Jullie hebben mijn schapen verjaagd

Jeremia 22:24”“23:8

24  Zo waar ik leef-spreekt de HEER -,ook al droeg ik jou, koning Jechonja van Juda, zoon van Jojakim, als een zegelring aan mijn rechterhand, ik zou je ervan afrukken. 25  Ik lever je uit aan hen die je naar het leven staan, aan de mensen voor wie je zo bang bent: koning Nebukadnessar van Babylonië en de Chaldeeën. 26  Ik werp je weg, samen met je moeder, samen met haar die jou ter wereld bracht. Jullie worden weggevoerd naar een land waar jullie niet geboren zijn en daar zullen jullie sterven. 27  Hoezeer jullie ook verlangen om naar dit land terug te keren, dat zal niet gebeuren. 28  Is Jechonja soms een afgedankte, stukgeslagen pot, is deze man een kruik die nergens meer toe dient? Waarom worden hij en zijn kinderen weggeworpen, verdreven naar een onbekend land? 29   Land, o land, luister naar de woorden van de HEER ! 30  Dit zegt de HEER: Stel deze man als kinderloos te boek, schrijf dat zijn leven mislukt is, want geen van zijn nakomelingen zal ooit op Davids troon zitten en over Juda regeren. 1 ¶  Wee de herders die de schapen van mijn weiden in het verderf storten en laten verdwalen-spreekt de HEER. 2  Daarom-dit zegt de HEER, de God van Israël, tegen de herders die mijn volk weiden: Jullie hebben mijn schapen verjaagd en laten verdwalen, en jullie zijn ze niet gaan zoeken. Daarom ga ik jullie zoeken: ik zal jullie straffen voor je kwalijke praktijken-spreekt de HEER. 3  Wat er nog van de schapen over is, zal ik bijeenbrengen uit alle landen waarheen ik ze verjaagd heb. Ik breng ze terug naar hun weide, ze zullen vruchtbaar zijn en in aantal toenemen. 4  Ik zal herders over ze aanstellen die ze zo zullen hoeden dat ze geen angst meer kennen en er niet één meer zal worden gemist-spreekt de HEER. 5  De dag zal komen-spreekt de HEER dat ik aan Davids stam een rechtmatige telg laat ontspruiten, die als koning een wijs beleid zal voeren en die in het land recht en gerechtigheid zal handhaven. 6  Dan wordt Juda verlost en zal Israël in vrede leven. Zijn naam zal zijn “De HEER is onze gerechtigheid.” 7  Daarom, de dag zal komen-spreekt de HEER dat er niet meer wordt gezegd: “Zo waar de HEER leeft, die het volk van Israël uit Egypte heeft bevrijd,” 8  maar: “Zo waar de HEER leeft, die de nakomelingen van Israël uit het land van het Noorden heeft bevrijd en uit de andere landen waarheen hij hen verbannen had.” Dan zullen ze weer in hun eigen land wonen.’ (NBV)

Zo’n Koning vindt zichzelf altijd heel wat. En in onze dagen zijn de bestuursvoorzitters bij grote bedrijven, de CEO’s ook van die koningen in hun eigen koninkrijk. Ze bouwen aan hun rijk en de welvaart daarvan, alleen niet voor de bouwvakkers in hun bedrijf, daar mogen de lonen achterblijven. Als ze vertrekken krijgen ze een hoop geld mee. En de koningen van een land wijzen ook graag op de kinderen die hen opvolgen. Zorgvuldig voorbereid op de taak die hen te wachten staat. En een koning die alleen om zichzelf denkt? Die winst behaald over de ruggen van anderen. Of alleen om uiterlijk vertoon geeft? Van dergelijke koningen blijft maar weinig over zegt Jeremia ons vandaag. Het zijn kruiken die nergens toe dienen. Hol en leeg en snel stukgegooid.

Als je echt op David’s troon wil zitten, horen bij het huis van Oranje, een Nederlandse held wil zijn, dan zijn er andere zaken aan de orde. Dan gaat het niet meer om je eigen positie en inkomen. Dan gaat het niet meer om het uiterlijk vertoon. Dan rust je niet voordat onrecht en geweld de wereld uit zijn. Dan let je voortdurend op dat er zorg is voor iedereen die zorg nodig heeft, als het even kan lijden dan draag je daar graag aan bij. En als je de baas bent in een onderneming dan zorg je er voor dat  al die mensen die mee vorm geven aan de winst en de continuïteit van je bedrijf net zo beloond worden als je zelf. Dat zal ze motiveren het nog beter te gaan doen en zal er ook voor zorgen dat ze zwakke plekken van elkaar opvangen en opvullen.

Mooi is dat altijd als het over herders gaat. Herders die de schapen in de steek laten en herders die het volk terugbrengen naar het land overvloeiende van melk en honing. Jezus noemde zich de Goede Herder en in Psalm 23 zong de herder koning David over het dal van diepe duisternis waar de stok en de staf van God tot steun zijn. Wij kennen de herders alleen nog van de Grote Stille Heide of misschien van de schrijver Eelke de Jong die lang herder is geweest. Maar de Bijbel heeft het over ons. Horen we bij de herder, die de kudde schapen naar grazige weiden brengt, de sterke schapen maar vooral ook de zwakke schapen, die hebben extra aandacht nodig. Die herder verdedigt de kudde tegen vijanden. Die herder is geen baas van de kudde maar dienaar van de kudde. Of horen we bij herders als Jechonja, die alleen en vooral aan zichzelf denken. Zichzelf tot hun recht laten komen door anderen onrecht aan te doen. We hebben ook vandaag weer de keus.

 

Plaats een reactie