaal” was er dus helemaal niet.

Door al die koningen door de eeuwen heen, en directeuren en minister-presidenten aangevuld met kapiteins en generaals zijn we er in gaan geloven dat je per se één mens als baas moet hebben. De Bijbel leert dat het zonder ook zou kunnen, alleen wij willen dat niet. De mensen van Sichem trappen er ook weer in. Wie wil er nu 70 bazen, één is beter, en het liefst één van het eigen volk. Abilmelech, zijn naam betekent immers al zoon van de koning. Joram, de jongste zoon van Gideon prikt er fijntjes doorheen met zijn beroemde fabel over de bomen in het bos. De bomen kijken wel uit om koning te worden. Ze dragen vrucht, geven schaduw, verschaffen genot, kortom, behalve de doornenstruik, hebben ze allerlei goede taken en eigenschappen. Een koning is alleen maar koning. En wie wil er nu een doornenstruik als koning.

Als je per se een sterke leider wil hebben hou je er altijd een doornenstruik aan over, die is nergens anders geschikt voor. Laten we dus vooral goed opletten wat die politici met ons voor hebben. Al die partijen hebben internetpagina’s, op sommige staat welke leuke bijeenkomsten ze organiseren, op andere staat wat ze willen bereiken, wat ze met ons en de samenleving voorhebben. Ga maar eens surfen langs de bomen van ons politieke bos. En de politiek voorhouden wat het goede is en niet dan het goede kan ook. Vragen om een referendum over de uitbreiding van het kinderpardon. Het kan toch niet zo zijn dat kinderen die hier zijn geboren en getogen, de basisschool hebben afgerond toch worden gedeporteerd naar een voor hen vreemd land, waar armoede heerst en ze blootgesteld worden aan geweld en onderdrukking. Of hebben wij een doornstruik als staatssecretaris?

 

Plaats een reactie