Daar ging hij zitten

Matteüs 5:1-10

Vroeger noemden we dit begin van de Bergrede de Zaligsprekingen. Jezus verklaart een aantal groepen mensen zalig. Maar de Roomse zogenaamde kerk heeft aan die zaligverklaringen een betekenis gegeven die voor menig Protestant de geur van afgoderij heeft en daarom is de benaming zaligsprekingen niet meer zo’n gelukkige. Dit begin van de Bergrede staat ook niet op zichzelf zoals we lang hebben geleerd. Jezus van Nazareth heeft vaak van zichzelf gezegd dat hij gekomen was om eindelijk te doen wat de bedoeling was van het Oude Testament. En in dit begin vindt je dan ook allemaal citaten uit de Psalmen en de profeten, zoals Jesaja. Maar al die mensen die gelukkig zullen zijn geven ons wel een probleem. Het zijn de softies in onze wereld. De bescheiden mensen, de treurenden, de zachtmoedigen, de idealisten die hongeren en dorsten naar gerechtigheid, de barmhartigen, de integeren, de vredestichters, en de vervolgden vanwege de gerechtigheid, de klanten van Amnesty International. Behalve de vredestichters, die krijgen nog de Nobelprijs voor de vrede, zijn het niet direct mensen die in onze wereld op enig aanzien kunnen bogen. Je vindt ze vaak onder armen, die kijken wel uit hun nek uit te steken. Je vindt ze ook onder vrouwen, bescheiden zoals ze blijven zorgen voor anderen ook onder de meest moeilijke omstandigheden. Maar wil je nu horen bij de softies zoals ze hier genoemd worden? De citaten komen niet voor niets uit het Oude Testament. Daar staat een geschiedenis van het volk Israel beschreven als een conflict tussen de softies en de flinkerts. Steeds weer in die geschiedenis zijn er koningen of partijen die de kant van de sterken willen kiezen. Die bondgenootschappen met machtige volken sluiten. Die rijkdom, macht en aanzien nastreven. En iedere keer als ze de kop opsteken gaan ze ook net zo hard ten onder. Al dat wapengekletter en al die pracht en praal leiden alleen maar tot tegengeweld en uiteindelijk tot de ondergang van het volk en de ballingschap. Alleen daar waar men met elkaar wil delen. Alleen wanneer de Wet van heb je naaste lief als jezelf wordt gevolgd dan kan het volk overleven en zichzelf blijven. En aan het begin van de geschiedenis zoals Matteüs die van Jezus van Nazareth vertelt staat dus de geschiedenis van het volk Israël zoals de toehoorders van die Bergrede die na zouden kunnen volgen. De Wet van heb je naaste lief als jezelf werd ooit vanaf een Berg in de Woestijn door Mozes aan het volk gegeven. Nu geeft Jezus van Nazareth vanaf een Berg dezelfde wet aan zijn volgelingen. En dan mogen we beseffen dat het niet de softies zijn die hier getroost worden met hun onderdanige positie maar dat hier de Wet van God wordt genoemd. Een Wet die de wereld kan veranderen genoemd in mensen waar we ook nu nog zelf bij kunnen gaan horen.

Plaats een reactie