Was alles maar als in de dagen van weleer!

Job 29:1-20

1 Job zette zijn betoog voort: 2  ‘Was alles maar als in de dagen van weleer, als in de dagen dat God over mij waakte, 3  in de tijd dat zijn lamp boven mij scheen en mijn weg door het donker verlichtte, 4  in de tijd dat ik de kracht van de jeugd bezat, met het vertrouwde gezelschap van God in mijn huis, 5  toen de Ontzagwekkende met mij verkeerde en mijn kinderen bij mij waren, 6  toen ik mijn voeten in room liet baden en voor mij een stroom van olie uit de rots opwelde. 7 Wanneer ik naar de stadspoort ging  om mijn plaats op het plein in te nemen, 8  trokken de jongeren zich terug zodra ze me zagen, en stonden de ouderen op om mij te begroeten. 9  De aanzienlijken staakten hun gesprekken en legden eerbiedig een hand op hun mond, 10  de stemmen van de edelen verstomden en hun tong kleefde aan hun gehemelte. 11  Ieder die mij hoorde prees mijn woorden,  ieder die mij zag had niets dan lof, 12  omdat ik de arme redde die om hulp riep, en de wees die in de steek gelaten was. 13  Ik werd gezegend door de stervende,  in het hart van de weduwe bracht ik de vreugde terug. 14  Ik kleedde mij in gerechtigheid en deze kleedde mij, het recht was mij een mantel en een tulband. 15  Ogen was ik voor de blinde, voeten was ik voor de lamme. 16  Voor de behoeftigen was ik een vader, ik verdedigde de zaak van vreemdelingen. 17  Ik brak de kaken van de boosdoener en ontrukte de prooi aan zijn tanden. 18 En ik zei bij mezelf: Ik zal sterven in mijn nest, als een feniks zal ik mijn dagen vermenigvuldigen, 19  met mijn wortels gestrekt naar het water en de dauw van de nacht op mijn takken, 20  met mijn eer die nooit zal verbleken, de boog in mijn hand steeds weer gespannen. (NBV)

Het is een verzuchting die veel mensen slaken. Was het maar als in de tijd toen de wereld nog eenvoudig was. Toen je je niet hoefde afvragen waar je buren vandaan kwamen en wie er bij je op school zaten. Toen je de mensen bij de supermarkt nog kon verstaan en toen je werk nog een bestaan voor het leven garandeerde. De dagen dat huwelijken nog werden gesloten tot de dood er op volgde en mannen bij vrouwen en de vrouwen bij de kinderen hoorden. Die dagen zijn voorbij, ze zijn voorgoed voorbij en zullen niet meer terugkeren. Politici die dan roepen dat we onze samenleving opofferen aan nieuwe, gevaarlijke en onbekende levensbeschouwingen en godsdiensten hebben ongelijk. Mensen blijven mensen en zullen altijd en overal nieuwe manieren moeten vinden om samen vorm te geven aan de veranderende tijd. Ooit waren wij van Duitsen bloed en hoewel we een prins van het Franse Orange zeer waardeerden eerden we de koning van Spanje.

Ooit was iedereen hier van hetzelfde Christelijke geloof, tot daar scheidingen ontstonden en later na de Franse revolutie er mensen kwamen die elke vorm van religie overboord zetten. Wie door onze straten trekt zal de geschiedenis zien van mensen die uit verre landen kwamen en uit landen dichtbij. We hebben Joden uit Oost en Zuid Europa opgevangen, Hugenoten uit Frankrijk en voormalige slaven uit onze koloniën in Suriname en Indonesië. We gaven soldaten uit alle landen van Europa een nieuw tehuis als ze uitgevochten waren en onze landgenoten zwermden uit over Afrika, Azië, Australië en de Amerika’s en lieten sporen achter die ook de geschiedenis van die continenten mee hebben bepaald. Voor Job betekent het verlangen naar het verleden iets heel anders dan het verlangen naar de eenvoudige en eenduidige samenleving.

Hij wil terug naar de tijd dat hij mee vorm gaf aan het recht dat in de stadspoort werd gesproken, toen hij opkwam voor de arme, de weduwe, de stervende. Hij wil terug naar de dagen toen hij ogen was voor de blinde en voeten voor de lamme. Naar de dagen dat hij de zaak van vreemdelingen verdedigde. Voor ons is dat niet terug naar het verleden maar op weg naar een samenleving waar we kunnen zeggen dat wij ons kleden in gerechtigheid en het recht ons een mantel en hoofdbedekking is voor ons toekomst. Voor dat we daarop mogen terugkijken moet er nog heel wat gebeuren. Vandaag kunnen we die nieuwe kleren aantrekken. Om dan aan het werk gaan voor gerechtigheid en vrede, bij Fair Trade winkels, bij Vluchtelingenwerk of Gered Gereedschap, bij Amnesty of Kerk in Actie, of gewoon in de eigen buurt. Elke dag kan het opnieuw.

Plaats een reactie