Ik heb je gebed gehoord

2 Kronieken 7:11-22

11  Toen Salomo het werk aan de tempel van de HEER en het koninklijk paleis voltooid had, en alles wat hij zich omtrent de bouw van de tempel en het paleis had voorgenomen geheel volgens plan was uitgevoerd, 12 ¶  verscheen de HEER hem in de nacht. Hij zei tegen hem: ‘Ik heb je gebed gehoord. Ik heb deze tempel aanvaard als de plaats waar men mij offers mag brengen. 13  Wanneer ik de hemel gesloten houd zodat er geen regen valt, of de sprinkhanen beveel het land kaal te vreten, of pest onder mijn volk laat uitbreken, 14  en wanneer dan mijn volk, het volk dat mij toebehoort, het hoofd buigt, al biddend mijn aanwezigheid zoekt en terugkeert van zijn dwaalwegen, dan zal ik het aanhoren vanuit de hemel, zijn zonden vergeven en het land genezen. 15  Ja, ik zal opmerkzaam zijn en luisteren naar de gebeden die vanaf deze plaats tot mij worden gericht. 16  De tempel die je gebouwd hebt aanvaard ik en heilig ik om er voor altijd mijn naam te laten wonen. Niets van wat daar gebeurt zal me ontgaan; ik zal alles ter harte nemen. 17  En wat jezelf betreft, als je mij toegewijd blijft, zoals je vader David dat was, als je alles doet wat ik je opdraag en je altijd houdt aan mijn bepalingen en rechtsregels, 18  zal ik ervoor zorgen dat jouw troon nooit wankelt, zoals ik met je vader David overeengekomen ben toen ik hem zei dat er altijd een van zijn nakomelingen over Israël zou heersen. 19  Maar mochten jullie je van mij afwenden en je niet houden aan de bepalingen en geboden die ik jullie heb opgelegd, en in plaats daarvan andere goden gaan vereren, 20-21 dan zal ik de Israëlieten verdrijven van het grondgebied dat ik hun gegeven heb en wil ik niets meer weten van deze tempel, die ik voor mijn naam heb geheiligd. Deze tempel, ooit hoog verheven, zal dan bij alle volken het mikpunt worden van hoon en spot; ieder die er voorbijkomt zal huiveren. En wie zich afvraagt waarom de HEER zo tegen dit land en deze tempel is opgetreden, 22  zal als antwoord krijgen: “Omdat ze zich hebben afgewend van de HEER, de God van hun voorouders, die hen uit Egypte heeft geleid, en zich aan andere goden hebben vastgeklampt. Ze zijn andere goden gaan vereren, en daarom heeft hij hun al deze rampspoed bezorgd.”’ (NBV)

We hebben een God die niet alleen gebeden hoort maar ze ook verhoort. Salomo had niet iets voor zichzelf gevraagd. Hij was het volk voorgegaan in gebed voor alle Israëlieten. Zelfs de vreemdelingen had hij in het gebed betrokken. Nu kreeg hij antwoord. Meestal moeten we het doen met het soort antwoorden dat we in de Bijbel lezen. Dat iemand God in een droom ontmoet gebeurt maar zelden. en als iemand beweert God ontmoet te hebben in een droom moet je je afvragen of dat niet een zeer gewenste droomuitleg is die ook een heel andere duiding kan hebben. Het antwoord op het gebed is vaak te vinden in de loop van de geschiedenis. En dan nog hangt het er van af of de mensen mee willen werken aan de gewenste gang van zaken. God werkt namelijk nooit op basis van een knip met de vingers. Dat God mensen geneest in een show van een zogenaamde gebedsgenezer is dan ook een leugen. Dat sluit niet uit dat een gebed om genezing van een zieke haar werking kan hebben, zelfs een genezende werking.

De schrijver van de Kronieken heeft uitvoerig verteld wat een feest de opening van die geweldige Tempel van Salomo is geweest. Duizenden dieren waren geofferd, grote priesterkoren en priesterorkesten hadden er opgetreden. Het hele volk had de pracht en praal gezien. Maar wat vindt de God van Israël er zelf van? Om dat te vertellen is een droom een goede manier. We dromen immers allemaal wel eens van een betere wereld. Dat we die niet alleen tot stand kunnen brengen is duidelijk. Dat de weg naar een betere wereld geplaveid is met daden van onbaatzuchtige liefde is ons ook duidelijk. Maar hoe we de last kunnen dragen van die onbaatzuchtige liefde is lang niet altijd duidelijk. De Bijbel geeft het volk, de gemeenschap, de geloofsgemeenschap als mogelijkheid voor elk van ons om samen de weg te gaan. Een weg waarop we elkaar ondersteunen. Daarom heeft God de Tempel  aanvaard als samenbindend symbool voor het hele land.

De nood die iemand uitschreeuwt in de richting van de Tempel zal dan ook gehoord moeten worden door die leden van het volk die de mogelijkheden hebben te hulp te komen. God geeft ons immers dat wat we hebben om daar het goede mee te doen, dat is de naaste lief te hebben als onszelf. Pas als we andere goden gaan aanbidden, de God van de eigen samenleving waarvan niets mag veranderen, de goden van winst en profijt, de goden van winnaars van talentenjachten en loterijen. Steeds vaker kijken we op naar machtige en zogenaamd wijze mensen die durven te zeggen wat ons op de lever brand. Zelf in de richting van de Tempel, het hart van de gelovige, roepen komt steeds minder voor. Daarom blijven onze angsten onze angsten, daarom blijft het gevoel niet gehoord te worden. De liefde die nodig is is niet de liefde voor onszelf, het is de liefde die weet om te delen, die werkt aan een betere wereld. Elke dag opnieuw, ook vandaag weer.

Plaats een reactie