Ze sloegen hun kruiken kapot

Rechters 7:13–8:3

13  Toen Gideon aankwam, was er juist iemand aan het vertellen wat hij had gedroomd. ‘Wat ik nu toch gedroomd heb!’ zei hij. ‘Een gerstebrood rolde razendsnel rond door het kamp, botste tegen een tent aan en kegelde die omver, zodat hij in elkaar zakte.’ 14  ‘Dat kan niets anders zijn dan het zwaard van de Israëliet Gideon, de zoon van Joas, ‘verklaarde zijn kameraad. ‘Dat betekent dat God hem ons met ons hele kamp in handen heeft gegeven.’ 15  Zodra Gideon de droom en de uitleg ervan had gehoord, boog hij zich dankbaar neer. Terug in het kamp spoorde hij de Israëlieten aan: ‘Het is zover! De HEER geeft jullie het kamp van Midjan in handen!’ 16 Hij verdeelde de driehonderd man in drie groepen en gaf ieder van hen een ramshoorn en een lege waterkruik met een brandende fakkel erin. 17  Toen zei hij: ‘Let goed op wat ik doe. Wanneer ik de voorposten van het kamp ben genaderd, moeten jullie precies hetzelfde doen als ik. 18  Blazen wij, ik en mijn groep, op de ramshoorn, dan moeten jullie ook op je ramshoorn blazen, rond heel het kamp, en schreeuwen: “Voor de HEER en Gideon!”’ 19  Aan het begin van de middelste nachtwake, vlak na de wisseling van de wacht, kwam Gideon met zijn groep van honderd man bij de voorposten van het kamp. Ze bliezen op hun ramshoorns en sloegen de kruiken die ze bij zich hadden aan stukken. 20  Alle drie de groepen bliezen nu op hun ramshoorns en sloegen hun kruiken kapot. Ze hielden hun fakkels in de linkerhand en hun ramshoorns in de rechter en schreeuwden: ‘Te wapen voor de HEER en Gideon!’ 21  Ze bleven rond het kamp staan en brachten de Midjanieten in rep en roer. 22  Terwijl de driehonderd Israëlieten op hun ramshoorns bliezen, liet de HEER de Midjanieten in heel het kamp het zwaard tegen elkaar opnemen, tot ze uiteindelijk op de vlucht sloegen in de richting van Serera, naar Bet-Hassitta, tot aan de rivieroever bij Abel-Mechola, boven Tabbat. 23 Gideon liet de weerbare Israëlieten uit Naftali, Aser en Manasse terugroepen om de Midjanieten te achtervolgen. 24  Ook stuurde hij een afvaardiging naar het bergland van Efraïm, met de boodschap: ‘Ga de Midjanieten tegemoet en snijd hun de pas af door de Jordaanoever te bezetten tot aan Bet-Bara.’ Na deze oproep bezetten de mannen van Efraïm de Jordaanoever tot aan Bet-Bara. 25  Ze overmeesterden Oreb en Zeëb, de beide legeraanvoerders van de Midjanieten. Oreb werd gedood bij de Rots van Oreb en Zeëb bij de Perskuip van Zeëb. Ze zetten de achtervolging op de Midjanieten in en brachten de hoofden van Oreb en Zeëb naar Gideon, die inmiddels de Jordaan was overgestoken. 1 Daarbij zeiden ze: ‘Waarom hebt u ons er niet bij betrokken toen u tegen Midjan ten strijde trok? Dat is toch geen manier van doen!’ Ze maakten hem de heftigste verwijten, 2  maar Gideon antwoordde: ‘Wat ik deed, is toch niets vergeleken bij wat u gedaan hebt? Efraïm heeft de kroon gezet op het werk van Abiëzer. 3  God heeft de beide legeraanvoerders van Midjan, Oreb en Zeëb, aan u uitgeleverd. Daarbij valt alles wat ik heb kunnen doen toch in het niet?’ Toen Gideon de zaak zo voorstelde, bedaarde de woede van de mannen van Efraïm. (NBV)

Zo jaag je een vijand zoveel schrik aan dat die op de vlucht slaat. Een heleboel lawaai maken. Zo af en toe kan dat op het Binnenhof of op het Malieveld in Den Haag. Twee honderd en vijftig organisaties hebben opgeroepen om het Binnenhof te omsingelen in protest tegen het regeringsbeleid. Tegenwoordig komt dat lawaai ook via de zogenaamde sociale media. Soms worden die verguisd vanwege de toon en de woordkeus, soms geprezen om de solidariteit en barmhartigheid met armen die er uit blijkt. We kunnen een onderscheid maken, een Bijbels onderscheid zelfs. Wie zich op de sociale media laat horen om anderen kapot te maken en zichzelf beter vindt hoort niet bij betrokken mensen.

Wie echter aandacht en solidariteit vraagt voor mensen die in het nauw dreigen te komen, of al in het nauw zijn gekomen, verdienen aandacht en soms ook ondersteuning. Vaak is het indrukken van één knop  voldoende om een noodkreet te laten uitgroeien tot een massale roep op recht en gerechtigheid. Wie het niet kan verdragen dat kinderen die in Nederland zijn geboren, hier opgegroeid zijn en op het punt staan naar het voortgezet onderwijs te gaan of daar al school gaan worden gedeporteerd naar landen waar we ook soldaten heen sturen en ze geen enkele band mee hebben, heeft op de sociale media middelen genoeg om zich aan te sluiten bij de groeiende  beweging voor het  recht van kinderen op te groeien op een veilige en zorgzame plek.

Gideon laat zien hoe het werkt. Zijn kleine groep mensen maakt zoveel lawaai dat de machtige soldaten in de war raken en elkaar te lijf gaan. Uiteindelijk slaat dat hele sterke leger op de vlucht. De stammen die eerst niet met Gideon meededen zijn nu kwaad dat ze niet mee kunnen delen in de eer die Gideon heeft behaald. Het ging Gideon echter niet om zijn eigen eer maar om het volk te beschermen tegen de zoveelste plundering van de oogst en de rijkdom van het volk. Uiteindelijk was de straf voor de leiders van de plunderaars en het definitief verslaan van hun leger voldoende om Israël weer een lange tijd te verzekeren van vrede  en daarmee van een welvaart die gedeeld kon worden met de armsten. Zo kunnen ook wij vandaag onze fakkels heffen en lawaai maken op de sociale media om gerechtigheid te krijgen voor de armsten en die mensen die onrecht wordt aangedaan.

Plaats een reactie